Vakantie en verval van het recht

News  >  Arbeitsrecht  >  Vakantie en verval van het recht

Arbeitsrecht-Anwalt-Rechtsanwalt-Kanzlei-MTR Legal Rechtsanwälte
Steuerrecht-Anwalt-Rechtsanwalt-Kanzlei-MTR Legal Rechtsanwälte
Home-Anwalt-Rechtsanwalt-Kanzlei-MTR Legal Rechtsanwälte
Arbeitsrecht-Anwalt-Rechtsanwalt-Kanzlei-MTR Legal Rechtsanwälte

Werkgevers hebben plicht tot informatie en medewerking

 

Aan het einde van het jaar staan werknemers regelmatig voor de vraag wat er met hun resterende vakantiedagen gebeurt als ze die niet meer in het kalenderjaar opnemen. Het goede nieuws voor werknemers is dat de resterende vakantie niet zomaar vervalt. Dit is volgens de rechtspraak van het Europees Hof van Justitie (HvJ-EU) en het Bundesarbeitsgericht (BAG) pas het geval wanneer de werkgever erop heeft aangedrongen dat de werknemer zijn vakantie opneemt en hem ook de kans heeft gegeven om met vakantie te gaan. Neemt de werknemer desondanks geen vakantie, dan kan zijn aanspraak echter vervallen.

De aanspraak van de werknemer op jaarlijkse vakantie is geregeld in de Bundesurlaubsgesetz (BurlG). Volgens deze wet bestaat er een wettelijk minimumaanspraak van 24 vakantiedagen per jaar. Deze aanspraak is echter misleidend, omdat deze uitgaat van een zesdaagse werkweek. Bij de gebruikelijke vijfdaagse werkweek wordt de minimumaanspraak teruggebracht tot 20 vakantiedagen per jaar, aldus het advocatenkantoor MTR Legal Rechtsanwälte, dat onder andere adviseert op het gebied van arbeidsrecht.

 

Resterende vakantie aan het einde van het jaar

 

Het komt echter steeds vaker voor dat de werknemer zijn vakantiedagen aan het einde van het jaar nog niet heeft opgebruikt. Redenen kunnen bijvoorbeeld zijn dat de werkgever de vakantie wegens bedrijfsmatige redenen niet kon goedkeuren of dat de werknemer ziek was. Dan kan de vakantie meestal worden overgedragen naar het volgende jaar en moet deze voor 31 maart worden opgenomen.

Zelfs als er geen dringende redenen waren waarom de werknemer zijn vakantie niet volledig kon opnemen, vervalt deze volgens de rechtspraak van het Europees Hof van Justitie niet automatisch. Zoals het HvJ-EU met uitspraken van 6 november 2018 (zaaknrs.: C-619/16 en C-684/16) besloot, vervalt de vakantieaanspraak niet automatisch als de werknemer geen vakantie heeft aangevraagd. De vakantieaanspraak vervalt alleen als de werkgever de werknemer uitdrukkelijk heeft gewezen op de nog resterende vakantiedagen en hem ook in staat heeft gesteld om vakantie op te nemen.

 

Werknemer neemt geen vakantie

 

Omgekeerd kan de vakantieaanspraak wel vervallen als de werknemer ondanks de juiste informatie vrijwillig en met volledige kennis van de situatie geen vakantie heeft opgenomen, aldus het HvJ-EU. De bewijslast ligt hier echter bij de werkgever. Is de arbeidsovereenkomst inmiddels geëindigd, dan kan ook de financiële vergoeding voor de niet opgenomen vakantiedagen vervallen, maakte het HvJ-EU verder duidelijk.

 

BAG over verval van de vakantieaanspraak

 

Het Bundesarbeitsgericht volgde met het vonnis van 19 februari 2019 (zaaknr.: 9 AZR 541/15) de rechtspraak van het HvJ-EU. Het BAG stelde vast dat de aanspraak van de werknemer op betaalde jaarlijkse vakantie in de regel pas aan het einde van het jaar vervalt als de werkgever de werknemer daarvoor over zijn concrete vakantieaanspraak en de vervaltermijnen heeft geïnformeerd en de werknemer desondanks vrijwillig geen vakantie heeft opgenomen.

Het BAG voegde eraan toe dat het de taak van de werkgever is om de vakantieperiode vast te stellen en daarbij rekening te houden met de wensen van de werknemer. Dat verplicht de werkgever echter niet om uit eigen beweging vakantie aan de werknemer toe te kennen. Wel rust op hem de initiatieflast voor de verwezenlijking van de vakantieaanspraak van de werknemer. Hij moet volgens de rechtspraak van het HvJ-EU ervoor zorgen dat de werknemer daadwerkelijk in staat is om zijn betaalde jaarlijkse vakantie op te nemen. Indien nodig moet hij de werknemer ook formeel verzoeken om vakantie op te nemen, aldus het BAG. De werkgever moet ook ondubbelzinnig aangeven dat de vakantie aan het einde van de referentieperiode of de overdrachtsperiode vervalt als de werknemer deze niet opneemt.

Het verval van vakantie kan in de regel dus alleen optreden als de werkgever de werknemer actief heeft opgeroepen om zijn vakantie op te nemen, omdat de aanspraak anders aan het einde van het vakantiejaar of de overdrachtsperiode vervalt, maakte het BAG verder duidelijk.

 

HvJ-EU: vakantieaanspraak verjaart niet

 

Het HvJ-EU ging met uitspraken van 22 september 2022 nog een stap verder (zaaknrs.: C-120/21; C-518/20; C-727/20). Het besloot dat de vakantieaanspraak ook niet verjaart als de werkgever er niet naar heeft gestreefd om de werknemer zijn vakantie te laten opnemen. Dan zijn ook vakantieaanspraken die langer dan drie jaar geleden zijn ontstaan, niet verjaard.

De uitspraken maken duidelijk dat werkgevers hun informatie- en samenwerkingsverplichtingen absoluut moeten naleven.

 

MTR Legal Rechtsanwälte adviseert over vakantieaanspraken en andere arbeidsrechtelijke onderwerpen Arbeidsrecht.

Neem gerust contact met ons op!

Heeft u een juridisch probleem?

Plan uw consultatie – Kies uw gewenste tijd online of bel ons.
Landelijke Hotline
Nu bereikbaar

Nu terugbellen boeken

of schrijf ons!