Arrest van het HvJ van 19.12.2024 – C-157/23
Het HvJ heeft met het arrest van 19 december 2024 de toepassing van de productaansprakelijkheidsrichtlijn verstrakt (Zaak: C-157/23). Dienovereenkomstig kunnen ook leveranciers aansprakelijk worden gesteld voor gebrekkige producten als hun naam of herkenningsteken geheel of ten minste gedeeltelijk overeenkomt met die van de fabrikant.
Met het arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie is het productaansprakelijkheidsrisico voor leveranciers en andere distributiepartners aanzienlijk toegenomen, aldus het advocatenkantoor MTR Legal Rechtsanwalte, dat onder meer adviseert in ondernemingsrecht.
Auto in Italië gekocht
In het onderliggende geval had de consument een auto gekocht bij een officiële dealer van de fabrikant in Italië. Het voertuig was in Duitsland vervaardigd en via de Italiaanse tak van het automerk aan de dealer geleverd.
Enkele maanden na de aanschaf van het voertuig was de koper betrokken bij een ongeval waarbij de airbag vanwege een defect niet opende. De consument klaagde daarop tegen de dealer en de Italiaanse tak van de autofabrikant om schadevergoeding te eisen.
De laatste beriep zich erop dat hij het voertuig slechts had geleverd en niet had geproduceerd. De auto was in Duitsland gebouwd. Dit wordt ook op de factuur duidelijk. Hij bevindt zich daarom niet in de producentenaansprakelijkheid.
Ook de leverancier is aansprakelijk
Deze redenering had geen succes bij de bevoegde rechtbank in Bologna. Het veroordeelde het Italiaanse bedrijf voor buitencontractuele aansprakelijkheid vanwege de gebrekkige productie van de airbag. Het beroep had geen succes. Het Hof van Beroep maakte duidelijk dat het Italiaanse bedrijf als leverancier van het voertuig in dezelfde aansprakelijkheid staat als de fabrikant. Zij is „op dezelfde manier als de niet-betwiste fabrikant te beschouwen.” Aangezien de gedaagde had verzuimd de fabrikant in het geding te roepen, had zij geen recht op vrijwaring.
De zaak kwam uiteindelijk voor het Hof van Cassatie in Italië en schakelde het Hof van Justitie van de Europese Unie in. Het HvJ moest de vraag verduidelijken of volgens de EU-productaansprakelijkheidsrichtlijn de leverancier al als „persoon die zich als fabrikant voordoet” wordt beschouwd als hij weliswaar zijn naam, handelsmerk of een ander herkenningsteken fysiek niet op het product heeft aangebracht, maar wel het aangebrachte merk, herkenningsteken of naam van de fabrikant gebruikt.
Ruim geformuleerde producentenaansprakelijkheid
Het HvJ maakte duidelijk dat iemand die de naam en het logo van een fabrikant gebruikt, zich niet tegenover de consumenten erop kan beroepen niet de werkelijke fabrikant van het gebrekkige product te zijn.
Ter motivatie stelde het HvJ dat volgens art. 1 van de richtlijn 85/374 in principe de fabrikant aansprakelijk is voor schade veroorzaakt door zijn gebrekkige producten. In art. 3 van de richtlijn wordt echter uitgelegd dat ook personen die betrokken zijn bij de productie en distributie van het product eventueel de aansprakelijkheid moeten aanvaarden. Dit betreft ook personen die zich als fabrikant voordoen, door hun naam, handelsmerk of een ander herkenningsteken op het product aan te brengen. Het is dus niet noodzakelijk dat een persoon die zich als fabrikant voordoet, daadwerkelijk betrokken is bij het productieproces om als fabrikant te worden geclassificeerd, aldus het HvJ.
HvJ versterkt consumentenbescherming
Daarom kan ook een bedrijf dat weliswaar zelf geen voertuigen produceert, maar deze wel bij de fabrikant koopt om ze vervolgens in een andere lidstaat te distribueren, als fabrikant in de zin van de richtlijn worden beschouwd, maakte het HvJ duidelijk. Het is daarbij niet van belang of het bedrijf zelf zijn naam fysiek op het product heeft aangebracht of dat deze overeenkomt met de aangebrachte naam van de fabrikant. Want hij gebruikt deze overeenstemming om met de kwaliteit van het product te adverteren en vertrouwen bij de consument op te roepen. Daarom moet de term fabrikant ruim worden ingevuld in de zin van consumentenbescherming, aldus het HvJ. De aansprakelijkheid van iedereen die zich als fabrikant voordoet, moet overeenkomen met de aansprakelijkheid van de daadwerkelijke fabrikant.
Het arrest van het HvJ betreft niet alleen distributeurs in de automobielsector, maar ook in andere branches. De producentenaansprakelijkheid is door het arrest van het HvJ voor leveranciers en distributiepartners aanzienlijk toegenomen. Bedrijven die dit betreft, moeten zich daarop voorbereiden.
MTR Legal Rechtsanwälte adviseert over productaansprakelijkheid en andere thema’s van het ondernemingsrecht.
Neem gerust contact met ons op!