Begin van het scheidingsjaar
Voor de echtscheiding van een huwelijk staat het scheidingsjaar. Tijdens het scheidingsjaar mag het echtpaar geen gezamenlijke huishouding meer vormen. Er is vaak een geschil over wanneer de scheiding feitelijk heeft plaatsgevonden en het scheidingsjaar is begonnen. Een verhuizing uit de gezamenlijke echtelijke woning hoeft daarbij geen voorwaarde voor de scheiding te zijn.
Als een huwelijk ontbonden moet worden, moet het paar meestal eerst het scheidingsjaar achter de rug hebben. Alleen in uitzonderlijke gevallen kan van het scheidingsjaar worden afgezien. Stelt de familierechtbank na afloop van het scheidingsjaar vast dat het huwelijk definitief ontwricht is, dan kan de scheiding plaatsvinden. Betwist kan echter het tijdstip zijn waarop het paar de scheiding feitelijk heeft voltrokken, aldus advocatenkantoor MTR Legal Rechtsanwälte , dat onder andere ook in familierecht adviseert.
Verhuizen uit echtelijke woning geen voorwaarde voor scheiding
De verhuizing uit de gezamenlijke echtelijke woning kan een tijdstip voor het begin van de scheiding zijn. Het voordeel is dat dit tijdstip gemakkelijk te bewijzen is door een overeenkomstige inschrijving van het nieuwe adres bij het bevolkingsregister. De scheiding vindt echter vaak al vóór de verhuizing plaats en gescheiden woningen zijn ook geen voorwaarde voor het begin van het scheidingsjaar. Althans niet aan het begin van de scheiding. Dit is ook bevestigd door het OLG Frankfurt met besluit van 28 maart 2024 (Az.: 1 UF 160/23).
Voorwaarde voor het scheidingsjaar is echter dat het echtpaar geen gezamenlijke huishoudelijke gemeenschap meer vormt. Dit betekent dat het paar een duidelijke ruimtelijke en economische scheiding moet doorvoeren. In de praktijk betekent dit dat elke echtgenoot een eigen kamer en eigen bed moet hebben. Een gemeenschappelijke slaapkamer is in het scheidingsjaar absoluut taboe. Naast gescheiden bedden moet het echtpaar ook een duidelijke economische scheiding doorvoeren, d.w.z. ieder moet een eigen huishouden voeren.
Scheidingsjaar begint met ruimtelijke en economische scheiding
Het begin van de ruimtelijke en economische scheiding kan als het begin van het scheidingsjaar worden beschouwd. Mocht het paar zich althans tijdelijk nog een gezamenlijke woning delen, dan moet de scheiding worden gedocumenteerd. In geval van twijfel kan dit ook gebeuren door een brief waarin de scheiding wordt medegedeeld aan de partner. In deze brief wordt de partner medegedeeld dat de scheiding gewenst is en op een bepaald moment ook zal worden voltrokken. Idealiter bevestigt de partner de ontvangst van de brief met datum en handtekening.
Nuttig kan ook een scheidingsovereenkomst zijn. In zo’n overeenkomst kunnen reeds belangrijke regelingen worden getroffen. Zo kunnen bijvoorbeeld reeds afspraken over de vermogensverevening of pensioenverevening, omgangs- en voogdijrecht of verdere gebruik van de echtelijke woning getroffen worden, mits er geen wettelijke bepalingen tegen spreken. Kan het echtpaar het eens worden over dergelijke regelingen, dan kan dat later ook de scheiding vergemakkelijken.
Recht op scheidingsalimentatie
De scheiding is nog geen echtscheiding. Desondanks brengt zij al juridische gevolgen zoals de scheidingsalimentatie met zich mee, die anders dan andere afspraken niet onderhandelbaar is. Recht op scheidingsalimentatie heeft in de regel de echtgenoot met het lagere inkomen. De scheidingsalimentatie komt vaak overeen met de helft van het gezamenlijke maandinkomen van het echtpaar. Het tijdstip van de scheiding is dus ook relevant voor het recht op scheidingsalimentatie.
Ook bij latere financiële geschillen is het scheidingstijdstip een belangrijke factor. Want met de echtscheidingsaanvraag bestaan wederzijdse informatieverplichtingen over het vermogen van de partner op het tijdstip van de scheiding. Dit vermogen van de respectieve echtgenoten is essentieel voor de berekening van de vermogensverevening. Door het informatieverplichting moeten vermogensmanipulaties worden voorkomen.
Einde van de huishoudelijke gemeenschap
Het OLG Frankfurt stelde duidelijk dat voor het bepalen van het tijdstip van de scheiding moet worden vastgesteld vanaf wanneer het paar objectief geen huishoudelijke gemeenschap meer heeft gevormd. Het verhuizen van een echtgenoot uit de gezamenlijke woning is daarvoor niet per se noodzakelijk.
MTR Legal Rechtsanwälte adviseert privécliënten over scheiding en echtscheiding alsmede over verdere onderwerpen van familierecht.
Neem gerust contact met ons op.
