Beslissing van het BGH van 23.10.2024 – Az.: XII ZB 6/24
Vanaf welk inkomen zijn kinderen tegenover hun ouders onderhoudsplichtig en hoe hoog is hun vrij te laten bedrag? Nadat het OLG Düsseldorf met beslissing van 4 december 2023 (Az.: 3 UF 78/23) had beslist dat het minimumvrij te laten bedrag van een alleenwonend kind 5.000 euro en voor getrouwde kinderen 9.000 euro bedraagt, heeft het Bundesgerichtshof deze beslissing met beslissing van 23 oktober 2024 herzien (Az.: XII ZB 6/24).
Niet alleen kinderen hebben een onderhoudsaanspraak tegenover hun ouders, andersom kunnen ook financieel sterke kinderen tegenover hun ouders tot onderhoudsbetalingen verplicht worden. Ter discussie staat daarbij de hoogte van het vrij te laten bedrag van de kinderen. Vergelijkbaar met het OLG Düsseldorf heeft ook het OLG München met beslissing van 6 maart 2024 beslist dat kinderen pas vanaf een gemiddeld maandelijks inkomen van 5.000 euro verplicht zijn tot het betalen van ouderonderhoud.
Kinderen vanaf 100.000 euro bruto-inkomen onderhoudsplichtig
Achtergrond voor deze beslissingen is de in december 2019 in werking getreden Wet ter ontlasting van verwanten, die het ouderonderhoud opnieuw regelt. Volgens deze wet zijn kinderen alleen dan tegenover hun ouders onderhoudsplichtig als hun bruto-inkomen meer dan 100.000 euro per jaar bedraagt. Daarvoor bedroeg het vrij te laten bedrag voor alleenstaande kinderen slechts 2.000 euro. De gerechtshoven van Düsseldorf en München hebben de Ontlastingswet als aanleiding genomen om het vrij te laten bedrag aanzienlijk te verhogen naar 5.000 euro netto per maand, aldus de zakelijke advocatenkantoor MTR Rechtsanwälte , die ook adviseert op het gebied van familierecht.
De beslissing van het OLG Düsseldorf is nu door het BGH ongedaan gemaakt. In de onderliggende zaak had een sociale dienstverlener een zoon van een zorgbehoevende moeder aangesproken. De vrouw woont in een volledig verzorgingshuis en kan de kosten daarvoor niet alleen dekken. Daarom draagt de sociale dienst een deel van de kosten ter hoogte van maandelijks 1.500 euro. De zoon is getrouwd en woont met zijn niet werkende echtgenote en twee meerderjarige kinderen in een huis dat eigendom is van de echtgenote. Zijn jaarlijkse bruto-inkomen bedraagt circa 133.000 euro.
OLG Düsseldorf wijst aanvraag af
In de eerste instanties is de sociale dienst met haar aanvraag voor ouderonderhoud niet geslaagd. Het OLG Düsseldorf had het bruto-inkomen van de zoon gecorrigeerd voor belastingen en sociale bijdragen, onderhoudsplichten tegenover de meerderjarige kinderen, beroepskosten, verzekeringen evenals pensioenvoorzieningen. Per saldo bleef er een maandelijks netto-inkomen over van tussen de 5.451 en 6.205 euro. Daarmee was de zoon volgens het OLG Düsseldorf niet draagkrachtig. Het minimale vrij te laten bedrag bij ouderonderhoud moet zich oriënteren op het maandelijks netto-inkomen, dat ruwweg voortvloeit uit een jaarlijks bruto-inkomen van 100.000 euro. Daarom zou voor alleenstaande kinderen een maandelijks vrij te laten bedrag van 5.000 euro en voor getrouwde kinderen een bedrag van 9.000 euro passend zijn, aldus het OLG.
BGH haalt streep door de rekening
Het BGH maakte echter een dikke streep door deze rekening. Volgens de Wet ter ontlasting van verwanten zijn kinderen niet verplicht tot ouderonderhoud als hun jaarlijkse bruto-inkomen niet meer dan 100.000 euro bedraagt. Als deze inkomensgrens echter overschreden wordt, gaan alle onderhoudsaanspraken van de ouder tegenover zijn kinderen over op de sociale dienst en niet slechts het deel dat boven de inkomensgrens van 100.000 euro ligt, aldus de rechters in Karlsruhe. Iets anders heeft de wetgever niet bepaald.
Als de inkomensgrens net wordt overschreden, vormt dat voor de betrokkenen altijd een zekere hardheid. Een verdergaande hardheid bij onderhoudsverhaal op bijzonder goed verdienende kinderen heeft het Bundesgerichtshof echter ook al in de zogenaamde broeder-zusterzaken afgewezen, voegde de voor het familierecht verantwoordelijke XII. civiele senaat van het BGH toe.
Wet ter ontlasting van verwanten kan bij ouderonderhoud worden meegewogen
Het BGH stelde voor de verdere procedure helder, dat hij geen juridische bezwaren heeft tegen de in de richtlijnen van sommige gerechtshoven over het jaar 2020 voortgeschreven minimumvrij te laten bedragen, laatst 2.650 euro voor het jaar 2024. De door de Wet ter ontlasting van verwanten gecreëerde rechtspositie moet echter ook in het onderhoudsrecht niet helemaal buiten beschouwing blijven. Daarom zou het niet te bekritiseren zijn als het onderhoudsplichtige kind een deel van zijn vrij te laten minimuminkomen, ongeveer 70 procent daarvan, extra mag behouden, aldus het BGH. Het OLG Düsseldorf moet de aanvraag nu opnieuw beoordelen op basis van deze criteria.
MTR Legal Rechtsanwälte adviseert in onderhoudsrecht en andere onderwerpen van familierecht.
Neem gerust contact met ons op!