Bank verliest na BGH-uitspraak aanspraak op boeterente – Az.: XI ZR 75/23
Wordt een lening voortijdig terugbetaald, dan kunnen banken en spaarbanken aanspraak maken op een boeterente als vergoeding voor de misgelopen rente. Echter, ze verliezen deze aanspraak als de clausule voor de berekening van de boeterente niet ‘duidelijk en begrijpelijk’ is geformuleerd voor de kredietnemer. Dit heeft het Bundesgerichtshof duidelijk gemaakt met het vonnis van 3 december 2024 (Az.: XI ZR 75/23). Het vonnis biedt veel consumenten de mogelijkheid om reeds betaalde boeterentes terug te vorderen van de bank.
Wanneer de kredietnemer een lening voortijdig terugbetaalt, loopt de bank rente mis waarmee zij vanwege de contractueel vastgelegde rentebinding kon plannen. Ter compensatie kan zij een boeterente vragen. Volgens § 502 Abs. 2 BGB verliest de bank haar aanspraak op een boeterente echter als zij de kredietnemer niet voldoende heeft geïnformeerd over de looptijd van het contract, de opzeggingsrechten of de berekening van de boeterente, aldus het advocatenkantoor MTR Legal Rechtsanwälte, dat o.a. adviseert in bankrecht.
Hypotheeklening voortijdig afgelost
Bij banken en spaarbanken zijn herhaaldelijk fouten voorgekomen die de kredietnemer de mogelijkheid bieden om geen boeterente te hoeven betalen of een reeds betaalde vergoeding terug te vorderen van de bank.
In de onderliggende zaak voor het BGH ging het om een clausule voor de berekening van de boeterente, die met name in leningsovereenkomsten van de Volksbanken en andere coöperatieve banken te vinden is.
De eiser in deze zaak had twee hypotheken bij de bank afgesloten en deze voortijdig terugbetaald. De bank eiste een contractueel overeengekomen boeterente. In paragraaf 8 van de leningsovereenkomst staat o.a. dat de renteverliezen van de bank voortkomen uit het verschil tussen de contractuele rente en de opbrengst van hypothekenpandbrieven met een looptijd die overeenkomt met de resterende looptijd van de af te lossen lening.
Eis tot terugbetaling succesvol
De eiser betaalde de boeterente aanvankelijk onder voorbehoud en vorderde deze uiteindelijk terug van de bank. Met zijn rechtszaak had hij succes bij het OLG Zweibrücken. Het Oberlandesgericht besliste dat de eiser recht had op terugbetaling van de boeterente, omdat de gegevens van de bank omtrent de berekening onvoldoende waren en zij daarom hun aanspraak op de betaling van een boete hadden verloren.
Het Bundesgerichtshof heeft deze beslissing in hoger beroep bevestigd. De BGH maakte duidelijk dat in een kredietovereenkomst voor vastgoedfinanciering de consument duidelijk en begrijpelijk moet worden geïnformeerd over de voorwaarden en de berekeningsmethode voor de aanspraak van de bank op een boeterente. Deze voorwaarden waren niet vervuld, de gegevens van de bank over de berekeningsmethode waren onvoldoende. Daarom heeft zij volgens § 502 Abs. 2 Nr. 2 geen aanspraak op een boeterente.
BGH: Clausule voor berekening van boeterente onvoldoende
De BGH maakte verder duidelijk dat de clausule, die voor de berekening van de renteverliezen van de bank kijkt naar de ‘resterende looptijd van de af te lossen lening’, onvoldoende is. Want volgens de vaste rechtspraak kan de renteverliezen alleen worden vergoed voor de periode van de juridisch beschermde renteverwachting. Een juridisch beschermde renteverwachting bestaat echter alleen tot de afgesproken vervaldatum van de terugbetalingsaanspraak, of tot het tijdstip van de eerst mogelijke opzegging of tot het einde van de afgesproken rentevaststelling. Een hypotheeklening kan in de regel tien jaar na volledige uitbetaling van de lening met een opzegtermijn van zes maanden voor het eerst fatsoenlijk worden opgezegd. De consument begrijpt onder ‘resterende looptijd van de af te lossen lening’ echter de nog resterende totale looptijd van de lening en niet alleen de periode van de juridisch beschermde renteverwachting.
Dit leidt ertoe dat de consument ervan uitgaat dat de renteverliezen worden berekend op basis van de aanzienlijk langere looptijd van het contract. Dit heeft natuurlijk gevolgen voor de hoogte van de boeterente en kan de consument ervan weerhouden om gebruik te maken van zijn recht op vervroegde terugbetaling van de lening. De gebruikte clausule is daarom onvoldoende en de eiser heeft recht op terugbetaling van de reeds betaalde boeterente, aldus de BGH.
Boeterente terugvorderen
Bij hypotheekleningen bevindt een boeterente zich snel in het vijfcijferige bereik. Het baanbrekende vonnis van het BGH biedt consumenten de mogelijkheid om geen boeterente te hoeven betalen of deze terug te vorderen van de bank.
MTR Legal Rechtsanwälte adviseert over boeterente en andere onderwerpen van het bankrecht.
Neem gerust contact met ons op!