Toepasselijk recht in grensoverschrijdend zakelijk verkeer
In de internationale zakelijke handel tussen bedrijven, dus in de B2B-sector, is het vaak niet meteen duidelijk welk nationaal recht op een contract van toepassing is. Vooral wanneer zakenpartners in verschillende landen gevestigd zijn, rijst de vraag welk recht in geval van een geschil of bij de interpretatie van het contract geldt.
Verschillende nationale rechtsstelsels kunnen aanzienlijke verschillen veroorzaken, bijvoorbeeld met betrekking tot garantievoorwaarden, termijnen, aansprakelijkheid of de bewijslast. Daarom is de vraag naar het toepasselijk recht van essentieel belang voor elk grensoverschrijdend contract, aldus het advocatenkantoor MTR Rechtsanwälte, dat onder andere adviseert in het internationale handelsrecht.
Rechtskeuze in het internationale handelsrecht: Contractsvrijheid in B2B-handel
In principe geldt in de internationale B2B-handel contractsvrijheid. Dat betekent dat de contractpartijen de mogelijkheid hebben om zelf te bepalen welk nationaal recht op hun contract van toepassing is. De partijen kunnen daarbij het toepasselijke recht kiezen, wat een centraal onderdeel van het internationaal privaatrecht is. Deze beslissing wordt in de praktijk door middel van verschillende clausules, met name rechtskeuzeclausules, in het contract vastgelegd. Zulke clausules kunnen bijvoorbeeld luiden: “Duits recht is van toepassing”. Wordt een dergelijke overeenkomst getroffen, dan is deze voor rechtbanken in de meeste staten bindend. Voorwaarde is dat de clausules duidelijk en ondubbelzinnig zijn geformuleerd. De partijen kunnen zo voor zichzelf een vertrouwde en berekenbare juridische omgeving creëren waarin hun contractuele verhouding juridisch beoordeeld wordt, dus dat de betreffende contractuele verhouding als voorwerp van de juridische beoordeling dient.
Als de partijen geen expliciete rechtskeuze hebben gemaakt, regelt binnen de Europese Unie de Rome-I-Verordening welk recht toepasselijk is. Deze bepaalt dat het toepasselijke recht in principe wordt bepaald door het gewone verblijf, dus de zetel, van die contractpartij die de karakteristieke prestatie van het contract verricht. Bij koopovereenkomsten is dat doorgaans de verkoper, bij dienstverleningsovereenkomsten de dienstverlener. Bestaat er echter een kennelijk nauwere band met een andere staat, bijvoorbeeld omdat de levering en uitvoering uitsluitend in een bepaald land plaatsvinden, kan bij uitzondering ook het recht van dat land van toepassing zijn.
Inleiding tot het internationale kooprecht
Het internationale kooprecht vormt de basis voor de grensoverschrijdende goederenhandel en is een centraal element van het handelsrecht. Het regelt volgens welke voorschriften koopovereenkomsten tussen bedrijven uit verschillende staten worden afgehandeld. Tot de belangrijkste rechtsstelsels behoren het VN-kooprecht (CISG), de Rome I-Verordening en nationale wetten zoals het Duitse Handelswetboek (HGB) en het Burgerlijk Wetboek (BGB). De keuze van het toepasselijke recht is van groot belang, omdat zij bepalend is voor welke rechten en plichten de contractpartijen in het kader van de koopovereenkomst hebben. Juist in de internationale handel is het daarom essentieel de rechtskeuzeclausules in de Algemene Leveringsvoorwaarden (ALV) zorgvuldig te controleren. Alleen zo kunnen bedrijven ervoor zorgen dat zij de voor hen geldende regels en de betekenis van de respectieve rechtsorde begrijpen en hun belangen in de internationale handel optimaal behartigen.
Contractsluiting en Algemene Leveringsvoorwaarden (ALV)
Het sluiten van een koopovereenkomst in de internationale handel is de beslissende stap waarbij de contractpartijen de essentiële voorwaarden van hun transactie vastleggen. Hieronder vallen met name de koopprijs, de leverings- en betalingsvoorwaarden en andere centrale bepalingen. Algemene Leveringsvoorwaarden (ALV) spelen daarbij een belangrijke rol, aangezien zij vaak de rechten en plichten van de contractpartijen in detail regelen en de contractvorming aanzienlijk beïnvloeden. Het is voor beide partijen belangrijk om de ALV voordat het contract wordt afgesloten grondig te controleren en ervoor te zorgen dat zij duidelijk en begrijpelijk zijn geformuleerd. Bijzondere aandacht moet worden besteed aan de rechtskeuzeclausules, aangezien deze bepalen welke rechtsorde op het contract van toepassing is. Alleen als de contractpartijen de gekozen rechtsorde en de bijbehorende regels kennen, kunnen zij hun rechten in het kader van de koopovereenkomst effectief uitoefenen en juridische risico’s minimaliseren.
VN-kooprecht in meer dan 90 staten
Een bijzonder aspect van de internationale goederenkoop is het Verdrag der Verenigde Naties inzake Koopovereenkomsten (CISG), kortweg het VN-kooprecht. Dit verdrag is van toepassing in meer dan 90 landen wereldwijd, waaronder veel belangrijke handelspartners zoals Duitsland, Oostenrijk, Zwitserland, Frankrijk, de Verenigde Staten of China. Het VN-kooprecht is automatisch van toepassing wanneer twee bedrijven uit verdragsstaten een grensoverschrijdende koopovereenkomst over roerende zaken sluiten, indien de partijen de toepassing niet uitdrukkelijk hebben uitgesloten. Een verdragsstaat in de zin van het VN-kooprecht is een land dat het CISG heeft geratificeerd en zich aldus aan de regelingen ervan heeft gebonden. De betekenis van het koopcontract binnen het VN-kooprecht ligt in het feit dat het de juridische basis vormt voor internationale goederenleveringen tussen bedrijven uit verschillende verdragsstaten. Dat is vaker het geval omdat het VN-kooprecht in bepaalde opzichten verschilt van nationaal recht en er soms onzekerheden zijn of het werkelijk overeenkomstig de eigen belangen is.
Als het VN-kooprecht niet wordt uitgesloten, is het van toepassing op de verhouding tussen bedrijven uit de betrokken verdragsstaten rechtstreeks. Dat geldt zelfs als de partijen in hun contract bijvoorbeeld alleen “Duits recht” of “Frans recht” hebben overeengekomen. Tussen het Duitse kooprecht en het VN-kooprecht bestaan soms aanzienlijke verschillen, met name wat betreft garantie en uitvoering van het contract, zodat de keuze voor het Duitse recht in vergelijking met het VN-kooprecht voor bedrijven van bijzonder belang kan zijn. Daarom is het bijzonder belangrijk dat bedrijven bij het opstellen van contracten erop letten of zij het VN-kooprecht willen toepassen of niet.
Verplichtingen van de verkoper en koper
In het internationale kooprecht zijn de verplichtingen van verkoper en koper duidelijk gedefinieerd. De verkoper is verplicht de overeengekomen goederen correct te leveren, de vereiste documenten te overhandigen en de eigendom van de goederen over te dragen. De koper daarentegen moet de koopprijs betalen en de geleverde goederen accepteren. Deze fundamentele rechten en plichten van de contractpartijen zijn zowel in het VN-kooprecht als in de meeste nationale rechtsstelsels vastgelegd. Voor de praktijk is het essentieel dat de contractpartijen hun respectieve verplichtingen precies kennen en in het contract duidelijk vastleggen. De ALV moeten deze verplichtingen duidelijk beschrijven en ervoor zorgen dat er geen misverstanden ontstaan. Alleen zo kunnen de partijen hun rechten uit de koopovereenkomst effectief afdwingen en conflicten vermijden.
Rechtskeuze van groot belang
De rechtskeuze kan voor internationaal opererende bedrijven van groot belang zijn. Daarom moeten zij zich vóór het sluiten van een contract bezinnen over het toepasselijk recht en welke voor- en nadelen dit met zich meebrengt. Een ontbrekende of onduidelijke rechtskeuze kan tot juridische onzekerheid, verschillende interpretaties en in geval van een geschil tot langdurige en dure processen leiden. Het is daarom aan te raden om in elk contract een duidelijke rechtskeuzeclausule op te nemen. Ook de vraag of het VN-kooprecht van toepassing moet zijn of niet, moet uitdrukkelijk worden geregeld. Duidelijke regelingen helpen om rechtsgeschillen te voorkomen en rechtszekerheid te creëren. Dit geldt des te meer bij internationale handelsbetrekkingen, waarbij op veel bijzonderheden moet worden gelet.
Daarnaast moet ook worden onderzocht welk gerecht in geval van een geschil bevoegd moet zijn, want ook de forumkeuze kan in internationale contracten worden vastgesteld. Deze kwestie is echter juridisch afzonderlijk van het toepasselijk recht geregeld en onderworpen aan eigen regels, met name met betrekking tot de internationale bevoegdheid van rechtbanken.
Probleem van conflicterende rechtskeuzeclausules
In het internationale kooprecht kan het voorkomen dat de ALV van beide contractpartijen verschillende rechtskeuzeclausules bevatten. Dit probleem van conflicterende rechtskeuzeclausules is in de praktijk van groot belang, omdat het tot onzekerheden met betrekking tot de toepasselijke rechtsorde kan leiden. De rechtspraak heeft hierover tot nu toe geen uniforme oplossingen ontwikkeld, wat het risico op geschillen vergroot. Des te belangrijker is het dat de contractpartijen de rechtskeuzeclausules in hun ALV zorgvuldig controleren en zo vroeg mogelijk overeenstemming bereiken over het toepasselijke recht. Een duidelijke en afgestemde regeling helpt om conflicten te vermijden en ervoor te zorgen dat beide partijen hun rechten en plichten uit de koopovereenkomst kennen en kunnen afdwingen.MTR Legal Rechtsanwälte adviseert in het internationale handelsrecht en andere thema’s van internationaal recht.Neem gerust contact met ons op!