Inleiding
De Health Claims-verordening (EG) Nr. 1924/2006 vormt de centrale juridische basis voor het gebruik van voedings- en gezondheidsclaims op levensmiddelen in de Europese Unie. Het doel van deze verordening is om de consumentenbescherming te versterken en een uniforme toepassing van gezondheidsclaims in alle lidstaten van de EU te waarborgen. De Health Claims-verordening regelt onder welke voorwaarden fabrikanten bepaalde uitspraken mogen doen over de voordelen of effecten van hun levensmiddelen. Daarbij maakt de verordening onderscheid tussen voedingsclaims, zoals ‘rijk aan vitamine C’, en gezondheidsclaims, die een verband leggen tussen het consumeren van een levensmiddel en een gezondheidsvoordeel. Een centraal element van de verordening is de eis dat alle claims op een solide wetenschappelijke basis moeten berusten om misleiding van consumenten te voorkomen. Zo wordt gewaarborgd dat consumenten in de hele EU betrouwbare en vergelijkbare informatie ontvangen.
Toepassingsgebied
Het toepassingsgebied van de Health Claims-verordening strekt zich uit over alle levensmiddelen, inclusief voedingssupplementen, die binnen de EU op de markt worden gebracht. De verordening heeft betrekking op alle claims die een verband leggen tussen een levensmiddel of een van zijn bestanddelen en de gezondheid. Dit omvat bijvoorbeeld uitspraken over het belang van voedingsstoffen zoals vitamine C, calcium of vezels voor de gezondheid. Ook producten als kruiden, specerijen of plantaardige extracten, die vaak in voedingssupplementen worden gebruikt, vallen onder de bepalingen van de Health Claims-verordening. Het is cruciaal dat gezondheidsclaims alleen zijn toegestaan wanneer ze gebaseerd zijn op algemeen erkende wetenschappelijke gegevens en begrijpelijk zijn voor de gemiddelde consument. Zo moet worden gegarandeerd dat de claims op levensmiddelen transparant en begrijpelijk zijn en dat consumenten weloverwogen beslissingen voor hun gezondheid kunnen nemen.
Arrest van het HvJ van 30.04.2025 – zaak C-386/23
Het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJ) heeft op 30 april 2025 een baanbrekend arrest gewezen over de toepassing van de Health Claims-verordening bij botanicals (zaak C-386/23). Volgens dit arrest zijn gezondheidsclaims over botanicals alleen onder strenge voorwaarden toegestaan. De relevante artikelen van de Health Claims-verordening regelen welke claims en uitspraken op producten zijn toegestaan en hoe deze juridisch moeten worden beoordeeld.
De Health Claims-verordening (HCVO) is sinds 2007 van kracht in de gehele Europese Unie. Het doel ervan is om consumenten te beschermen tegen misleidende reclame met vermeende gezondheidsvoordelen van levensmiddelen en voedingssupplementen. Volgens de verordening mogen fabrikanten alleen gezondheidsclaims maken die door de Europese Commissie zijn goedgekeurd, aldus het advocatenkantoor MTR Legal Rechtsanwälte, dat onder andere in voedingsmiddelenrecht adviseert.
Positieve lijst voor gezondheidsclaims
De toegestane gezondheidsclaims worden gepubliceerd in zogeheten positieve lijsten. Voor veel zogeheten botanicals, dus plantaardige stoffen zoals kruiden, extracten of plantenbestanddelen, die vaak in voedingssupplementen worden gebruikt, is de situatie echter onduidelijk. Hoewel er talloze aanvragen voor goedkeuring zijn ingediend, is een groot deel daarvan door de EU-Commissie tot op heden noch goedgekeurd noch afgewezen. Ze bevinden zich in een juridische schemerzone. De beoordeling van de onderliggende stoffen, ingrediënten en voedingsstoffen is cruciaal voor de goedkeuring van gezondheidsclaims, omdat de eigenschappen van een voedingsstof of andere ingrediënten wetenschappelijk moeten worden bewezen en regulatoir moeten worden beoordeeld. Het HvJ heeft met zijn arrest van 30 april 2025 voor meer duidelijkheid gezorgd.
Twistpunt in de onderliggende zaak was de reclame van een Duits bedrijf voor een voedingssupplement dat saffraan- en meloensapextract bevatte. Op de verpakking en in de online reclame werden beloftes gedaan zoals ‘stemmingsverbeterend’, ‘reduceert stress’ of ‘draagt bij aan ontspanning’. Dergelijke uitspraken vallen onder de term gezondheidsclaims volgens de Europese Health Claims-verordening. Problematisch is dat de onderliggende stoffen nog niet door de EU-Commissie waren beoordeeld en dat er ook geen tijdige aanvraag was ingediend.
Overtreding van de Health Claims-verordening
Een mededingingsvereniging zag hierin een duidelijke inbreuk en startte een rechtszaak voor een verbod. De zaak belandde uiteindelijk bij het Bundesgerichtshof (BGH), dat het HvJ om een prejudiciële beslissing vroeg over de interpretatie van de verordening. Bij de beoordeling van dergelijke gevallen is naleving van de relevante regel en de EU-brede regelingen van de Health Claims-verordening van centraal belang. Voor fabrikanten is het daarbij vooral belangrijk om heldere richtlijnen en ondersteuning te krijgen bij de toepassing van de voorschriften.
Het HvJ gaf de consumentenbeschermers gelijk en stelde vast dat de reclame met de gezondheidsclaims onrechtmatig was. Gezondheidsclaims voor botanicals zijn alleen toegestaan als ze al door de Europese Commissie zijn goedgekeurd en daarmee op de positieve lijst staan, of als er een correcte, tijdige aanvraag volgens artikel 28 is ingediend en wordt voldaan aan de voorwaarden van de overgangsregeling. Deze voorwaarden waren hier niet voldaan, stelde het HvJ vast.
Voorzichtigheid bij algemene uitspraken
Het Hof van Justitie verduidelijkte verder dat ook algemeen gehouden uitspraken zoals ‘voor meer welzijn’ of ‘goed voor de stemming’ als gezondheidsclaims binnen het kader van de Health Claims-verordening gelden. Dergelijke uitspraken zijn alleen toegestaan als ze in direct verband staan met een reeds goedgekeurde specifieke claim – een zogeheten koppelingsgebod. Een voorbeeld van een toegestane uitspraak zou zijn: ‘Calcium draagt bij aan het behoud van normale botten’, terwijl een ontoelaatbare uitspraak zou kunnen zijn: ‘Dit product geneest botziekten.’
Ook het feit dat veel Health Claims voor botanicals nog niet definitief zijn beoordeeld, verandert daar volgens het HvJ niets aan. Het kan niet in het belang van de consumentenbescherming zijn dat fabrikanten in de tussentijd vrijelijk gezondheidsclaims kunnen maken. De impact van dergelijke uitspraken op consumenten kan aanzienlijk zijn, zoals blijkt uit voorbeelden van uitspraken als ‘Vezels bevorderen de darmfunctie’ of ‘vetarm – voor een bewuste voeding’. De inactiviteit van de Commissie bij de beoordeling van plantenstoffen mag niet ten koste van de consumenten gaan.
HvJ bevestigt strenge eisen
Met het arrest bevestigt het Hof van Justitie de strenge eisen aan gezondheidsgerelateerde reclame voor levensmiddelen en voedingssupplementen. Daarmee biedt het rechtszekerheid in het tot nu toe onduidelijke gebied van Botanical Claims.
Voor de gehele levensmiddelen- en voedingssupplementenindustrie kan het arrest verstrekkende gevolgen hebben, aangezien veel fabrikanten reclame maken met werkingsclaims voor plantaardige ingrediënten. De beslissing van het HvJ laat zien dat daarvoor de juridische basis kan ontbreken. Fabrikanten zouden hun reclameclaims moeten toetsen op hun toelaatbaarheid volgens de Health Claims-verordening. Toegestaan zijn alleen gezondheidsclaims die op de positieve lijst staan of waarvoor een geldige overgangsaanvraag is ingediend. De gezondheid van consumenten en de voordelen die producten met aantoonbaar positieve eigenschappen bieden, staan daarbij centraal – zowel voor consumenten als voor fabrikanten.
Overtredingen van de HCVO kunnen niet alleen leiden tot conflicten met de autoriteiten, maar ook tot waarschuwingen en schadeclaims. Reclamecampagnes moeten daarom op hun juridische toelaatbaarheid worden getoetst en reclame-strategieën indien nodig worden aangepast. Er zijn echter mogelijkheden voor fabrikanten om binnen de wettelijke regels op veilige wijze met gezondheidsclaims reclame te maken.
MTR Legal Rechtsanwälte adviseert over de Health Claims-verordening en andere onderwerpen binnen het levensmiddelenrecht.
Neem gerust contact met ons op