Nieuwe jurisprudentie over platformaansprakelijkheid: Ontbrekende opzeggingsknop op partnersites
De rechtbank Hildesheim heeft op 8 maart 2024 (zaaknr. 3 O 109/23) een belangrijke beslissing genomen met betrekking tot de aansprakelijkheid van verkoopplatforms in verband met consumentenbeschermingsvereisten. Volgens deze uitspraak kunnen exploitanten van e-commerceplatforms aansprakelijk worden gesteld als door hen bemiddelde aanbieders op hun eigen websites bepaalde wettelijk verplichte functies – zoals een direct zichtbare en eenvoudig toegankelijke opzeggingsknop – niet beschikbaar stellen.
Wettelijke basis: § 312k BGB en de verplichting tot een opzeggingsknop
Sinds juli 2022 schrijft § 312k BGB voor dat online afgesloten duurovereenkomsten eenvoudige en directe opzeggingsmogelijkheden, zoals een duidelijk geplaatste ‘opzeggingsknop’, moeten bieden. Deze bepaling maakt deel uit van de regelgeving ter versterking van de consumentenbescherming in het digitale handelsverkeer. Het doel is consumenten in staat te stellen een overeenkomst met enkele klikken en zonder belemmeringen te beëindigen.
Uitspraak van de rechtbank Hildesheim: Platformexploitanten onder de loep
Feiten
Aanleiding voor de uitspraak was een zaak van de Consumentenbond tegen de exploitant van een verkoopplatform dat derden een infrastructuur biedt om hun goederen en diensten te presenteren en te verkopen. De exploitant verwees consumenten bij het afsluiten van abonnementen naar de websites van deze derden. Op deze pagina’s ontbrak echter de wettelijk voorgeschreven opzeggingsknop voor online afgesloten overeenkomsten.
In het geschil rees de vraag of de marktplaatsexploitant aansprakelijk is voor deze inbreuk, hoewel de concrete contractuele relatie en de website-inrichting bij de afzonderlijke derden lagen.
Uitspraak en motivering
De rechtbank Hildesheim stelde de aansprakelijkheid van de platformexploitant vast. Bepalend was de nauwe verwevenheid tussen de marktplaatsstructuur en de aanbiedingspagina’s van de derden. De platformexploitant had door de technische, economische en organisatorische integratie aanzienlijke invloed op de inrichting van deze aanbiedingspagina’s. Bovendien profiteerde het platform substantieel van de contractbemiddeling.
De rechtbank benadrukte dat de zorgplichten uit § 2 nr. 11 UWG (wet tegen oneerlijke mededinging) en de voorschriften rondom consumentenbescherming ook op marktleidende of essentiële infrastructuuraanbieders van toepassing kunnen zijn, mits zij doorslaggevende invloed hebben op rechtsinbreuken of deze mogelijk maken. Daarmee gelden er controle- en toezichtverplichtingen voor platformexploitanten wanneer zij meebepalen aan de voorwaarden waaronder overeenkomsten worden afgesloten.
Gevolgen voor digitale distributie
Betekenis voor marktplaatsexploitanten
De uitspraak maakt duidelijk dat digitale platforms verplichtingen kunnen hebben die verder gaan dan enkel het bemiddelen. Exploitanten moeten binnen hun organisatorische en technische mogelijkheden ervoor zorgen dat hun contractpartners de wettelijke consumentenbescherming volledig naleven. Vooral bij platformmodellen met een hoge mate van integratie wordt geadviseerd processen continu te controleren en aan te passen om boetes of vorderingen tot staking te voorkomen.
Gevolgen voor derden-aanbieders
Ook derden die via platforms hun goederen of diensten aanbieden, worden indirect geraakt door verdergaande controles. Overeenkomsten die tot stand komen op basis van een onvolledige of foutieve naleving van de wettelijke voorschriften, kunnen gebrekkig en daardoor aanvechtbaar zijn, wat aanzienlijke economische gevolgen kan hebben.
Stand van zaken en vooruitblik
Het is belangrijk op te merken dat rechterlijke uitspraken in vergelijkbare gevallen nog steeds een individuele beoordeling kunnen vereisen en dat een definitieve uitspraak van de hoogste rechter over de reikwijdte van de platformaansprakelijkheid volgens § 312k BGB nog uitblijft. Ondernemingen in de digitale handel dienen de actuele ontwikkelingen nauwlettend te volgen en hun juridische raamwerk regelmatig te evalueren.
Conclusie: Verhoogde eisen voor compliance in de onlinehandel
De uitspraak van de rechtbank Hildesheim bevestigt de trend van een steeds intensievere regulering van digitale bedrijfsmodellen in het kader van consumentenbescherming. E-commerceplatforms en hun contractpartners zijn verplicht hun infrastructuren en digitale processen voortdurend te toetsen aan de geldende wettelijke vereisten en waar nodig bij te stellen, om tijdig in te spelen op regulatoire risico’s.
Indien er in het kader van de contractuele inrichting van e-commerceplatforms of de omgang met consumentenbeschermingsregels juridische vragen of onzekerheden ontstaan, staan de Rechtsanwalt bij MTR Legal graag ter beschikking om een individuele beoordeling van de rechtspositie te maken.
Bron: LG Hildesheim, uitspraak van 08.03.2024, Az. 3 O 109/23; § 312k BGB; UWG