Inleiding
Het internationale erfrecht regelt hoe nalatenschappen met internationale aspecten juridisch behandeld moeten worden. In Duitsland is het erfrecht weliswaar vastgelegd in het Burgerlijk Wetboek (BGB), maar zodra er vermogensbestanddelen, erfgenamen of de erflater zelf een band met het buitenland hebben, zijn er aanvullende rechtsvoorschriften van toepassing. De Europese Erfrechtverordening (EuErbVO) heeft binnen de Europese Unie een uniforme regeling voor erfgevallen gecreëerd. Zij bepaalt welk recht op een nalatenschap van toepassing is, bijvoorbeeld wanneer de gewone verblijfplaats van de erflater of diens nationaliteit zich in een andere EU-lidstaat bevindt. Ook de ligging van vermogensbestanddelen, zoals onroerend goed, kan een rol spelen. De EuErbVO zorgt er zo voor dat grensoverschrijdende nalatenschappen binnen Europa volgens duidelijke regels worden behandeld en dat onzekerheden bij de afwikkeling van de nalatenschap worden verminderd. Desondanks blijft het internationale erfrecht een complex terrein dat een nauwkeurige beoordeling van de juridische situatie en aanknopingspunten vereist.
Aanknopingspunten voor het bepalen van het toepasselijke recht
Bij internationale erfrechtelijke kwesties is de vraag welk erfrecht van toepassing is van centraal belang. Het belangrijkste aanknopingspunt volgens de Europese Erfrechtverordening (EuErbVO) is de gewone verblijfplaats van de erflater op het moment van overlijden. Dat betekent dat doorgaans het recht geldt van het land waar de erflater zijn laatste woonplaats had. De erflater kan echter ook door een uitdrukkelijke rechtskeuze bepalen dat het recht van zijn/haar nationaliteit op de nalatenschap van toepassing is. Andere relevante aanknopingspunten zijn de woonplaats van de erflater of de ligging van vermogensbestanddelen, zoals bijvoorbeeld onroerend goed in verschillende landen. De keuze van het toepasselijke recht heeft aanzienlijke gevolgen voor de rechten van de erfgenamen, met name met betrekking tot het wettelijk erfdeel en de wettelijke erfopvolging. Wie gebruik wil maken van de mogelijkheden van een rechtskeuze, dient zich tijdig vertrouwd te maken met de betreffende regelgeving en de gevolgen zorgvuldig te overwegen.
Duits wettelijk erfdeel tegenover Engels erfrecht
De vrijheid van regeling in het internationale erfrecht kent grenzen. Zo heeft het Bundesgerichtshof (BGH) in een uitspraak van 29 juni 2022 beslist dat het bij testament opgelegde ontnemen van het wettelijk erfdeel volgens het Engelse erfrecht in Duitsland niet afdwingbaar is en in strijd is met de Duitse openbare orde (ordre public) (Zaaknummer IV ZR 110/21). De handhaving van het wettelijk erfdeel kan dus ook in internationale context van groot belang zijn, vooral wanneer gerechtigden hun aanspraken in Duitsland geldend willen maken.
Internationale erfrechtelijke kwesties zijn inmiddels geen uitzondering meer. Een centrale vraag is daarbij welk erfrecht van toepassing is. De Europese Erfrechtverordening (EU-ErbVO) voorziet weliswaar in een mogelijkheid tot rechtskeuze. De verschillende nationale regelingen zijn echter niet altijd met elkaar te verenigen. Zo wordt het Duitse wettelijk erfdeel beschermd door de openbare orde, wanneer buitenlands erfrecht van toepassing zou zijn, aldus het advocatenkantoor MTR Legal Rechtsanwalt, dat onder andere adviseert op het gebied van internationaal erfrecht. Tot de gerechtigden tot het wettelijk erfdeel behoren met name kinderen, maar ook echtgenoten en ouders van de erflater.
Heeft bijvoorbeeld een zoon als gerechtigde recht op zijn wettelijke erfdeel, dan kan hij dit ook claimen wanneer het buitenlandse erfrecht het ontnemen van het erfdeel voorziet. De aanspraak op het erfdeel wordt daarbij naar Duits recht afgedwongen, mits de openbare orde geldt.
Voorbeeld: Een Duitse erflater met woonplaats in Engeland benoemt in zijn testament alleen zijn echtgenote tot enige erfgename en sluit zijn kinderen uit. Volgens Engels recht zou dit mogen, maar in Duitsland kunnen de uitgesloten kinderen als gerechtigden hun wettelijk erfdeel met succes claimen.
Engels erfrecht kent geen wettelijk erfdeel zoals in Duitsland
Volgens het Duitse erfrecht hebben naaste familieleden van de erflater recht op een wettelijk erfdeel – tot de gerechtigden behoren in het bijzonder kinderen, echtgenoten en onder bepaalde voorwaarden ook kleinkinderen. Het Engelse erfrecht kent geen wettelijk erfdeel in deze zin. De BGH heeft nu duidelijk gemaakt dat het wettelijk erfdeel volgens Duits recht niet eenvoudig kan worden uitgesloten.
In de onderliggende zaak had een Brits staatsburger, die meer dan vijftig jaar in Duitsland woonde en hier zijn laatste verblijfplaats had, in 2015 een notariële akte opgemaakt waarin hij de gedaagde tot enige erfgename benoemde. Daarbij koos hij voor het Engels erfrecht. Zijn in 1975 geadopteerd kind sloot hij uit van de erfenis. In het adoptiecontract stond dat alle erf- en wettelijk erfdeelrechten uitgesloten zouden zijn.
Na het overlijden van de vader stelde het kind echter een informatieverzoek in om zijn wettelijk erfdeel te kunnen claimen. Het gaat hierbij om aanspraken die wettelijk gerechtigden tegenover de erfgenamen kunnen laten gelden om hun erfdeel te realiseren. De gedaagde weigerde de informatie met een beroep op de in het testament gekozen rechtskeuze: Volgens Engels recht bestaat er geen aanspraak op het wettelijke erfdeel en zijn er dus ook geen inlichtingen te verstrekken.
Let op: ook kleinkinderen kunnen onder bepaalde voorwaarden gerechtigd zijn tot een wettelijk erfdeel.
Schending van de openbare orde (ordre public)
De BGH moest beoordelen of het ontnemen van het wettelijk erfdeel naar Engels recht rechtsgeldig was, of dat dit in strijd is met het Duitse recht (ordre public). De rechters in Karlsruhe stelden duidelijk dat het wettelijk erfdeel een essentieel bestanddeel is van de nationale erfrechtelijke regeling en nabije familieleden moet beschermen tegen volledige onterving; hiertoe behoren naast kinderen en echtgenoten ook ouders als andere gerechtigden. Het betreft niet alleen een civielrechtelijke regeling, maar ook een grondwettelijk beschermde institutie. Een vergelijkbare, niet op behoefte gebaseerde aanspraak kent het Engelse recht niet. Bij bewezen behoefte kan daar alleen een verzoek worden ingediend voor een “passende financiële bijdrage”, waarover de rechter beslist.
Een dergelijke regeling staat in duidelijke tegenstelling tot Duitse waarden. De keuze voor Engels erfrecht is hier in strijd met de Duitse openbare orde en kan daarom niet worden toegepast, aldus de BGH. In de zaak moest daarom het Duitse erfrecht worden toegepast. De zoon geldt als gerechtigde tot het wettelijk erfdeel met een recht op informatie tegenover de enige erfgename, en kan eventueel zijn erfdeel vorderen.
Verder moet worden opgemerkt dat het Duitse erfrecht onder bepaalde voorwaarden een beperking van het wettelijk erfdeel kent, bijvoorbeeld bij het ontnemen van het erfdeel of verrekening van schenkingen.
Voor het berekenen van de aanspraak is de hoogte van het wettelijke erfdeel doorslaggevend, aangezien deze wordt bepaald aan de hand van de waarde van de nalatenschap en het wettelijk erfdeel.
Grenzen van de rechtskeuze
De uitspraak van de BGH laat zien dat de rechtskeuze in het internationale erfrecht haar grenzen heeft en niet mag leiden tot het volledig omzeilen van essentiële beschermingsmechanismen zoals het wettelijk erfdeel. De keuze voor het erfrecht moet dus zorgvuldig worden overwogen, want uiterste wilsbeschikkingen kunnen mogelijk niet worden uitgevoerd zoals gewenst. In internationale context bepaalt de EU-ErbVO dat de erfopvolging in principe wordt geregeld door het recht van de gewone verblijfplaats van de erflater, tenzij er een geldige rechtskeuze is gemaakt. Het Europese erfrecht biedt weliswaar de mogelijkheid tot rechtskeuze, maar die is alleen geldig als deze niet in strijd is met fundamentele uitgangspunten van het Duitse recht. Bovendien geldt de rechtskeuze volgens de EU-ErbVO, een bindende verordening, altijd uniform voor de gehele nalatenschap. Een ‘opknippen’, bijvoorbeeld Duits recht voor Duits onroerend goed en buitenlands recht voor buitenlandse bankrekeningen, is niet mogelijk.
De rechtskeuze in het internationale erfrecht is dus een belangrijk instrument voor de regeling van een nalatenschap, maar kent haar grenzen in het respecteren van fundamentele Duitse rechtsprincipes. Zo kunnen wettelijk erfdeelrechten niet onbeperkt worden uitgesloten door de keuze van buitenlands erfrecht, omdat er met name ten aanzien van het wettelijk erfdeel een beperking van de rechtskeuzemogelijkheden geldt als de toepassing van het gekozen recht onverenigbaar is met het Duitse recht. Wie in het buitenland woont of internationaal vermogen bezit, doet er daarom goed aan om tijdig juridisch advies in te winnen en zijn testament duidelijk en rechtsgeldig te maken, om latere juridische geschillen te voorkomen.
Splitsing van de nalatenschap en ongelijke rechtspositie
In de praktijk kan het voorkomen dat op verschillende delen van een nalatenschap verschillende rechtsstelsels van toepassing zijn – dit wordt splitsing van de nalatenschap genoemd. Zo’n situatie doet zich vaak voor wanneer de erflater vermogen in meerdere landen heeft, of wanneer de nationale erfrechtstelsels verschillen in de bepalingen over de erfopvolging en de rechten van erfgenamen. Dit leidt tot een ongelijke rechtspositie, wat de afwikkeling van de nalatenschap aanzienlijk kan bemoeilijken. Het wordt vooral problematisch als rechten op het wettelijk erfdeel of de erkenning van testamenten in de betrokken landen verschillend zijn geregeld. In zulke gevallen wordt aanbevolen om een ervaren advocaat erfrecht in te schakelen om de belangen van de erfgenamen en de erflater zo goed mogelijk te beschermen en een soepele afwikkeling van de nalatenschap te waarborgen. Een vooruitziende nalatenschapsplanning kan conflicten en onzekerheden bij het overlijden helpen voorkomen.
Erkenning van buitenlandse testamenten
De erkenning van buitenlandse testamenten is een centraal thema in het internationale erfrecht. Volgens de Europese Erfrechtverordening (EuErbVO) worden testamenten in principe erkend in het land waar zij zijn opgesteld, mits ze voldoen aan de aldaar geldende vormvereisten. Dit betekent dat een testament dat rechtsgeldig is opgesteld in een EU-lidstaat ook in andere EU-lidstaten rechtsgeldig kan zijn. Er zijn echter uitzonderingen: als de inhoud van het testament in strijd is met de openbare orde (ordre public) van het land waar het erkend moet worden, kan de erkenning worden geweigerd. Daarnaast kunnen bilaterale of multilaterale verdragen tussen afzonderlijke landen de erkenning van buitenlandse testamenten verder vergemakkelijken. Wie er zeker van wil zijn dat zijn testament in meerdere landen wordt erkend, doet er goed aan zich te laten adviseren door een gespecialiseerde advocaat erfrecht om te zorgen voor naleving van alle relevante vormvereisten en de geldigheid van het testament in internationale context te waarborgen.
EU-nalatenschapscertificaat (Europese verklaring van erfrecht)
Het EU-nalatenschapscertificaat, ook bekend als de Europese verklaring van erfrecht, is een belangrijk instrument om de afwikkeling van grensoverschrijdende nalatenschappen binnen de Europese Unie te vereenvoudigen. Het wordt afgegeven door een bevoegde rechter in een EU-lidstaat en bevestigt de status als erfgenaam of de bevoegdheid van de executeur. Het EU-nalatenschapscertificaat wordt in alle EU-lidstaten erkend en stelt erfgenamen in staat eenvoudig hun rechten op de nalatenschap aan te tonen – bijvoorbeeld tegenover banken, autoriteiten of het kadaster. Voorwaarde voor afgifte is dat de erflater zijn laatste gewone verblijfplaats in een EU-land had en dat de aanvrager de benodigde bewijzen over het erfrecht kan overleggen. Het EU-nalatenschapscertificaat draagt bij aan een efficiëntere en rechtszekere afwikkeling van grensoverschrijdende nalatenschappen.
MTR Legal Rechtsanwalt adviseert op het gebied van internationaal erfrecht, met name ook over kwesties rond de aanspraken van gerechtigden op het wettelijk erfdeel binnen de nalatenschap.
Neem gerust contact met ons op!