Recht op erkenning van auteur – BGH I ZR 102/23
Zelfs als het auteurschap alleen tegenover de auteur wordt betwist, kan dat al een schending van het auteursrecht inhouden. Dat heeft het Bundesgerichtshof met uitspraak van 27 juni 2024 duidelijk gemaakt (Az.: I ZR 102/23).
Volgens § 13 Urheberrechtsgesetz (UrhG) heeft de auteur het recht op erkenning van zijn auteurschap. Zo kan hij bepalen of hij als auteur bij het werk genoemd wordt en welke benaming daarbij te gebruiken is, aldus de onderneming MTR Legal Rechtsanwälte, die o.a. adviseert op het gebied van IP-recht en auteursrecht. Het BGH heeft nu duidelijk gemaakt dat dit recht al wordt geschonden wanneer het auteurschap alleen tegenover de auteur wordt betwist.
Bij de creatie van een werk kunnen ook meerdere personen betrokken zijn. Dit kan de vraag naar het auteurschap complex maken. Zo moest het BGH nu beslissen in een rechtszaak tussen een boekenauteur en zijn redactrice.
Redactrice maakt aanspraak op auteurschap
De auteur had een rechtszaak aangespannen, die in 2013 met de beklagene in onderhandeling was geweest zodat zij de redactie van zijn nieuwe boek zou overnemen. Een jaar later werd het boek in de eigen uitgeverij van de auteur gepubliceerd. In 2020 wendde de redactrice zich tot de auteur en eiste met onmiddellijke ingang het auteurschap van het boek op. In haar schrijven aan de auteur stelde ze dat ze noch een schriftelijk contract noch een andere overeenkomst met de auteur had gesloten. Daarom maakte ze haar bestaande aanspraken volledig geldend. Hierbij horen in het bijzonder de haar toekomende licentiekosten evenals haar auteurschap. Bovendien mocht de auteur zich niet langer als auteur van het werk aanduiden.
De auteur eiste van de redactrice dat ze tegenover derden niet langer beweerde dat hij niet de auteur van het werk is. Evenmin mocht ze zichzelf als auteur of ghostwriter van het boek aanduiden. Buitengerechtelijke onderhandelingen tussen de partijen leverden geen resultaat op, zodat de zaak bij het Landgericht Bremen terechtkwam. De auteur beschouwde de uitspraken van de redactrice als een schending van zijn recht op erkenning van zijn auteurschap overeenkomstig § 13 UrhG. Zijn rechtszaak mislukte echter in eerste aanleg en ook in hoger beroep bij het OLG Bremen.
Rechtszaak heeft geen succes bij het OLG Bremen
Het OLG maakte duidelijk dat bij het betwisten van het auteurschap in principe een vordering tot verbod kan plaatsvinden. Voorwaarde daarvoor is echter dat een dergelijke betwisting publiekelijk wordt verspreid en niet alleen tegenover de auteur gebeurt. Deze beperking vloeit voort uit het karakter van § 13 UrhG als persoonlijkheidsrecht van de auteur en zijn verwantschap met het algemene persoonlijkheidsrecht, verduidelijkte het OLG. Dit beschermt alleen tegen het verspreiden van onjuiste feiten of het creëren van verkeerde verbanden om in een ‘vals licht’ geplaatst te worden. Op basis van deze maatstaven ontbrak het in het onderliggende geval aan een schending van het auteursrecht, aldus het OLG Bremen.
Deze onderbouwing hield echter geen stand in de herzieningsprocedure bij het BGH. De rechters in Karlsruhe maakten duidelijk dat een auteur volgens § 13 Satz 1 UrhG het recht heeft op erkenning van zijn auteurschap aan het werk. Daarmee heeft de auteur ook de bevoegdheid op te treden tegen iedereen die hem dit recht betwist.
BGH ziet schending van auteursrecht
De beklaagde had in haar schrijven het auteurschap van de eiser betwist en zelf het auteurschap opgeëist. Dit schrijven was weliswaar alleen aan de eiser gericht en de beklaagde had het auteurschap van de eiser ook niet publiekelijk betwist, desondanks had ze daarmee § 13 UrhG geschonden, stelde het BGH vast. Want deze regeling omvat geen beperkende interpretatie van het recht op erkenning van de auteur. Het is dus geen vereiste dat het auteurschap ook tegenover derden betwist wordt. Het recht op erkenning van het auteurschap van een werk wordt onafhankelijk daarvan aangetast, of de betwisting van het auteurschap alleen tegenover de auteur zelf of ook tegenover derden verspreid gebeurt, aldus het BGH.
Desalniettemin had de klacht van de auteur geen succes. Want de eiser had zich slechts tegen beweringen van de beklaagde tegenover derden gekeerd. Aanspraken van de eiser wegens ontkenning van het auteurschap alleen tegenover hem waren geen onderwerp van de procedure, voerde het BGH uit.
Bij juridische geschillen in het auteursrecht of andere onderwerpen van het IP-recht is MTR Legal Rechtsanwälte uw competente contactpersoon.
Neem gerust contact met ons op!