Duitse Bondsconstitutioneel Hof bevestigt grondwettigheid van de minimumwinstbelasting
Op 11 augustus 2025 publiceerde het Bundesverfassungsgericht (BVerfG) een spraakmakende beslissing over de vraag of de wettelijke bepalingen inzake de zogeheten minimumwinstbelasting in de vennootschaps- en handelsbelastingwetgeving in overeenstemming zijn met de eisen van de Grondwet (Az.: 2 BvL 19/14). Deze uitspraak heeft verstrekkende gevolgen voor ondernemingen van elke omvang en voor personen die direct of indirect aandelen in kapitaalvennootschappen bezitten.
Achtergrond van de minimumwinstbelasting
De bepalingen omtrent de minimumwinstbelasting zijn bedoeld om bedrijven in principe verliesverrekening mogelijk te maken, maar deze door middel van tijds- en bedragbeperkingen te reguleren. Zo kunnen verliesverrekeningen uit verliesgevende jaren slechts binnen bepaalde wettelijke grenzen naar volgende winstjaren worden overgedragen. Doel van deze regeling was belastingverminderingen door onbeperkte voortzetting van verliezen te voorkomen en zo bij te dragen aan fiscale stabiliteit.
Constitutionele toetsing door het BVerfG
Aanleiding van de voorlegging
Aan de procedure lag de vraag ten grondslag of de bestaande beperkingen op het verrekenen van verliesverrekeningen in strijd zijn met het gelijkheidsbeginsel van artikel 3 lid 1 GG of andere grondrechten. Vooral stond centraal of de minimumbelasting een ongerechtvaardigde ongelijke behandeling veroorzaakt van belastingplichtigen die in opeenvolgende jaren winst en verlies realiseren. Daarnaast werd besproken of de regels verenigbaar zijn met het draagkrachtbeginsel, het vertrouwensbeginsel en het verbod op terugwerkende kracht.
Overwegingen van het hof
Het Bundesverfassungsgericht benadrukte dat de wetgever bij de vormgeving van de fiscale verliesverrekening over een ruime beoordelingsvrijheid beschikt. Het afzien van een onbeperkte verliesverrekening is met name gerechtvaardigd door het doel het belastingobject te beschermen en oneigenlijk gebruik te voorkomen. Bovendien blijkt niet dat de betrokken regelingen tot een onevenredige belasting leiden, aangezien een basis aan verliesverrekening altijd fiscaal benutbaar blijft.
Ook vanuit formeel oogpunt stuiten de normen niet op constitutionele bezwaren. De beperkingen zijn transparant geregeld en de rechtspositie is in het algemeen voorspelbaar en berekenbaar. Ook het rechtsstaatprincipe wordt door de regelgeving niet aangetast.
Praktische betekenis voor bedrijven en investeerders
De uitspraak van het BVerfG geeft bedrijven en aandeelhouders meer rechtszekerheid bij de fiscale planning en structuur. Verliezen kunnen, zoals tot nu toe, ook in toekomstig jaren slechts beperkt met winsten worden verrekend. Ondernemingen dienen zich bewust te zijn van de reikwijdte van deze beslissing, aangezien de blijvende wettelijke bepalingen met name in jaren van uitzonderlijke winstschommelingen aanzienlijke financiële gevolgen kunnen hebben.
Voor kapitaalgeoriënteerde vennootschappen blijft het gebruik van verliezen een belangrijk thema, bijvoorbeeld bij herstructureringen, bedrijfsoverdrachten of financieringsrondes. De correcte documentatie en het geldend maken van verliesverrekeningen, alsmede de bewaking van drempelwaarden, blijven essentieel.
Gevolgen voor toekomstige wetgeving en rechtspraak
Met dit vonnis wordt de jurisprudentie over de fiscale verliesverrekening verder versterkt. Voor de wetgever is er daarmee een legitieme basis om de bestaande fiscale beperkingen ook in de toekomst te handhaven of waar nodig aan te passen. Toch moet worden afgewacht of wetswijzigingen nodig blijken als reactie op economische ontwikkelingen of Europese regelgeving.
Aangezien de uitspraak expliciet betrekking heeft op de huidige wettelijke bepalingen, blijft er ruimte voor toekomstige uitdagingen wanneer de economische of juridische randvoorwaarden veranderen.
Conclusie
Het Bundesverfassungsgericht heeft met zijn uitspraak van 11 augustus 2025 duidelijk gemaakt dat de minimumwinstbelasting in overeenstemming is met de Grondwet. Bedrijven en aandeelhouders moeten bij hun planning rekening blijven houden met de bestaande beperkingen bij het gebruik van verliesverrekeningen. Al met al bevestigt het oordeel het belang van stabiliteit en voorspelbaarheid in het belastingrecht.
Voor bedrijven, investeerders of particulieren die nadere juridische vragen hebben over de gevolgen of toepassingsmogelijkheden van de minimumwinstbelasting of ondersteuning zoeken in deze context, staan de Rechtsanwälte van MTR Legal Rechtsanwälte als nationaal en internationaal opererend advocatenkantoor altijd klaar voor persoonlijk contact.