Juridisch kader van de onderhoudsbijslag
De onderhoudsbijslag dient ter waarborging van het minimale onderhoud voor kinderen die bij slechts één ouder wonen en van de andere ouder geen of slechts onregelmatig onderhoud ontvangen. Rechtsgrondslag is de Wet op de onderhoudsbijslag (UhVorschG). Een aanspraak bestaat indien het kind bij een alleenstaande ouder binnen het land woont en van de andere ouder geen passende financiële ondersteuning ontvangt.
Betekenis van de term ‘alleenstaand’ in de context van de UhVorschG
In de zin van de Wet op de onderhoudsbijslag wordt de term ‘alleenstaand’ strikt zo uitgelegd, dat er sprake moet zijn van een daadwerkelijke scheiding in de vorm van een duurzame opheffing van de gezamenlijke huishouding tussen de ouders. Een louter ruimtelijke scheiding – bijvoorbeeld als gevolg van een langdurig verblijf van een ouder in het buitenland – is onvoldoende, zolang het gezamenlijk ouderlijk gezag en de gezamenlijke financiële verantwoordelijkheid in principe voortbestaan en uit de totale omstandigheden geen duurzame scheiding kan worden afgeleid.
Jurisprudentie: actuele zaak van het OVG Lüneburg
Feitenrelaas
In het ter beoordeling staande geval van het Nedersaksische Oberverwaltungsgericht (beslissing van 15 februari 2023, Zaaknr.: 14 PA 359/22) was tussen de echtgenoten slechts sprake van een ruimtelijke scheiding als gevolg van een kennelijk beroepsmatige verblijf van een ouder in het buitenland. De verzoekster vroeg om onderhoudsbijslag voor haar in Nederland verblijvend kind, onder verwijzing naar de afwezigheid van de tweede ouder.
Centrale aanleiding van de rechterlijke beslissing
De rechter hield zich bezig met de vraag in hoeverre een tijdelijke fysieke afstand – bijvoorbeeld bij beroeps- of studiegerelateerd verblijf in het buitenland – voldoet aan de eisen voor een alleenstaande positie in de zin van de UhVorschG. Vooral de beoordeling van het voortbestaan van de gezamenlijke huishouding ondanks verschillende hoofdverblijfplaatsen speelde een doorslaggevende rol.
Motivering van het oordeel van de rechter
Het OVG Lüneburg bevestigde de afwijzing van het verzoek door de administratie. Het belangrijkste criterium was dat er noch een scheiding, noch een duidelijke taakverdeling bestond in de zin van een duurzame opheffing van de leefgemeenschap. De rechters stelden dat een recht op onderhoudsbijslag vereist dat het kind daadwerkelijk alleen bij één ouder in Nederland woont en dat de andere ouder feitelijk niet bijdraagt aan de gezamenlijke huishouding en opvoeding. Indien het huwelijk in principe blijft bestaan en de gezamenlijke huishouding enkel tijdelijk wordt onderbroken, bijvoorbeeld in verband met werk in het buitenland, ontbreekt het aan de vereiste voorwaarden voor de uitkering van de onderhoudsbijslag.
Gevolgen voor de aanspraak bij internationale leefvormen
Verhoogde eisen bij tijdelijke scheiding
In de context van transnationale familieverhoudingen moet worden opgemerkt dat alleen de geografische afstand tussen de ouders niet automatisch tot een recht op uitkering leidt. Doorslaggevend blijft een daadwerkelijke en op continuïteit gerichte scheidingssituatie met zelfstandige huishoudelijke en opvoedkundige verantwoordelijkheid van één ouder in Nederland. De motivatie en duur van de ruimtelijke scheiding, bijvoorbeeld door werk in het buitenland, hebben invloed op de juridische beoordeling.
Grensgevallen en bewijseisen
Hoewel er hoge eisen worden gesteld aan het vaststellen of er sprake is van een scheiding in de zin van de Wet op de onderhoudsbijslag, dient in elk geval een uitgebreide individuele beoordeling plaats te vinden. In de praktijk zijn bijvoorbeeld gezamenlijke terugkeerplannen, voortbestaande economische gemeenschappen of regelmatige familiecontacten aanwijzingen tegen een duurzame scheiding.
Vooruitblik en betekenis voor betrokkenen
De recente uitspraak van het OVG Lüneburg onderstreept de restrictieve interpretatie van het begrip ‘alleenstaand’ bij aanvragen voor onderhoudsbijslag in gevallen waarbij echtgenoten tijdelijk in het buitenland verblijven om beroepsredenen. Dit kan vooral voor grensoverschrijdende gezinnen onzekerheden met betrekking tot het recht op uitkering tot gevolg hebben.
Juridische beoordelingen van het recht op aanspraak in de context van mobiele leefmodellen en internationale huishoudens vereisen altijd een nauwkeurige analyse en documentatie van de concrete leefsituatie. Vooral voor betrokkenen met grensoverschrijdende levenslopen kunnen verschillen in nationaal en internationaal recht van groot belang zijn.
Mocht u in een specifiek geval vragen hebben over de aanspraak, met name over de voorwaarden van de onderhoudsbijslag of over verwante onderwerpen binnen het familierecht, dan biedt het team van MTR Legal landelijk en internationaal juridische ondersteuning bij het oplossen van complexe situaties.