Vonnis over provisieverminderingen bij Allianz verzekeringsagenten

News  >  Handelsrecht  >  Vonnis over provisieverminderingen bij Allianz verzekerings...

Arbeitsrecht-Anwalt-Rechtsanwalt-Kanzlei-MTR Legal Rechtsanwälte
Steuerrecht-Anwalt-Rechtsanwalt-Kanzlei-MTR Legal Rechtsanwälte
Home-Anwalt-Rechtsanwalt-Kanzlei-MTR Legal Rechtsanwälte
Arbeitsrecht-Anwalt-Rechtsanwalt-Kanzlei-MTR Legal Rechtsanwälte

Ongeldigheid van eenzijdige provisieverlagingen bij verzekeringsagenten: Principiële uitspraak van het OLG München

In het kader van de voortdurende ontwikkeling van het handelsagentuurrecht werd in een veelbesproken uitspraak van het Oberlandesgericht (OLG) München (zaaknr.: 7 U 3993/07, uitspraak van 31 januari 2008) duidelijk gemaakt dat dergelijke clausules, die eenzijdige provisieverlagingen ten nadele van verzekeringsagenten toestaan, geen stand houden bij een grondige rechterlijke toetsing. De uitspraak heeft, naast het specifieke geval, landelijk betekenis voor de contractpraktijk in de betrekkingen tussen ondernemingen en hun handelsagenten, in het bijzonder in de verzekeringssector.

Uitgangssituatie en contractuele achtergrond

In de voorliggende zaak ging het geschil over een verzekeringsvertegenwoordigster die als handelsagent op provisiebasis voor een verzekeringsmaatschappij werkzaam was. Het agentuurovereenkomst bevatte een clausule die de verzekeraar ruime bevoegdheden gaf om de overeengekomen provisietarieven voor toekomstige transacties eenzijdig te verlagen. Dergelijke contractuele bepalingen komen in de verzekeringsbranche nog steeds veel voor, omdat bedrijven daarmee hopen hun kostenstructuren flexibeler te maken.

Daartegenover staat echter dat het risico bestaat dat op provisie werkende agenten door latere eenzijdige wijzigingen beperkt worden in hun economische speelruimte, zonder een daadwerkelijk recht om mee te beslissen. Het OLG München nam deze praktijk als aanleiding om een grondige toetsing aan de relevante wettelijke bepalingen uit te voeren.

Systematische toetsing volgens §§ 307 e.v. BGB

In het bijzonder lag de focus op de toetsing van de clausule op grond van § 307 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (BGB), die als uitwerking van het AGB-recht een brede bescherming biedt tegen verrassende, ondoorzichtige of onredelijk nadelige contractbepalingen. Handelsagentuurovereenkomsten vallen, afhankelijk van de contractuele invulling en de positie van de agent, eveneens onder de wettelijke regels voor algemene voorwaarden (AGB).

De rechtbank onderzocht of de mogelijkheid van eenzijdige provisieverlagingen verenigbaar is met het beginsel van redelijkheid en billijkheid en het uitgangspunt van het Handelsvertretergesetz (§§ 84 e.v. HGB). Volgens het OLG vormt een bepaling die de ondernemer een onbeperkt recht geeft om de hoogte van de provisie te bepalen, een onredelijk nadeel voor de handelsagent. Doorslaggevend hierbij is dat dergelijke clausules de wettelijk voorgeschreven risicoverdeling ondermijnen en de agent de essentiële basis voor zijn ondernemingsbeslissingen ontnemen.

Voorwaarden voor de geldigheid van provisiewijzigingen

De rechtbank wees erop dat contractpartijen door aanvullende wettelijke bepalingen, met name het handelsagentuurrecht, weliswaar enigszins flexibel zijn om onder bepaalde voorwaarden wijzigingen van de provisieafspraak door te voeren. Vereist blijft echter dat de agent een daadwerkelijk medezeggenschaps- of ten minste een recht van bezwaar wordt toegekend om zijn economische belangen te beschermen.

Eenzijdige contractwijzigingen die zonder instemming van de agent plaatsvinden – met name zonder gegronde zakelijke reden of bij een structurele verslechtering van de inkomenssituatie van de agent – zijn volgens de rechtbank in strijd met het transparantiebeginsel en het beginsel van contractuele billijkheid.

Gevolgen voor de verzekeringspraktijk en betekenis voor ondernemingen

De uitspraak van het OLG München heeft verstrekkende gevolgen voor de gehele verzekerings- en handelsagentensector. Niet alleen bij het opstellen van nieuwe contracten, maar ook voor reeds bestaande contractverhoudingen bestaat er noodzaak tot aanpassing, indien daarin soortgelijke clausules zijn opgenomen. Een latere verlaging van de provisie zonder inbreng van de agent brengt vanaf nu aanzienlijke juridische risico’s met zich, omdat in geval van een geschil een ongeldigverklaring van deze bepaling dreigt.

Hiermee wordt tevens geconcludeerd dat ondernemers zich niet via algemene voorwaarden aan de wettelijke minimumnormen mogen onttrekken. Integendeel, het provisiestelsel moet de belangen van beide partijen passend in acht nemen.

Procesrechtelijk aandachtspunt

De uitspraak van het OLG München is een belangrijke bijdrage aan de rechtszekerheid op het gebied van het handelsagentuurrecht. Of en in hoeverre deze beginselen toepasbaar zijn op andere sectoren of contractuele constellaties, moet per geval worden beoordeeld. De ongeldigheid van afzonderlijke clausules leidt niet automatisch tot gehele nietigheid van het contract, maar laat de overige contractbepalingen in principe onverlet (§ 306 BGB).


Bij juridische onzekerheden over provisieregelingen en contractvormgeving binnen het handelsagentuurrecht staat het team van MTR Legal Rechtsanwalt graag voor u klaar en ondersteunt u bij het belichten van individuele vraagstukken in de context van actuele ontwikkelingen en rechterlijke uitspraken.

Heeft u een juridisch probleem?

Reserveer uw consult – kies uw gewenste datum online of bel ons.
Landelijk telefoonnummer
Nu bereikbaar

Boek nu een terugbelverzoek

of schrijf ons!