Beloningssystemen van online apotheken in Europese context – Nieuwe duidelijkheid door het Bundesgerichtshof
Op 18 juli 2025 heeft het Bundesgerichtshof (BGH, zaaknr. I ZR 74/24) een baanbrekende beslissing genomen op het spanningsveld tussen het Duitse geneesmiddelenprijsrecht en de interne marktprincipes van de Europese Unie. Centraal stond de vraag of een in het buitenland gevestigde online apotheek bij de verkoop van receptplichtige medicijnen aan Duitse eindklanten tegoedbonnen of andere economische voordelen mag verstrekken. Door dit arrest krijgt de huidige rechtspositie meer contour, vooral ten aanzien van de verschillende juridische kaders voor binnenlandse en buitenlandse aanbieders.
Feitencomplex en procesverloop
Een Nederlandse online apotheek heeft herhaaldelijk aan klanten in Duitsland bij aankoop van receptplichtige medicijnen bijgevoegd in de vorm van tegoedbonnen. Duitse concurrenten zagen hierin een schending van het bindende prijsvoorschrift van het geneesmiddelenrecht (§ 78 Arzneimittelgesetz in verbinding met de Arzneimittelpreisverordnung), die een uniforme prijsstelling voor receptplichtige geneesmiddelen vereist. De vordering tot onthouding tegen de Nederlandse apotheek baseerde zich op de nationale prijsvoorschriften; het hof van beroep had de vorderingen bevestigd.
In de revisieprocedure vernietigde het BGH dit vonnis en verwees naar de unierechtelijke dimensie van het geschil. De rechter verduidelijkte dat op apotheken die buiten Duitsland gevestigd zijn en via postorder aan Duitse consumenten leveren, de Duitse prijsregulering niet zonder meer van toepassing is.
Uniewetgeving en nationale bijzonderheden
Geneesmiddelenprijsbinding in Duitsland
In principe eist het Duitse geneesmiddelenrecht in § 78 lid 1 zin 1 AMG in samenhang met de Arzneimittelpreisverordnung dat receptplichtige medicijnen alleen tegen vaste prijzen mogen worden verkocht. Apotheken in eigen land zijn dus strikt aan de wettelijk vastgestelde prijzen gebonden – kortingen en bonussen zijn uitgesloten. Met deze regeling wil men vooral de landelijke geneesmiddelenvoorziening waarborgen en een verwoestende prijzenslag voorkomen.
Betekenis van de EU-grondvrijheden
Het geharmoniseerde interne marktregime van de Europese Unie – met name het vrije verkeer van goederen, art. 34 e.v. VWEU – beperkt echter de reikwijdte van nationale prijsvoorschriften bij grensoverschrijdende situaties. Al in 2016 heeft het Europees Hof van Justitie (HvJ-EU, arrest van 19.10.2016, zaak C-148/15 – ‘DocMorris’) geoordeeld dat nationale regels over prijsbinding niet op online apotheken uit andere EU-lidstaten van toepassing mogen zijn. In dergelijke gevallen gaat het Europees recht wegens zijn voorrang boven het nationale recht.
Het BGH volgt deze lijn: de betwiste beloningen van de Nederlandse online apotheek zijn volgens het geldende Unierecht toegestaan. Het uitbreiden van de Duitse prijsbinding naar buitenlandse apotheken vormt een ontoelaatbare beperking van het vrije verkeer van goederen en is in strijd met het discriminatieverbod binnen de interne markt.
Gevolgen voor de apothekenmarkt en consumentenbescherming
Concurrentie tussen binnen- en buitenland
Door deze uitspraak ontstaat er een door het recht geïnduceerd concurrentieverschil tussen Duitse fysieke apotheken en online apotheken in andere EU-landen. Terwijl Duitse apotheken nog steeds aan het strikte prijsbindingstelsel gebonden zijn, kunnen buitenlandse online apotheken stimulansen zoals tegoedbonnen aanbieden. Dit kan de concurrentiepositie van Duitse apotheken in de grensoverschrijdende geneesmiddelenhandel merkbaar verzwakken.
Gevolgen voor consumenten
Voor consumenten houdt deze heldere uitspraak van de hoogste rechter in dat zij bij de aanschaf van receptplichtige geneesmiddelen uit buitenlandse online apotheken in de EU extra voordelen, zoals premies of kortingen, kunnen verwachten – een mogelijkheid die bij aankoop via een binnenlandse apotheek uitgesloten is. Toch blijven gereglementeerde eisen – bijvoorbeeld op het gebied van geneesmiddelenveiligheid en verzendvoorwaarden – onverkort gelden.
Politieke en juridische discussies
De uitspraak van het BGH is gebaseerd op het geldende recht en bestaande richtlijnen van de Europese rechtspraak. Toch moet er rekening mee worden gehouden dat de wetgever zou kunnen proberen de juridische kaders verder te ontwikkelen door nieuwe voorschriften of bilaterale akkoorden. De discussie over het gelijkheidsbeginsel, concurrentiegelijkheid en de bescherming van de volksgezondheid blijft daarmee zowel politiek als juridisch van groot belang.
Inbedding en vooruitblik
Het arrest onderstreept de complexiteit en dynamiek binnen het Europese apothekenrecht. Ondernemingen, investeerders en particulieren die grensoverschrijdend actief zijn of willen investeren in de geneesmiddelenhandel, worden geconfronteerd met een spanningsveld tussen nationale regulering en Europese marktprincipes. Grondige toetsing en voortdurende monitoring van de veranderende rechtspositie zijn onmisbaar om risico’s te vermijden en kansen tijdig te herkennen.
De beslissing van het BGH maakt duidelijk hoe dringend het is om juridische ontwikkelingen op het snijvlak van nationaal geneesmiddelenmarktregels en de Europese interne markt in de gaten te houden. Bij verdere vragen over het juridische kader voor de grensoverschrijdende distributie van geneesmiddelen of de implicaties van dit uitspraak, staan de advocaten van MTR Legal u graag ter beschikking.