Verwerkingsvergoeding bij zakelijke leningen

News  >  Bankrecht  >  Verwerkingsvergoeding bij zakelijke leningen

Arbeitsrecht-Anwalt-Rechtsanwalt-Kanzlei-MTR Legal Rechtsanwälte
Steuerrecht-Anwalt-Rechtsanwalt-Kanzlei-MTR Legal Rechtsanwälte
Home-Anwalt-Rechtsanwalt-Kanzlei-MTR Legal Rechtsanwälte
Arbeitsrecht-Anwalt-Rechtsanwalt-Kanzlei-MTR Legal Rechtsanwälte

Bank moet verwerkingskosten terugbetalen na uitspraak van het KG Berlijn

Voor het afsluiten van een lening betaalde een vastgoedmaatschappij ongeveer 39.000 euro aan verwerkingskosten aan de bank. Na een beslissing van het Kammergericht Berlijn van 30 oktober 2023 moet de bank de verwerkingskosten terugbetalen, aangezien het betalen van deze kosten niet rechtsgeldig is overeengekomen (zaaknummer 8 U 212/21).

Volgens de hoogste jurisprudentie van het Bundesgerichtshof van 4 juli 2017 zijn bepalingen in de Algemene Voorwaarden (AV) betreffende verwerkingskosten voor ondernemersleningen ongeldig. Volgens de rechtspraak van het BGH kan de redelijkheid van dergelijke clausules ook niet worden gerechtvaardigd met bijzonderheden van het commerciële handelsverkeer of een mogelijk beter begrip van een zakenman met betrekking tot de daaruit voortvloeiende totale financiële last, aldus het advocatenkantoor MTR Legal Rechtsanwälte, dat onder andere adviseert in het bankrecht.

Verwerkingskosten van 1 procent van het leningbedrag

Dit jurisprudentiepatroon werd gevolgd door het Kammergericht Berlijn met zijn uitspraak van 30.10.2023. In de zaak die eraan ten grondslag lag, had een vastgoedmaatschappij een lening afgesloten bij de gedaagde bank. Hierbij hadden beide partijen de betaling van een verwerkingsvergoeding van 1 procent van de lening overeengekomen – ongeveer 39.000 euro. De lenende partij betaalde aanvankelijk de verwerkingskosten, maar eiste deze later terug, omdat de overeenkomst als ongeldig werd beschouwd.

De bank had zoals verwacht een andere opvatting en weigerde de terugbetaling. Ze beriep zich erop dat de verwerkingskosten niet voorschriftelijk, maar na lange onderhandelingen individueel met de lener waren overeengekomen. De overeenkomst werd vastgelegd op een informatieblad en maakte geen deel uit van de AV. Ze voerde verder aan dat een terugbetaling volgens § 814 BGB uitgesloten was, omdat de onderhandelingspartner van het vastgoedbedrijf als volle koopman en zakenbehartiger uitgebreide kennis van de vastgoedmarkt en financieringsmogelijkheden had. Daarom mocht worden aangenomen dat hij ook op de hoogte was van de jurisprudentie van het BGH met betrekking tot verwerkingskosten bij ondernemersleningen.

KG Berlijn verwerpt hoger beroep

Met deze argumentatie overtuigde de bank niet bij de Landgericht Berlijn. De rechtbank veroordeelde de bank in eerste aanleg tot de terugbetaling van de verwerkingskosten. Ook bij het Kammergericht Berlijn bleef de bank zonder succes. Het KG wees het hoger beroep af en bevestigde het vonnis van de eerste aanleg.

Als motivatie voerde het KG Berlijn aan dat de leningsovereenkomst een ongeldige AV-clausule bevatte over een verwerkingsvergoeding van 1 procent van het leningbedrag. De clausule was weliswaar niet direct opgenomen in de AV, omdat ze daar als ongeldige clausule wellicht gemakkelijk herkenbaar zou zijn geweest. De bank kan de regel over de ongeldigheid van een verwerkingsvergoeding echter niet omzeilen door in de leningsovereenkomst slechts indirect een verwerkingsvergoeding te noemen, maar het bedrag van de vergoedingen slechts op een bijgevoegd ESIS-infoformulier te vermelden en de klant uiteindelijk te laten ondertekenen dat het contract als voorwaarde voor de uitbetaling van de lening is vrij onderhandeld, maakte het KG duidelijk. Met zijn handtekening zou de klant bevestigen dat de contractdelen, met name met betrekking tot de rente en de verwerkingsvergoeding, vrij zijn onderhandeld en als individuele afspraak onderdeel van de leningsovereenkomst werden.

Vermomde AV-afspraak

Hierdoor is er nog steeds sprake van een AV, ook als een duidelijke regeling direct in de leningsovereenkomst is vermeden. De door de bank voorgeformuleerde verklaring dat de contractonderdelen en met name de verwerkingskosten vrij onderhandelde individuele afspraken zijn, waarvan de ondertekening in het leningformulier ook als voorwaarde voor uitbetaling is opgenomen, is betekenisloos, aldus de rechtbank verder. Ze bevestigt al dat het bij de zogenaamd vrij onderhandelde individuele afspraak om een AV gaat. Er is alleen sprake van vrij onderhandelen als de bank een serieuze bereidheid toont om te onderhandelen over de betwiste clausule. Dit is echter niet herkenbaar. De clausule is daarom ongeldig.

Het terugvorderen van de verwerkingskosten is ook niet uitgesloten volgens § 814 BGB. Het is niet voldoende dat de lener op de hoogte is van de jurisprudentie van het BGH betreffende verwerkingskosten. Hij moet hieruit ook de juiste juridische conclusie hebben getrokken dat er geen juridische verplichting bestond. Door de contractslag van de bank, met name over de vereiste ondertekening van de bevestiging van een individuele afspraak, is het bestaan van een AV vermomd, zodat zelfs een ervaren zakenman kon geloven dat hij verplicht was de verwerkingskosten te betalen. De bank moet de verwerkingskosten daarom terugbetalen, besloot het KG Berlijn.

MTR Legal Rechtsanwälte adviseert op het gebied van bankrecht en bij vragen over bedrijfsfinanciering.

Neem gerust contact met ons op!

Heeft u een juridisch probleem?

Plan uw consultatie – Kies uw gewenste tijd online of bel ons.
Landelijke Hotline
Nu bereikbaar

Nu terugbellen boeken

of schrijf ons!