Uitzendarbeid – BAG over de overschrijding van de maximale uitleenperiode

Rechtsanwalt  >  Arbeitsrecht  >  Uitzendarbeid – BAG over de overschrijding van de maximale uitleenperiode

Arbeitsrecht-Anwalt-Rechtsanwalt-Kanzlei-MTR Legal Rechtsanwälte
Steuerrecht-Anwalt-Rechtsanwalt-Kanzlei-MTR Legal Rechtsanwälte
Home-Anwalt-Rechtsanwalt-Kanzlei-MTR Legal Rechtsanwälte
Arbeitsrecht-Anwalt-Rechtsanwalt-Kanzlei-MTR Legal Rechtsanwälte

Uitzendkrachten kunnen bij overeenkomstige regelingen in de cao ook langer dan 18 maanden worden tewerkgesteld. Dat heeft het Bundesarbeitsgericht op 14 september 2022 besloten (Az.: 4 AZR 83/21).

De wettelijke maximale termijn voor de uitlening van uitzendkrachten bedraagt 18 maanden. Deze maximale termijn kan echter worden overschreden volgens de huidige beslissing van het Bundesarbeitsgericht, als in de cao van de inlenende sector een andere dan de wettelijke maximale uitleningstermijn is overeengekomen, legt de zakelijke advocatenkantoor MTR Rechtsanwälte uit. Deze cao-vereiste maximale duur is dan zowel voor de uitgeleende uitzendkracht als voor zijn werkgever, de uitlener, van belang, verduidelijkte het BAG.

In het onderliggende geval had een werknemer een klacht ingediend omdat hij bijna 24 maanden als uitzendkracht bij een bedrijf werkzaam was. Met de klacht wilde hij bereiken dat door de overschrijding van de wettelijke maximale uitleentermijn van 18 maanden een arbeidsverhouding tussen hem en het bedrijf was ontstaan.

Het aangeklaagde bedrijf is lid van de Vereniging van de Metaal- en Elektro-industrie Baden-Württemberg e.V. (Südwestmetall). In het bedrijf gold daarom de „Cao Uitzend-/Tijdelijke Arbeid“ die tussen Südwestmetall en IG Metall was gesloten. Daarbij hebben de belangenorganisaties onder andere vastgelegd dat de maximale termijn voor het uitlenen van werknemers 48 maanden bedraagt.

De eiser was van mening dat deze cao niet van toepassing was omdat hij geen lid van de vakbond is. In de eerdere instanties had hij geen succes met zijn klacht en ook het beroep voor het BAG mislukte. De vierde kamer van het BAG maakte duidelijk dat Südwestmetall en IG Metall een afwijkende regeling van de wettelijke maximale uitleentermijn mochten vaststellen. Deze regeling geldt dan expliciet niet alleen voor de cao-partijen, maar ook voor het uitlenende bedrijf en de uitzendkracht, ongeacht hun cao-gebondenheid. Een cao-bepaalde maximale uitleentermijn van 48 maanden blijft binnen de regelgevende bevoegdheid, besliste het BAG.

In een soortgelijke procedure, waarin het Landesarbeitsgericht de klacht nog had toegewezen, heeft het BAG de klacht eveneens afgewezen (Az.: 4 AZR 26/21).

In arbeidsrecht ervaren advocaten kunnen adviseren.

Heeft u een juridisch probleem?

Plan uw consultatie – Kies uw gewenste tijd online of bel ons.
Landelijke Hotline
Nu bereikbaar

Nu terugbellen boeken

of schrijf ons!