Hoge Raad over interpretatie van zondagopenstelling: tuincentrum mag assortiment uitbreiden voor zondagverkoop
Op 6 december 2024 heeft de Hoge Raad (BGH) een uitspraak gedaan die van groot belang is voor exploitanten van tuincentra. De rechtbank hield zich bezig met de vraag in hoeverre en onder welke voorwaarden tuincentra op zondagen naast levende planten ook andere goederen, zoals decoratieartikelen en kerstboomversiering, mogen verkopen. Dit arrest is niet alleen richtinggevend voor de fysieke detailhandel in de aanloop naar Kerstmis, maar raakt ook aan kernaspecten van het sluitingsrecht en de indeling van productcategorieën in het Duitse handelsrecht.
Achtergrond van de procedure
De aanleiding van het geschil was een meningsverschil tussen een exploitant van een tuincentrum en een branchevereniging. Centraal stond de interpretatie van de voorschriften volgens § 5 lid 1 nr. 2 van de Wet betreffende de winkelsluiting (Ladenschlussgesetz – LadSchlG). Volgens deze bepaling mogen bedrijven die gespecialiseerd zijn in de verkoop van bepaalde productgroepen zoals planten en tuinbenodigdheden onder bepaalde voorwaarden ook op zon- en feestdagen voor klanten geopend zijn.
Twistpunt was met name of de vergunning voor zondagopenstelling van tuincentra uitsluitend geldt voor levende planten en typische tuinproducten of dat daaronder ook klassieke decoratieartikelen en seizoensgebonden goederen zoals kerstboomversiering vallen.
Juridisch kader: afbakening van productgroepen
Wettelijke basis en interpretatieruimtes
De relevante bepalingen van de Winkelsluitingswet zijn altijd onderwerp geweest van uitgebreide discussies. Terwijl de wetgever om redenen van werknemersbescherming en zondagsrust regels stelt, vormen de assortimenten van bepaalde branches daarop uitzonderingen. Voor tuincentra betekent dit dat zij op zon- en feestdagen niet hun volledige assortiment, maar slechts een wettelijk beperkt assortiment mogen aanbieden.
De exacte definitie van de productgroep is echter een voortdurend twistpunt. De voor het mededingingsrecht relevante vraag was of decoratieartikelen en kerstboomversiering tot het typische tuinassortiment behoren. De BGH heeft nu voor duidelijkheid gezorgd door te verwijzen naar het nauwe inhoudelijke verband tussen deze producten en het aanbod van het tuincentrum.
Bewegredenen van de BGH
De Hoge Raad erkende dat decoratieartikelen en kerstboomversiering, met name in de periode voor Kerstmis, door de gemiddelde consument als integraal onderdeel van het tuinassortiment kunnen worden gezien. Juist seizoensartikelen zoals adventskransen en kerstboomversiering zijn vanuit het perspectief van de klant onlosmakelijk verbonden met de aankoop van planten en seizoensdecoraties. De rechtbank benadrukte bovendien dat de beperkte opening op zon- en feestdagen niet bedoeld is voor de brede verkoop van allerlei soorten goederen, maar juist voor het accentueren van het branchegerichte kernassortiment. De toewijzing vindt daarbij plaats op basis van de verwachtingen van de consument en de feitelijke gang van zaken in de handel.
Gevolgen voor exploitanten en detailhandel
Versterking van rechtszekerheid
Voor exploitanten van tuincentra zorgt dit arrest voor een belangrijke verduidelijking: Het assortiment kan, met name in piekperiodes zoals de adventstijd, in gepaste mate worden uitgebreid met producten die in het algemeen spraakgebruik als onderdeel van het typische aanbod worden beschouwd. Doorslaggevend blijft echter dat de kernactiviteit van het bedrijf behouden blijft en er geen uitbreiding naar niet-branchegerelateerde productgroepen plaatsvindt.
Grenzen aan de assortimentsuitbreiding
Toch trekt de rechtbank duidelijke grenzen door nog steeds een uitbreiding naar productgroepen die niet meer tot de branche behoren uit te sluiten. Dat betekent dat het aanbieden van artikelen zonder duidelijk verband met tuin- of decoratiebenodigdheden ook in de toekomst niet toegestaan is.
Met name gezien de vloeiende overgang tussen verschillende productgroepen en seizoensuitbreidingen van het assortiment, is het voor handelsbedrijven aan te raden om hun assortiment regelmatig te toetsen op overeenstemming met de wettelijke voorschriften.
Belang voor het mededingingsrecht en de praktijk
De uitspraak van de BGH markeert een keerpunt in de mededingingsrechtelijke beoordeling van zondagopenstellingen in de detailhandel met tuinassortimenten. Brancheverenigingen en concurrenten die een ongeoorloofde assortimentsuitbreiding vermoeden, kunnen zich in toekomstige procedures op de nu uiteengezette normen baseren. Ook onderstreept het vonnis het belang van een nauwkeurige samenstelling van het assortiment om waarschuwingen en gerechtelijke geschillen te vermijden.
Classificatie en vooruitblik
De nu uitgesproken hoogste rechterlijke uitspraak zorgt voor duidelijkheid en uniforme toepassing van de Winkelsluitingswet op het gebied van tuincentra. Enerzijds creëert zij speelruimte voor de handel om in te spelen op seizoensgebonden klantbehoeften, anderzijds blijft de beschermende werking van de wettelijke beperkingen gehandhaafd.
Als er vragen zijn over de toelaatbaarheid van bepaalde productgroepen in het kader van zondagopenstellingen of verdere kwesties met betrekking tot het mededingings- en handelsrecht, staan de Rechtsanwälte bij MTR Legal ter beschikking voor juridische classificatie en toetsing van specifieke situaties.