Terugvordering van verrekende bronbelasting in de Cum/Ex-kwestie – actuele uitspraak van het Finanzgericht Hamburg
Het Finanzgericht Hamburg (zaaknr. 6 K 228/20) heeft op 2 februari 2024 duidelijk gemaakt dat terugvorderingen van verrekende bronbelasting in verband met zogenoemde Cum/Ex-constructies juridisch toelaatbaar zijn. De uitspraak is van groot praktisch belang voor belastingplichtigen die bij Cum/Ex-transacties betrokken waren en levert een bijdrage aan de verdere ontwikkeling van de rechtspraak op het gebied van de bronbelasting en de verrekening daarvan. De onderstaande analyse licht de belangrijkste aspecten van de uitspraak toe, verdiept de juridische achtergronden en belicht de gevolgen voor betrokken marktdeelnemers.
Achtergrond van Cum/Ex-constructies
Werking en doelstelling
Cum/Ex-transacties waren gericht op een meervoudig recht op verrekening en teruggave met betrekking tot één en dezelfde bronbelasting, waarbij door de snelle handel in aandelen rond de dividenddatum de indruk ontstond dat meerdere personen recht hadden op dezelfde belasting. Hierdoor werd feitelijk een slechts één keer afgedragen belasting meerdere keren verrekend of teruggegeven, zodat belasting werd vergoed of verrekend terwijl er in werkelijkheid geen overeenkomstige belasting was betaald.
Wettelijke en fiscale randvoorwaarden
De wettelijke bepalingen inzake bronbelasting voorzien voor bepaalde dividenduitkeringen in een afzugs- en verrekeningsmogelijkheid van de belasting (§§ 43 e.v. EStG). De ambivalente eigendomsverhoudingen rond de dividenddatum vormden de basis voor precies deze cumulatief- en ex-dividendtransacties. Verbeterde wettelijke verduidelijkingen en aanpassingen door de wetgever vanaf 2012 waren bedoeld om de vastgestelde structuur te onderbinden. De strafrechtelijke afwikkeling en de fiscale terugvordering van ten onrechte uitgekeerde bedragen houden de rechterlijke macht tot op heden bezig.
Uitspraak van het Finanzgericht Hamburg
Feiten en rechtsprobleem
In de huidige zaak had een eiser in het kader van Cum/Ex-transacties voor het jaar 2011 een verrekening van bronbelasting ontvangen, welke later door de belastingdienst middels een terugvorderingsbeschikking werd teruggevorderd. De eiser voerde aan dat de verrekening formeel correct was verlopen en nu niet met terugwerkende kracht kon worden ingetrokken. De belastingdienst vond echter dat een dubbele of ongerechtvaardigde verrekening moest worden teruggedraaid.
Beoordeling door de rechter
Het Finanzgericht Hamburg stelde vast dat een terugvordering van ten onrechte verrekende bronbelasting is toegestaan. Essentieel is of de belasting daadwerkelijk voor de betreffende dividenduitkering is afgedragen en of er een materieel-rechtelijk aanspraak van de rechthebbende op verrekening bestond. Bij Cum/Ex-transacties ontstaat door de opzet doorgaans geen eigen recht op verrekening zodra de belasting niet is afgedragen of reeds bij een andere belastingplichtige is verrekend.
De rechtbank benadrukte hierbij de uitgangspunten van het belastingrecht, in het bijzonder het verbod op meervoudige terugbetaling van niet-betaalde belastingen en de noodzaak tot terugdraaien van onterechte verrekeningen in het belang van een gelijke belastingheffing en de integriteit van het belastingsysteem.
Vervolgprocedure
De uitspraak is nog niet onherroepelijk. Een hoger beroep bij het Bundesfinanzhof is aanhangig. Het is afwachten hoe de hoogste rechter in de toekomst de terugvorderingsbevoegdheden verder zal uitwerken en in hoeverre de gehanteerde normen ook op vergelijkbare gevallen van toepassing zullen zijn.
Betekenis en praktische gevolgen
Signaalwerking voor lopende en toekomstige procedures
De uitspraak heeft een signaalwerking voor tal van lopende procedures in verband met Cum/Ex-casuïstiek. Door de rechtspraak zijn belastingdiensten gesterkt om onrechtmatige verrekeningen van belasting consequent terug te vorderen, voor zover de daadwerkelijke heffing van bronbelasting niet aantoonbaar of substantieloos is.
Gevolgen voor marktdeelnemers en investeerders
Betrokken ondernemingen, banken en investeerders worden geconfronteerd met een verdere intensivering van de fiscale terugvorderingsinspanningen. Dit kan leiden tot aanzienlijke belastingrisico’s, boekhoudkundige onzekerheden en behoefte aan extra advies. Tegelijkertijd zorgt de rechterlijke verduidelijking voor meer rechtszekerheid voor alle betrokkenen.
Internationale aspecten en EU-recht
De problematiek rondom Cum/Ex-transacties is niet enkel nationaal, maar ook grensoverschrijdend relevant. In veel EU-lidstaten worden vergelijkbare transactievormen onderzocht en fiscaal afgehandeld. In internationaal verband kunnen door verschillende heffings- en terugvorderingsmechanismen complexe meervoudige heffingen of terugvorderingen ontstaan.
Vooruitblik
Het onderwerp blijft zowel fiscaal als aansprakelijkheidsrechtelijk in beweging. De voortschrijdende rechtspraak concretiseert de omgang met fiscale terugvorderingsclaims en zal naar verwachting verdere verduidelijkingen brengen over de voorwaarden, rechtsgevolgen en verjaring van de verrekening van bronbelasting bij Cum/Ex-constructies.
Let op lopende procedures en het vermoeden van onschuld
Er wordt op gewezen dat de strafrechtelijke en fiscale verwerking van veel Cum/Ex-zaken nog voortduurt. In alle lopende zaken geldt het vermoeden van onschuld. De hier gepresenteerde informatie is gebaseerd op de huidige nationale rechtspraak, rekening houdend met de uitspraak van het Finanzgericht Hamburg (zaaknr. 6 K 228/20).
Contactpersoon voor verdere vragen
Voor ondernemingen, investeringsvehikels en particulieren die te maken hebben met terugvorderingen in verband met de verrekening van bronbelasting of zich willen laten informeren over grensoverschrijdende dividendstructuren, kan het nuttig zijn om uitgebreide juridische advisering te verkrijgen. De Rechtsanwalt van MTR Legal staan graag ter beschikking voor verdere informatie en om concrete vraagstukken te bespreken.