Reclame met kortingen en doorgestreepte prijzen schendt volgens een uitspraak van de rechtbank van München van 10.10.2022 het mededingingsrecht, wanneer er geen geschikte referentiegrootte wordt aangegeven.
Het mededingingsrecht moet eerlijke concurrentie waarborgen en onder andere misleiding van consumenten voorkomen. Aanbiedingen en kortingen zijn een populair middel om klanten voor producten te interesseren. Bij reclame met doorgestreepte prijzen moet echter een geschikte referentiegrootte worden aangegeven, zodat het niet in strijd is met de wet tegen oneerlijke concurrentie (UWG), legt het advocatenkantoor MTR Legal Rechtsanwälte uit, dat haar cliënten ook adviseert in mededingingsrecht.
Dit blijkt ook uit een uitspraak van de rechtbank van München van 10 oktober 2022. De rechtbank beschouwde een reclame van een vergelijkings- en verkoopplatform met doorgestreepte prijzen als oneerlijk (Zaaknr. 42 O 9140/22).
Het online platform bood parfums zowel via derden aan als in directe verkoop. Daarbij prees het de parfums aan in de overzichtsgalerij en op de respectieve productpagina’s met aanbiedingen. De totale prijs werd afgezet tegen een hogere doorgestreepte prijs en bovendien werd de procentuele besparing met een rood kortingsvakje benadrukt. Het addertje onder het gras was dat de weergegeven besparing altijd betrekking had op het verschil tussen het duurste en goedkoopste aanbod op het platform – ongeacht welke handelaar het parfum aanbiedt.
De rechtbank van München ziet in deze weergave een schending van § 5 lid 1 en lid 2 nr. 2 UWG en een misleiding van de consumenten, omdat het vermeende kortingen ontbreekt aan een duidelijke referentiegrootte. Aan de consument wordt zo overgebracht dat het om een bijzonder voordelig aanbod gaat. Echter vormt de weergegeven vergelijking tussen het duurste en goedkoopste aanbod geen referentiegrootte. Er is hier sprake van een hoog misleidingspotentieel, aldus de rechtbank.
Verder voerde het aan dat de gebruikte doorgestreepte prijzen bij directe verkoop in strijd zijn met de prijsaanduidingsverordening. Want in tegenstelling tot de richtlijnen baseert de prijsverlaging zich niet op de laagste totale prijs die het platform zelf in de laatste 30 dagen voor de verlaging heeft gebruikt, maar op de duurste verkoopprijs op het platform. Dit is oneerlijk en kan nadelig zijn voor consumenten en concurrenten, aldus de rechtbank van München.
Advocaten ervaren in mededingingsrecht adviseren bij MTR Legal Rechtsanwälte.