Scheidingsjaar van echtgenoten in gemeenschappelijke woning

News  >  Familienrecht  >  Scheidingsjaar van echtgenoten in gemeenschappelijke woning

Arbeitsrecht-Anwalt-Rechtsanwalt-Kanzlei-MTR Legal Rechtsanwälte
Steuerrecht-Anwalt-Rechtsanwalt-Kanzlei-MTR Legal Rechtsanwälte
Home-Anwalt-Rechtsanwalt-Kanzlei-MTR Legal Rechtsanwälte
Arbeitsrecht-Anwalt-Rechtsanwalt-Kanzlei-MTR Legal Rechtsanwälte

Gerechtshof Frankfurt: Scheiding vereist geen verhuizing uit echtelijke woning

Voor de scheiding van een huwelijk is het scheidingsjaar vereist. Gedurende het scheidingsjaar vormen de echtgenoten geen huishouden meer. Dit betekent echter niet automatisch dat een van de partners uit de gezamenlijke echtelijke woning moet verhuizen. Het Gerechtshof Frankfurt bevestigde met een besluit van 28 maart 2024 dat echtparen ook in een gezamenlijke woning gescheiden kunnen leven (Az.: 1 UF 160/23).

Behalve in uitzonderlijke gevallen is een scheiding pas mogelijk nadat het scheidingsjaar is afgerond. Tijdens het scheidingsjaar mogen de echtgenoten geen gemeenschap meer vormen. Ze moeten gescheiden leven van tafel en bed. Toch kan het mogelijk zijn dat de echtelijke woning in ieder geval tijdelijk gezamenlijk wordt gebruikt, aldus het advocatenkantoor MTR Legal, dat onder andere advies geeft in familierecht.

Ook het Gerechtshof Frankfurt heeft met zijn besluit van 28 maart 2024 duidelijk gemaakt dat het verhuizen van een partner uit de gezamenlijke echtelijke woning geen voorwaarde is voor de scheiding. Dit geldt des te meer wanneer gezamenlijke kinderen in het huishouden leven, maakte het Gerechtshof duidelijk.

Scheidingsdatum belangrijk voor berekening van de vermogensverdeling

De datum van de scheiding van het echtpaar is ook belangrijk voor de vermogensverdeling. Door het indienen van het echtscheidingsverzoek bestaan er wederzijdse informatieverplichtingen over het vermogen van de partner op het moment van scheiding. Deze informatieverplichting is bedoeld om te voorkomen dat vermogensmanipulaties plaatsvinden om de vermogensverdeling van de partner met recht op compensatie te verminderen.

In de onderliggende zaak voor het Gerechtshof Frankfurt was het echtpaar het niet eens over de scheidingsdatum. De echtgenoten waren weliswaar gescheiden en wilden scheiden, maar leefden ook na de scheiding vanwege hun drie minderjarige kinderen verder onder één dak. Om de vermogensverdeling na de scheiding te kunnen berekenen, dienden beide echtgenoten wederzijdse verzoeken in om informatie over het vermogen van de ander op het moment van scheiding. De man gaf daarbij een latere scheidingsdatum op dan de vrouw. De bevoegde rechtbank stelde de latere datum als referentiepunt voor de scheiding vast.

Geen voortzetting van de huishoudelijke gemeenschap

De vrouw ging hiertegen in beroep. Haar klacht had succes bij het Gerechtshof Frankfurt. Het Gerechtshof Frankfurt maakte duidelijk dat voor de scheidingsdatum moet worden gekeken vanaf wanneer er objectief geen huishoudelijke gemeenschap meer tussen de echtgenoten bestond en ten minste één echtgenoot geen interesse meer had in het voortbestaan van de gemeenschap. Voor de scheiding is het niet vereist dat een echtgenoot de gezamenlijke woning verlaat. Het is voldoende als de echtgenoten gescheiden in de echtelijke woning leven. Hiervoor is een maximaal mogelijke scheiding overeenkomstig de ruimtelijke situatie vereist. Een volledige scheiding is echter niet vereist, aldus het Gerechtshof.

Het echtpaar moet echter naar buiten toe duidelijk gescheiden wonen en slapen en mag geen gezamenlijk huishouden meer voeren. De resterende gemeenschappelijkheid moet in een totale beoordeling als onbelangrijk voor een echtelijk samenleven worden beschouwd. Af en toe ondersteunende diensten of handreikingen belemmeren de aanname van een scheiding niet, voegde de rechtbank eraan toe.

Vriendschappelijke omgang wijst niet op het tegendeel van een scheiding

Ook een vriendschappelijke en verstandige omgang van de echtgenoten wijst niet op het tegendeel van een scheiding. Dit geldt des te meer wanneer er nog gezamenlijke kinderen in het huishouden leven, aldus het Gerechtshof. Al in het belang van het welzijn van het kind zijn de ouders ook tijdens de scheiding verplicht om zich fatsoenlijk te gedragen. De manier waarop de ouders met elkaar omgaan is vaak ook bepalend voor hoe de kinderen de scheiding van hun ouders kunnen verwerken. Daarom staat een ‘beleefde omgang en gezamenlijke maaltijden met de kinderen niet in de weg aan de aanname van een gescheiden leven’, maakte het Gerechtshof Frankfurt verder duidelijk.

In de onderliggende zaak waren de objectieve en subjectieve voorwaarden voor de scheiding vervuld sinds de echtgenote haar man duidelijk en per e-mail had laten weten dat zij een huishoudelijke gemeenschap afwees. De echtgenoot maakte op dat moment alleen nog gebruik van een slaapplaats met badkamer in de kelder. Er bestond geen persoonlijke relatie meer tussen de echtgenoten, ook al waren er nog enkele dienstverleningen, zoals die ook buiten huwelijken plaatsvinden, aldus het Gerechtshof.

MTR Legal Rechtsanwälte adviseert particuliere cliënten over scheiding en echtscheiding evenals andere onderwerpen van het familierecht.

Neem gerust contact met ons op.

Heeft u een juridisch probleem?

Plan uw consultatie – Kies uw gewenste tijd online of bel ons.
Landelijke Hotline
Nu bereikbaar

Nu terugbellen boeken

of schrijf ons!