OLG Zweibrücken: Alleen de bedrogen partner kan zich eventueel op een geval van hardheid beroepen
Voordat een huwelijk kan worden ontbonden, moet het paar meestal het scheidingsjaar hebben voltooid. Er kunnen echter ook uitzonderingen zijn en in gevallen van hardheid kan van het scheidingsjaar worden afgezien. Ontrouw kan onder omstandigheden zo’n geval van hardheid zijn. Daarop kan zich echter alleen de bedrogen partner beroepen en niet degene die een buitenechtelijke affaire heeft, zoals blijkt uit een beslissing van het OLG Zweibrücken van 7 februari 2024 (Az.: 2 WF 26/24).
Het familierecht bepaalt dat de echtscheiding niet vóór het verstrijken van het scheidingsjaar moet plaatsvinden. Dit moet ervoor zorgen dat het huwelijk daadwerkelijk mislukt is en niet meer te herstellen valt, aldus het advocatenkantoor MTR Legal, dat onder andere particuliere cliënten op het gebied van familierecht adviseert.
In een geval van hardheid kan van het scheidingsjaar worden afgezien
Van het scheidingsjaar kan alleen worden afgezien als het voorzetten van het huwelijk voor een partner niet langer redelijk is en er sprake is van een zogenaamd geval van hardheid. Voorbeelden van gevallen van hardheid zijn onder andere geweld binnen het huwelijk, ernstige beledigingen en grove eerkwetsingen, aanhoudende ontrouw of als de partner voor of kort na de geboorte van het gezamenlijke kind wordt verlaten. Of er sprake is van een geval van hardheid, moet altijd door de rechtbank in het individuele geval worden beslist. Ontrouw kan een reden zijn voor een dergelijk geval van hardheid. Echter, alleen als de bedrogen partner de scheiding wil.
Dat blijkt ook uit een beslissing van het OLG Zweibrücken van 7 februari 2024. In dit geval had de echtgenote een buitenechtelijke relatie. Ze leeft sinds augustus 2023 gescheiden van haar man en werd kort daarna zwanger van een andere man. De geboorte van het kind wordt verwacht in juni 2024, dus nog voor het verstrijken van het scheidingsjaar. Zo lang wilde de vrouw niet op de scheiding wachten. Ze beroept zich op § 1565 BGB. Daarna kan een huwelijk ook voor het verstrijken van het scheidingsjaar worden ontbonden als het voortzetten van het huwelijk een onredelijke hardheid vormt.
Voortzetten van het huwelijk niet langer redelijk
Zulke een geval van hardheid ligt voor, argumenteerde de vrouw. Echter, het voortzetten van het huwelijk is niet voor haar, maar voor haar echtgenoot vanwege de zwangerschap niet langer redelijk. Bovendien is het aanhouden van het huwelijk ook vanwege haar psychische toestand – de vrouw lijdt naar eigen zeggen aan depressies – onredelijk.
De vrouw had een verzoek om procestkostenhulp gedaan, dat de bevoegde familierechtbank echter heeft afgewezen. Dit motiveerde de rechtbank met het feit dat de voorgenomen scheiding wegens een geval van hardheid geen kans van slagen heeft. Want noch de zwangerschap noch de ziekte vormen een geval van hardheid, maakte de rechtbank duidelijk. Veeleer moet de reden voor de hardheid volgens § 1565 lid 2 BGB in de persoon van de andere echtgenoot liggen.
De vrouw vervolgde haar zaak en stelde dat het voor een hardheidscheiding voldoende was dat haar echtgenoot niet de vader van het kind was en ook niet als zodanig wil worden beschouwd.
OLG Zweibrücken wijst aanvraag af
De klacht van de vrouw had bij het OLG Zweibrücken geen succes. Het OLG bevestigde de beslissing van de familierechtbank dat de voorwaarden voor een hardheidscheiding niet aanwezig zijn. Want volgens § 1565 lid 2 BGB kan een huwelijk vóór het verstrijken van het scheidingsjaar alleen worden ontbonden als het voortzetten van het huwelijk voor de aanvrager om redenen die in de persoon van de andere echtgenoot liggen, een onredelijke hardheid vormt. Door de affaire en de zwangerschap van de vrouw kan eventueel de echtgenoot een hardheidscheiding eisen, maar de vrouw niet. Bij haar zwangerschap gaat het niet om een omstandigheid die in de persoon van de andere echtgenoot ligt, stelde het OLG duidelijk.
Dat de redenen voor een geval van hardheid bij de echtgenoot moeten liggen, moet voorkomen dat de aanvrager zich bij een hardheidscheiding op zijn eigen tekortkomingen kan beroepen. Redenen die echter grotendeels in de persoon van de aanvrager liggen, zijn vanaf het begin irrelevant. Daarom kan de vrouw zich ook niet op haar depressieziekte beroepen, aldus het OLG Zweibrücken.
MTR Legal adviseren in geval van echtscheiding en andere onderwerpen van het Familierecht.
Neem gerust contact met ons op!