Rechtbank München I verbiedt reclame voor afslankmiddel op basis van de geneeskundige reclamewet
Op 29 februari 2024 heeft de Rechtbank München I in zaak 4 HK O 15458/24 een voorlopige voorziening getroffen tegen de reclame voor een zogenaamde ‘afslankinjectie’. Centraal stond de vraag of een reclame-uiting voor een receptplichtig geneesmiddel dat wordt ingezet voor gewichtsreductie, in overeenstemming is met de bepalingen in de Wet op de Geneesmiddelenreclame (HWG). De beslissing is nog niet definitief; de hoofdzaak is per maart 2025 nog aanhangig.
Grondslag van het reclameverbod
Volgens het vonnis maakte een onderneming op een website reclame voor een receptplichtig geneesmiddel dat vooral wordt toegepast bij de behandeling van obesitas. De reclame betrof met name uitlatingen over de werking en resultaten van de zogenaamde afslankinjectie in verband met gewichtsverlies. De rechtbank München I zag hierin een overtreding van § 10 lid 1 HWG, die reclame voor receptplichtige geneesmiddelen aan het algemene publiek verbiedt. Het belangrijkste doel van deze regeling is de bescherming van de bevolking tegen onjuiste beïnvloeding met betrekking tot receptplichtige geneesmiddelen.
Reclame en publieke waarneming
Centraal in de beoordeling door de rechtbank München I stond de vraag of de omstreden uiting als ‘reclame’ in de zin van § 1 lid 1 zin 1 HWG moet worden beschouwd. De rechtbank oordeelde van wel, omdat de informatie op de website ertoe kan leiden dat het publiek tot aankoop of gebruik van het medicijn wordt aangezet – onafhankelijk van de vraag of er actief een koopaanbieding wordt gedaan. Met name het tonen van concrete behandelresultaten en potentiële successen in verband met het toedienen van het middel beïnvloedden volgens de rechtbank de beslissing van de consument over mogelijk gebruik.
Juridische situatie omtrent reclame voor receptplichtige geneesmiddelen
Volgens § 10 HWG is openbare reclame voor geneesmiddelen die alleen op doktersvoorschrift mogen worden verstrekt verboden. De wet dient ter bescherming van de gezondheid en ter voorkoming van zelfmedicatie met mogelijk risicovolle farmaceutica. Ondernemingen mogen uitsluitend via vakpublicaties of medische professionals binnen het kader van het vakkringenprivilege over dergelijke middelen informeren, maar niet het grote publiek. De bekritiseerde reclame richtte zich volgens de rechtbank echter direct tot eindgebruikers en overschreed daarmee de wettelijke grenzen.
Commerciële belangen versus consumentenbescherming
De uitspraak benadrukt opnieuw het spanningsveld tussen de gerechtvaardigde commerciële belangen van farmaceutische ondernemingen en het wettelijke doel om consumenten te beschermen tegen misleidende en gezondheidsbedreigende reclame-uitingen. Reclame mag niet de (onjuiste) indruk wekken dat het verkrijgen van een geneesmiddel zonder medisch advies probleemloos en risicoloos mogelijk is – vooral niet bij receptplichtige geneesmiddelen waarvoor bijwerkingen en contra-indicaties in acht moeten worden genomen.
Gevolgen voor ondernemingen in de farmaceutische en gezondheidssector
De beslissing van de rechtbank München I is van direct praktisch belang voor aanbieders en marketeers van geneesmiddelen. De regelgeving vereist een zorgvuldige toetsing van alle reclame- en communicatiemaatregelen om overtredingen van de HWG en daarmee samenhangende kostbare waarschuwingen of kortgedingprocedures te voorkomen. In het betreffende geval kan al de enkele presentatie van vermeende of daadwerkelijke behandelsuccessen zonder voldoende neutrale informatie een risico vormen voor adverteerders.
Stand van zaken en verdere ontwikkelingen
Volgens de stand van maart 2025 is de hoofdzaak nog steeds aanhangig. Totdat er een definitief oordeel is, blijft het afwachten of de rechtbank de overwegingen uit het voorlopige rechtsbeschermingsbesluit zal bevestigen. Er geldt een vermoeden van onschuld. Veranderingen in de jurisprudentie en wetswijzigingen op dit gebied zijn niet uit te sluiten en dienen voortdurend te worden gevolgd.
Aanzienlijk zwaardere regelgevingseisen
Met het oog op de Duitse en Europese markt is voor farmabedrijven en distributieorganisaties een voortdurende aanpassing aan de toenemende regelgeving vereist – vooral bij innovatieve geneesmiddelen of bij middelen die extra publieke aandacht krijgen.
Bron
Landgericht München I, besluit van 29.02.2024, Zaaknr. 4 HK O 15458/24; urteile.news, geraadpleegd op 5 maart 2025.
Mocht u bij de juridische beoordeling van reclame-uitingen in verband met receptplichtige geneesmiddelen vragen hebben, dan staat MTR Legal Rechtsanwalt met uitgebreide ervaring op het gebied van distributie-, handels- en gezondheidsrecht tot uw beschikking.