Privacyrechtelijke beoordeling van het gebruik van luchtfoto’s voor het vaststellen van regenwaterheffingen
De vraag naar de privacyrechtelijke toelaatbaarheid van het gebruik van luchtfoto’s van particuliere percelen houdt overheden, grondeigenaren en juridische adviseurs evenzeer bezig. Aanleiding hiervoor zijn vooral de inspanningen van veel gemeenten om de afvalwaterheffingen naar het veroorzakingsprincipe vast te stellen, met name met het oog op de kosten voor de afvoer van regenwater. In een actuele beschikking heeft de bestuursrechter in Düsseldorf zich met dit thema beziggehouden en daarbij de verenigbaarheid van dergelijke gegevensverzamelingen met de voorschriften van het privacyrecht bevestigd (Beschikking van 28 februari 2024, Az. 29 L 3128/24; Bron: urteile.news).
Toepassingsgebied: Vaststelling van relevante perceelsoppervlakten voor heffingen
Noodzaak van precieze oppervlaktebepaling
Het doel van het gebruik van luchtfoto’s is doorgaans het vaststellen van de verharde, dat wil zeggen bebouwde of verharde, oppervlakten van een perceel, aangezien deze bepalend zijn voor het ontstaan en de afvoer van regenwater. Een exacte bepaling van de oppervlakte is noodzakelijk, omdat de hoogte van de regenwaterheffing gekoppeld is aan het aandeel verharde oppervlakten waarvan het regenwater niet infiltreert, maar in het openbare riool wordt geleid. Het gebruik van luchtfoto’s dient daarbij voor een objectieve en uniforme gegevensverzameling, die manipulatie of onnauwkeurigheden in vergelijking met opgaven van de eigenaar minimaliseert.
Wettelijke grondslagen en bestuurlijke omgang
Het verzamelen en verwerken van persoonsgegevens door overheidsinstanties is in Duitsland onderworpen aan privacyrecht, in het bijzonder de Bundesdatenschutzgesetz (BDSG) en de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG). Specifiek op gemeentelijk niveau maakt ook de lokale heffingswetgeving van de deelstaten het verzamelen van dergelijke gegevens mogelijk, mits deze noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de taken – zoals het heffen van belastingen. Het maken en beoordelen van luchtfoto’s door gemeenten vormt in dit opzicht een gegevensverwerkingsproces, dat aan privacyrechtelijke toetsing moet voldoen.
Privacyrechtelijke overwegingen en rechterlijke beoordeling
Soorten gegevens en bescherming
Luchtfoto’s vallen in principe onder het beschermingsbereik van persoonsgegevens, omdat hieruit conclusies getrokken kunnen worden over eigendomsverhoudingen en het gebruik van privé percelen. In de praktijk zijn de aldus verzamelde gegevens echter beperkt tot informatie over de inrichting van het perceel en de mate van verharding – niet tot details van de privésfeer of het gedrag van bewoners. Volgens heersende opvatting is de inbreuk in de rechten van de eigenaar daarmee proportioneel en gerechtvaardigd door het zwaarwegende algemeen belang bij een correcte heffing van belastingen.
Rechtvaardiging door publieke taakuitoefening
Het verzamelen van deze gegevens is beperkt tot de uitvoering van de wettelijke taken van de gemeente en dient uitsluitend ter vaststelling van de heffingsplichtige oppervlakten. Dit gebeurt dus binnen de rechtsgrondslag van art. 6 lid 1 sub e AVG in combinatie met de relevante regionale regelgeving. De rechter heeft bij zijn beslissing benadrukt dat er noch sprake was van een schending van privacyvoorschriften, noch van een ongerechtvaardigde aantasting van de belangen van de getroffen eigenaren. Vooral door de inhoudelijke beperking van het gebruik van de gegevens en het ontbreken van publicatie of verdere doorgifte ervan, wordt voldoende rekening gehouden met het principe van gegevensminimalisatie.
Toetsing van proportionaliteit en beschermingsmechanismen
Bij de toetsing van proportionaliteit dient te worden opgemerkt dat het maken en evalueren van luchtfoto’s een zorgvuldige maatregel is voor het bereiken van het bestuurlijke doel. Een verdergaande verzameling van gevoelige informatie vindt doorgaans niet plaats. Bovendien zijn de behandeling en opslag van de gegevens onderworpen aan aanzienlijke wettelijke beschermingsmechanismen en organisatorische maatregelen tegen onbevoegde toegang. Vanuit het oogpunt van de rechter bestaat er daarom geen aanleiding om te twijfelen aan de privacyrechtelijke onbedenkelijkheid van de werkwijze, mits de verwerking strikt doelgebonden en ordentelijk gebeurt.
Gevolgen voor grondeigenaren en gemeentelijke praktijk
De uitspraak heeft verstrekkende gevolgen voor de praktijk van gemeentelijke belastingheffing. Deze geeft aan dat de autoriteiten moderne technische middelen mogen inzetten om een zo eerlijk en transparant mogelijke vaststelling van de heffingsgrondslag te waarborgen. Hierdoor kunnen ook geschillen over de juistheid van de grondslag voor de belastingheffing grotendeels worden voorkomen.
Tegelijk maakt de beschikking duidelijk dat privacyrechtelijke bezwaren met name vervallen wanneer de overheid kan aantonen dat de gegevens uitsluitend voor de wettelijk voorgeschreven taakvervulling verzameld en gebruikt worden. Grondeigenaren hebben in zoverre weliswaar in principe recht op informatie en bezwaar, maar de reikwijdte daarvan kan worden beperkt door het overwegend algemeen belang.
Samenvatting en vooruitblik
Het gebruik van luchtfoto’s met het doel de regenwaterheffing te berekenen voldoet volgens de huidige rechtspraak van bestuursrechters aan de eisen van het privacyrecht, mits de gegevensverzameling en -verwerking doelgebonden, proportioneel en rechtmatig gebeurt. Het besluit van de bestuursrechter Düsseldorf stelt in dit verband belangrijke normen voor de inrichting van het heffingssysteem, en versterkt de inzet van moderne informatietechnologie in het bestuursproces zonder de rechten van grondeigenaren uit het oog te verliezen.
Voor verdere informatie over privacyrechtelijke vraagstukken en de juridische inrichting van bestuursprocedures staan de advocaten van MTR Legal graag tot uw beschikking.