Geen voorrang voor de eerste opleiding bij verhoogde onderhoudsplichten tegenover minderjarige kinderen
Het Oberlandesgericht (OLG) Bamberg heeft in een beschikking van 6 april 2022 (zaaknr: 7 UF 196/21) bevestigd dat de verplichting tot betaling van kinderalimentatie voor minderjarige kinderen in principe voorrang geniet boven de eigen opleidingsbelangen van de onderhoudsplichtige, met name wanneer deze al een gevorderde leeftijd heeft bereikt en al werkervaring heeft opgedaan. De uitspraak benadrukt de maatstaven waarmee moet worden afgewogen tussen het financieren van een eerste opleiding en het naleven van verhoogde onderhoudsplichten.
Feiten en beslissing van het OLG Bamberg
In de onderliggende zaak betrof het een onderhoudsplichtige ouder die op 45-jarige leeftijd begon aan een eerste opleiding en een verlaging van zijn geldelijke kinderalimentatie ten gunste van zijn minderjarige kind bepleitte. De onderhoudsplichtige voerde aan dat hij tijdens zijn eerste opleiding, wegens het ontbreken van een inkomen, niet over voldoende financiële middelen beschikte om kinderalimentatie te betalen.
De rechter stelt echter duidelijk dat de zogeheten ‘verhoogde verdienplicht’ volgens § 1603 lid 2 zin 1 BGB een voorrangspositie inneemt als het gaat om het voldoen aan onderhoudsverplichtingen tegenover minderjarige kinderen. De onderhoudsplichtige is zijn kinderen dan ook minstens het noodzakelijke minimumbedrag verschuldigd en dient hiervoor alle redelijke inkomstenmogelijkheden te benutten.
Verhoogde verdienplicht en haar grenzen
De verhoogde verdienplicht houdt in dat onderhoudsplichtigen ook werkzaamheden moeten aanvaarden die buiten hun feitelijke kwalificaties of eerdere werkervaringen vallen, indien dit nodig is om het minimumonderhoud te kunnen waarborgen. Indien een onderhoudsplichtige, zoals in het onderhavige geval, op latere leeftijd een eerste opleiding volgt, kan hij zich er niet op beroepen dat de financiering van deze opleiding voorrang heeft boven de onderhoudsaanspraak van zijn kinderen.
Een uitzondering komt alleen in aanmerking wanneer de opleiding om bijzondere redenen noodzakelijk en qua tijd en financiën redelijkerwijs verantwoord is. Deze uitzonderingssituatie kon het OLG Bamberg in het onderhavige geval niet vaststellen.
Gevolgen voor de onderhoudsaanspraak
De rechter wees in het vonnis een aanspraak van de onderhoudsplichtige af om zich zonder passende werkzaamheden uitsluitend op zijn eigen opleiding te mogen richten, als hierdoor het minimumonderhoud voor het minderjarige kind in gevaar komt. Bij een reeds bestaand arbeidsverleden en werkervaring wordt, naarmate de leeftijd en carrière vorderen, verondersteld dat persoonlijke opleidingsbelangen ondergeschikt zijn aan de kinderalimentatie.
Als de onderhoudsplichtige ouder toch een opleiding wenst te volgen, wordt van hem verlangd deze zodanig in te richten dat er in ieder geval een deeltijdbaan kan worden uitgeoefend en inkomsten kunnen worden verworven ter dekking van de kinderalimentatie.
Betekenis voor de praktijk en rechtsuitoefening
De uitspraak van het OLG Bamberg onderschrijft de bestaande rechtspraak over de voorrang van kinderalimentatie voor minderjarige kinderen en concretiseert de eisen waaraan de onderhoudsplichtige ouder moet voldoen bij concurrerende belangen. De bestaande verdienplicht vervalt uitdrukkelijk niet door een late eerste opleiding.
Voorrang van het kindbelang
De rechtspraak plaatst het belang van het kind en de financiële zekerheid van minderjarige kinderen duidelijk boven persoonlijke opleidingsambities van de onderhoudsplichtige. De onderhoudsverplichtingen zijn juridisch zo ingericht, dat zij in het kader van redelijkheid slechts in zeldzame uitzonderingsgevallen door persoonlijke opleidingsmaatregelen mogen worden achtergesteld.
Mogelijke gevolgen voor vergelijkbare situaties
De uitspraak zal waarschijnlijk gevolgen hebben voor soortgelijke gevallen waarin onderhoudsplichtige ouders op latere opleidingsmaatregelen inzetten om hun eigen inkomenspositie te verbeteren. Een verlaging van de onderhoudsplicht zou hooguit toegestaan kunnen zijn in situaties waarin de opleiding om objectieve redenen onvermijdelijk is en er geen andere mogelijkheid is om de kinderalimentatie veilig te stellen.
Bron: OLG Bamberg, Beschikking van 06.04.2022 – 7 UF 196/21
Indien u vragen heeft over kinderalimentatie, de verdienplicht of over de mogelijkheden tot regeling van onderhoudsverplichtingen, staat het kantoor van MTR Legal Rechtsanwalt met uitgebreide ervaring in het familierecht tot uw beschikking.