Omvang en grenzen van het noodwegrecht: Parkeren op een ‘ingesloten’ woonperceel
De vraag welke concrete gebruiksvormen door het wettelijk vastgelegde noodwegrecht volgens § 917 BGB worden gedekt, is onderwerp van voortdurende juridische discussie. In het bijzonder komt in gevallen van zogenaamde ingesloten percelen, die geen directe toegang tot een openbare verkeersweg hebben, de problematiek van het parkeren op dergelijke percelen steeds meer naar voren. Het Bundesgerichtshof (BGH) heeft hierover in een in mei 2024 gepubliceerde uitspraak (Az. V ZR 79/24) duidelijkheid verschaft en de reikwijdte van het noodwegrecht met betrekking tot parkeren verduidelijkt.
Juridische achtergrond van het noodwegrecht
Het noodwegrecht is gebaseerd op § 917 lid 1 BGB. Dit verleent de eigenaar van een perceel, die de noodzakelijke toegang tot de openbare weg mist, het recht om gebruik te maken van een pad over het aangrenzende perceel voor de gebruikelijke aanwending van zijn eigendom. Er moet altijd een afweging worden gemaakt tussen de belangen van de gerechtigde eigenaar en die van de verplichtte perceeleigenaar. Dit betreft met name de vraag in hoeverre het noodwegrecht ook handelingen omvat die verder gaan dan louter doorgang, zoals bijvoorbeeld stoppen of parkeren.
Uitspraak van het BGH: Parkeren als onderdeel van het noodwegrecht
Feitenrelaas en probleemstelling
In het onderliggende geval verlangde de eigenaar van een zogenaamd ingesloten woonperceel van zijn buurman niet alleen de tolerantie van het recht op doorgang en doorrijden, maar ook het parkeren van motorvoertuigen op diens perceel. De buurman verzette zich daarbij met een beroep op het uitzonderingskarakter van het noodwegrecht en beklaagde zich over een onredelijke beperking van zijn eigendom.
Kernoverwegingen van de rechter
Het BGH stelde duidelijk dat het noodwegrecht in principe ook het kortstondig parkeren van motorvoertuigen voor laden en lossen en het louter parkeren kan omvatten, voor zover het gebruik van het ingesloten perceel als woonruimte zonder deze mogelijkheid aanzienlijk zou worden beperkt. Doorslaggevend zijn enerzijds de aard en het daadwerkelijke gebruik van het heersende perceel, en anderzijds welke belasting voor de verplichtte eigenaar in het individueel geval aanvaardbaar is en of alternatieve oplossingen redelijk waren geweest.
Praktische gevolgen voor het gebruik van percelen
De uitspraak houdt rekening met de leefrealiteit van het moderne perceelgebruik en mobiliteit: Gezien het typische gebruik van woonpercelen, wordt aan parkeren tegenwoordig grote betekenis toegekend. De rechtbank benadrukte expliciet dat de eigenaar van een ingesloten woonperceel in de regel recht heeft op toegang die het verplaatsen van voertuigen, bijvoorbeeld voor boodschappen of doktersbezoek, zonder noemenswaardige belemmering mogelijk maakt. Niet ieder parkeren wordt echter door het noodwegrecht gedekt – met name het langdurig stallen van meerdere voertuigen of het gebruik als parkeerplaats voor derden overschrijdt doorgaans de grenzen van het noodwegrecht.
Afweging: redelijkheid en belangenafweging
Belangen van het dienende perceel
Het noodwegrecht is een uitzonderingsrecht. De aan de betreffende gebruiker toegekende bevoegdheden moeten in verhouding tot de belasting zowel proportioneel als noodzakelijk zijn. Het gebruik van het noodwegrecht mag het dienende naburige perceel niet wezenlijk zwaarder belasten dan nodig is voor het correcte gebruik van het ingesloten perceel. De grens van een onredelijke belemmering is doorgaans bereikt als het parkeren de louter korte stalling overstijgt of leidt tot belemmering van eigen gebruiksmogelijkheden door de eigenaar van het dienende perceel.
Gebruik in het individueel geval
Volgens de rechtspraak moet in het individueel geval worden onderzocht welke concrete gebruiksvormen door de noodwegreservering worden gedekt. Doorslaggevend zijn daarbij vooral de lokale omstandigheden, het gebruik van de betrokken percelen en de omvang van de beperking. Een uitgebreide beoordeling van de feiten is onontbeerlijk om de rechten en plichten van beide partijen adequaat te bepalen.
Opmerkingen over actuele ontwikkelingen
De genoemde uitspraak geeft een belangrijk signaal voor de rechtspraktische omgang met het noodwegrecht, maar de beoordeling per individueel geval blijft essentieel. Het is aan te bevelen om bij conflicten overhaaste maatregelen te vermijden en rechterlijke uitspraken als leidraad te beschouwen, zonder verlies van aandacht voor de specifieke omstandigheden. Tot nu toe is niet definitief beoordeeld welke impact het oordeel in vergelijkbare feitelijke situaties in bredere zin zal hebben.
Bronvermelding
De verstrekte informatie is gebaseerd op het oordeel van het Bundesgerichtshof van 24 mei 2024 (Az. V ZR 79/24), gepubliceerd onder https://urteile.news/BGHV-ZR-7924Notwegerecht-omvat-ook-parkeren-op-ingesloten-woonperceel~N35079
De genuanceerde beschouwing van de reikwijdte van het noodwegrecht volgens de actuele rechtspraak benadrukt de complexiteit van het burgerlijk recht in buurtrelaties. Bij juridische vragen over noodwegrechten en aanpalende gebruiksrechten van gronden staan de advocaten van MTR Legal Rechtsanwälte ter beschikking voor een individueel juridisch advies.