Op 1 juni 2022 is de nieuwe Europese Verticaal-GVO in werking getreden. Bedrijven moeten zich voorbereiden op enkele vernieuwingen en wijzigingen in het distributierecht.
De nieuwe vrijstellingsverordening voor verticale overeenkomsten (Verticaal-GVO) is samen met de nieuwe richtsnoeren voor verticale overeenkomsten op 1 juni 2022 in werking getreden. Het regelt wanneer mededingingsbeperkingen zijn toegestaan of verboden. Dit betreft met name ook distributieovereenkomsten, legt het advocatenkantoor MTR Rechtsanwälte uit.
Volgens art. 101 lid 1 VWEU (Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie) zijn overeenkomsten verboden als zij leiden tot merkbare verstoringen of belemmeringen van de concurrentie. Volgens de Verticaal-GVO zijn overeenkomsten tussen bedrijven op verschillende niveaus van de productieketen en distributieketen onder bepaalde voorwaarden van dit verbod uitgezonderd. Dit omvat verticale overeenkomsten tussen producent en verkoper. In wezen blijft dit zo.
Voorwaarde is dat noch de aanbieder noch de afnemer de marktaandeelgrens van 30 procent overschrijden en er geen ernstige mededingingsbeperkingen bestaan. Hierbij blijven de zogeheten kernbeperkingen van verticale prijsbinding en beperkingen van gebied en klantenkring bestaan.
Er zijn wijzigingen in de duale distributie als de fabrikant zijn producten niet alleen via verkopers, maar ook direct aan de eindklant verkoopt. Hier is een vrijstelling alleen nog mogelijk als de uitwisseling van informatie direct de uitvoering van de verticale overeenkomst betreft of noodzakelijk is voor de verbetering van de productie of distributie. Bepaalde aspecten van de duale distributie zullen dus niet langer vrijgesteld zijn.
Een andere wijziging betreft de zogeheten pariteitsverplichtingen. Hierbij verplicht de verkoper zich om zijn contractpartners voorwaarden te bieden die overeenkomen met de voorwaarden van distributiekanalen van derden, bijvoorbeeld andere platforms, of van de directe distributiekanalen van de verkoper, bijvoorbeeld zijn eigen websites. Ook hier zijn bepaalde aspecten volgens de nieuwe Verticaal-GVO niet langer vrijgesteld en moeten in individuele gevallen volgens art. 101 VWEU worden beoordeeld.
Aan de andere kant worden bepaalde beperkingen verminderd. Dit betreft bijvoorbeeld de mogelijkheid voor de afnemer om zich actief tot individuele klanten te richten of bepaalde punten bij online verkoop.
Andere punten van de nieuwe Verticaal-GVO betreffen onder meer aspecten zoals concurrentieverboden, duurzaamheid of het handelsagentenvoorrecht.
Fabrikanten en verkopers moeten zich aanpassen aan de nieuwe regelingen om boetes te vermijden. Rechtsanwälte ervaren in distributierecht adviseren.
