Overtreding van de Biocidenverordening – Arrest van het HvJ EU van 20.06.2024, C-296/23
Reclame voor biociden zoals desinfectiemiddelen als huidvriendelijk is misleidend en daarom niet toegestaan. Dit heeft het Europese Hof van Justitie verduidelijkt met het arrest van 20 juni 2024 (Zaak C-296/23).
Biociden kunnen een bepaald risicopotentieel hebben voor de gezondheid en het milieu. In de Biocidenverordening is derhalve bepaald dat de reclame voor deze producten niet misleidend mag zijn, risico’s mogen niet worden verzwegen of gebagatelliseerd. Dergelijke reclame is in strijd met de Biocidenverordening en ook met het mededingingsrecht. Waarschuwingen, verbods- en schadeclaims kunnen het gevolg zijn, aldus de commerciële advocatenkantoor MTR Legal, die o.a. in mededingingsrecht adviseert.
„Huidvriendelijk“ desinfectiemiddel
In de procedure voor het HvJ EU ging het om een biocideproduct, meer specifiek om een desinfectiemiddel dat door een drogisterijketen werd aangeboden. Op het etiket van het middel werd geadverteerd met termen zoals „huidvriendelijk“ of „bio“. Het Duitse centrum voor de bestrijding van oneerlijke concurrentie beschouwde deze aanduidingen als ongeoorloofde reclame en een overtreding van de Biocidenverordening.
Artikel 72 van de Biocidenverordening bepaalt dat het product niet op een manier mag worden gepresenteerd die misleidend is met betrekking tot de risico’s van het product voor de gezondheid van mens of dier, of voor het milieu, of de doeltreffendheid ervan. Reclame voor een biocideproduct mag daarom in geen geval vermeldingen zoals „niet giftig“, „milieuvriendelijk“, „diervriendelijk“ en „biocideproduct met laag risicopotentieel“ of „vergelijkbare aanduidingen“ bevatten.
Risico’s mogen niet worden gebagatelliseerd
Het betwiste desinfectiemiddel werd gepromoot met de term „huidvriendelijk“. Het Duitse centrum voor de bestrijding van oneerlijke concurrentie beschouwde ook deze term als een ongeoorloofde aanduiding en bracht haar verbodseis tot aan het Bundesgerichtshof. Het BGH schakelde het Europese Hof van Justitie in. Het HvJ EU moest duidelijk maken of de aanduiding „huidvriendelijk“ valt onder de „vergelijkbare aanduidingen“ die volgens de Biocidenverordening ongeoorloofd zijn.
HvJ EU: Aanduiding misleidend en ongeoorloofd
Het HvJ EU stelde vast dat het voor de ongeoorloofdheid van reclame niet doorslaggevend is of een aanduiding een algemeen, veralgemeniserend karakter heeft, of dat het specifieker en minder generaliserend is. Volgens de Biocidenverordening moet onder „vergelijkbare aanduidingen“ iedere aanwijzing in de reclame worden verstaan die betrekking heeft op het ontbreken of bagatelliseren van risico’s of op het toekennen van bepaalde positieve eigenschappen van de producten en daarom misleidend is. Dit kan door zowel een algemene als een specifieke aanduiding worden bereikt.
Dergelijke misleidende aanduidingen kunnen ertoe leiden dat het product onjuist wordt gebruikt. Zo kan met de aanduiding „huidvriendelijk“ een positief effect worden geassocieerd en kunnen risico’s naar de achtergrond worden geschoven. Door de aanduiding kunnen schadelijke bijwerkingen van het product worden gebagatelliseerd en kan zelfs de misleidende indruk ontstaan dat het gebruik van het product een positief effect op de huid heeft. Daarmee is de aanduiding misleidend en dus ongeoorloofd.
Aanduidingen hoeven geen algemeen karakter te hebben
Het HvJ EU maakte duidelijk dat volgens art. 72 lid 3 zin 2 van de Biocidenverordening de term vergelijkbare aanduidingen „iedere aanwijzing in de reclame voor biocideproducten omvat, die – zoals de in deze bepaling genoemde aanduidingen – deze producten op een manier presenteert die ten aanzien van de risico’s van deze producten voor de gezondheid van mens of dier of voor het milieu of hun doeltreffendheid misleidend is, door deze risico’s te bagatelliseren of zelfs te ontkennen, zonder echter noodzakelijkerwijs een algemeen karakter te hebben.“Na de beslissing van het HvJ EU is duidelijk dat verboden aanduidingen niet noodzakelijkerwijs een algemeen karakter hoeven te hebben, maar ook specifiekere aanwijzingen verboden kunnen zijn.
Reclame mag de consument niet misleiden. Gebeurt dat toch, dan is sprake van een overtreding van het mededingingsrecht. Dergelijke overtredingen kunnen leiden tot waarschuwingen, verbods- en schadeclaims. Daarom moet in twijfelgevallen de deskundige advisering van een advocaat worden gezocht.
MTR Legal Rechtsanwälte adviseert in het mededingingsrecht en bij de afweer respectievelijk handhaving van aanspraken.
Neem gerust contact met ons op!
