Contractuele regeling heeft voorrang
Na een bedrijfstransactie zoals de verkoop van bedrijfsbelangen kunnen er zelfs na de aankoop nog geschillen ontstaan tussen koper en verkoper. Het OLG Naumburg heeft in een dergelijk post-M&A-geschil een belangrijke beslissing genomen. Met uitspraak van 26 juni 2023 maakte het duidelijk dat een in de koopovereenkomst overeengekomen regeling in principe de voorkeur geniet boven een wettelijke kan-bepaling (Az.: 12 U 23/23).
Met name in bedrijfskoopovereenkomsten worden graag zgn. earn-out-clausules gebruikt. Hiermee wordt contractueel vastgelegd dat de koper eerst een basisprijs betaalt en later nog een extra bedrag, gedefinieerd door een earn-out-clausule. Dit wordt alleen verschuldigd als aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan. Bij de bedrijfsoverdracht hoeft eerst alleen de basisprijs te worden betaald, aldus het advocatenkantoor MTR Legal Rechtsanwälte, dat zich richt op M&A.
Bedrijfsbelangen aan GmbH verkocht
In het aan de zaak ten grondslag liggende geval voor het OLG Naumburg had een vennoot van een GmbH zijn bedrijfsbelangen aan zijn partner verkocht. In de koopovereenkomst waren de partijen overeengekomen dat de koper een deel van de koopprijs onmiddellijk zou betalen en een verder bedrag als een deel van de winstuitkering, wanneer de balans voor het boekjaar beschikbaar is.
Door de overname van de bedrijfsbelangen was de koper de enige vennoot van de GmbH geworden. Als zodanig besloot hij in de aandeelhoudersvergadering dat er voor het betreffende boekjaar geen winstuitkering zou plaatsvinden en dat ook de voormalige partner geen deel van de uitkering zou ontvangen. De enige vennoot motiveerde het besluit met een economisch slechte prognose voor het huidige en volgende boekjaar.
Met deze motivering was de verkoper niet tevreden. In de vorm van een stapelvordering verzocht hij om informatie over de jaarrekening of de onderliggende informatie, om vervolgens zijn winstdeel te kunnen berekenen en vorderen. In eerste aanleg had de Landgericht Halle de vordering afgewezen. De gedaagde was door de koopovereenkomst niet verplicht om een positief winstuitkeringsbesluit voor het betreffende boekjaar na te streven, aldus het LG Halle.
Informatievraag na verkoop
In hoger beroep besliste het OLG Naumburg echter anders. De rechtbank besliste dat de eiser recht had op informatie om daaruit eventueel een betalingsvordering af te leiden.
Als motivering voerde het OLG Naumburg aan dat volgens vaste rechtspraak van het BGH, de redelijkheid en billijkheid vereisen dat het recht om informatie te verkrijgen wordt toegekend, als de rechtsbetrekking tussen de partijen met zich meebrengt dat de rechthebbende op een verontschuldigbare wijze onduidelijkheid heeft over het bestaan en de omvang van zijn recht en de andere partij deze informatie gemakkelijk kan verstrekken.
In het voorliggende geval had de eiser als voormalig vennoot geen volledig inzicht meer in het betreffende boekjaar en de gegevens voor de berekening van zijn winstdeel. De gedaagde kon hem echter zonder moeite de gewenste inlichtingen als enige vennoot verstrekken.
Verplichtingen uit koopovereenkomst geschonden
Er bestond ook de verdenking dat de gedaagde zijn verplichtingen uit de koopovereenkomst had geschonden. Want met zijn besluit als enige vennoot dat er voor het betreffende boekjaar geen winstuitkering zou plaatsvinden, had de gedaagde mogelijk een verplichting uit de koopovereenkomst geschonden, die stelde dat het recht op winstuitkering voor het betreffende boekjaar aan de verkoper toekomt, voerde de rechtbank aan.
Wettelijk geeft § 29 lid 2 GmbHG de vennoten weliswaar een marge bij de winstbestemming of de winst aan de vennoten wordt uitgekeerd of versterking van het bedrijf binnen de vennootschap blijft, aldus het OLG. Hier was de gedaagde echter gebonden door de in de koopovereenkomst gemaakte resultaatafgrenzingsovereenkomst. Want als de in de koopovereenkomst gemaakte afspraken van de vennoten over een aandeel en de wettelijke marge volgens § 29 lid 2 GmbHG botsen, moet de contractuele bepaling in principe de voorrang krijgen boven de kan-bepaling van de wet, maakte het OLG Naumburg duidelijk. Hierdoor is ook de beslissingsruimte van de enige vennoot in de verhouding tot de voormalige vennoot beperkt. In de koopovereenkomst was onmiskenbaar overeengekomen dat de verkopers van de bedrijfsbelangen, naast de eiser nog twee andere vennoten, de winstuitkering voor het betreffende boekjaar toekomt, aldus het OLG.
Het vonnis maakt duidelijk dat koopovereenkomsten bij bedrijfstransacties zo gedetailleerd mogelijk moeten zijn om geschillen na de M&A-deal te vermijden.
MTR Legal Rechtsanwälte adviseert in vennootschapsrecht en in het gebied van M&A.
Neem gerust contact met ons op!