Uitspraak van de Rechtbank Potsdam over mede-aansprakelijkheid en borgstelling bij leningen
Wie een borgstelling voor een lening aanvaardt of het leningcontract als medeschuldenaar ondertekent, loopt een risico. Dat moest ook een echtpaar ondervinden dat samen met hun zoon twee leningovereenkomsten had afgesloten. Na het overlijden van de zoon zou het de leningen moeten terugbetalen. De Rechtbank Potsdam bepaalde echter met een uitspraak van 12 juli 2023 dat het echtpaar niet aansprakelijk is, omdat hun mede-aansprakelijkheid bij het afsluiten van de leningcontracten als immoreel moet worden beschouwd (Az.: 8 O 181/22).
Banken dekken zich in bij het verstrekken van leningen. Dit kan ervoor zorgen dat naast de aanvrager nog een andere persoon het kredietcontract als medeschuldenaar moet ondertekenen of dat een derde persoon een borgstelling aanvaardt. Zowel een medeschuldenaar als een borgsteller lopen een risico en zijn aansprakelijk met hun persoonlijk vermogen voor de schulden van de leningnemer, aldus de advocatenkantoor MTR Legal Rechtsanwälte, dat onder andere advies geeft over bankrecht.
Risico bestaat niet alleen op papier
Juridisch gezien zijn er echter verschillen tussen borgen en medeschuldenaars. Terwijl de medeschuldenaar vanaf het begin hoofdelijk aansprakelijk is voor de verplichtingen van de schuldenaar, kan de borg pas worden aangesproken als de schuldenaar zijn betalingsverplichtingen niet kan nakomen.
Dat het aansprakelijkheidsrisico niet alleen op papier bestaat, moest een gepensioneerd echtpaar ondervinden. Hun zoon wilde een huis kopen en daarvoor twee kredietcontracten bij de bank afsluiten. De bank eiste echter zekerheden en daarom moesten zijn ouders de leningcontracten als medeschuldenaren ook ondertekenen. Volgens het echtpaar had de financieel makelaar verzekerd dat er voor de ouders geen risico zou bestaan, omdat de zoon de leningen probleemloos uit eigen middelen kon terugbetalen.
Leningcontract mede ondertekend
Zo werden de kredietcontracten over in totaal 159.000 euro in november 2014 afgesloten, en naast de zoon hadden ook de ouders, die op dat moment al gepensioneerd waren, de contracten ondertekend. De leningaflossingen van maandelijks ongeveer 630 euro werden volgens afspraak alleen door de zoon gedaan. In de leningcontracten werd ook alleen zijn rekening genoemd.
Enkele weken na het afsluiten van de leningcontracten was de aankoop van het huis formeel rond. Zijn ouders had de zoon verzekerd dat zij een huurappartement op de begane grond van het huis konden bewonen. Ongeveer vijf jaar later schonk de zoon het huis aan zijn vrouw, die later zijn enige erfgenaam werd. Zijn ouders wisten hiervan echter niets. Voor hen kwam de schok toen hun zoon een jaar later overleed en zij nu verder moesten zorgen voor de terugbetaling van de leningen.
Het verzoek van het echtpaar om ontslagen te worden uit de aansprakelijkheid werd door de bank afgewezen, aangezien de ouders de leningcontracten hadden ondertekend en daarmee naast de zoon leningnemers waren geworden.
Ernstige financiële overbelasting
Hiertegen maakte het echtpaar met succes bezwaar. Zij argumenteerden dat de bank al bij het afsluiten van de kredietcontracten had moeten inzien dat het gepensioneerde echtpaar ernstig financieel overbelast was met de terugbetaling van de lening. Hun mede-aansprakelijkheid moest daarom als immoreel worden beschouwd. In het gesprek met de financieel makelaar waren zij niet gewezen op hun risico’s. Zij gingen ervan uit dat zij alleen borgen waren. Pas na het overlijden van hun zoon werd het hen duidelijk dat zij als leningnemers met volledige persoonlijke aansprakelijkheid in de contracten waren betrokken, aldus de ouders.
De bank argumenteerde daarentegen dat de ouders “echte” leningnemers waren geworden. In de leningcontracten waren zij uitdrukkelijk als leningnemers aangewezen en bij de notaris hadden zij als kredietnemers de persoonlijke aansprakelijkheid voor de hypotheekschuld verklaard. Van immoreel gedrag kon geen sprake zijn.
Rechtbank Potsdam: mede-aansprakelijkheid is immoreel en ongeldig
Met deze argumentatie kwam de bank bij de Rechtbank Potsdam niet door. De rechtbank stelde vast dat het gepensioneerde echtpaar bij het afsluiten van de contracten financieel ernstig overbelast was door de leningaansprakelijkheid, zodat hun mede-aansprakelijkheid immoreel en daarmee ongeldig was.
Of er sprake is van immoreel gedrag hangt volgens de rechtspraak van de BGH in belangrijke mate af van de mate van onevenredigheid tussen de verplichtingenomvang en het financiële vermogen van de mede-aansprakelijke of borg. Alleen al het feit van financiële overbelasting bewijst op zich geen immoreel gedrag. In een geval van ernstige financiële overbelasting moet de bank echter bewijzen dat de borgstelling of mede-aansprakelijkheid niet enkel is aangegaan vanwege een nauwe emotionele band met de leningnemer en dat de bank deze emotionele band niet immoreel heeft uitgebuit, vervolgde de Rechtbank Potsdam.
MTR Legal Rechtsanwälte adviseert over leningen, borgstellingen, mede-aansprakelijkheden en andere vragen met betrekking tot bankrecht.
Neem gerust contact met ons op!