KG Berlijn over de geldigheid van een bad-leaver-clausule

News  >  Gesellschaftsrecht  >  KG Berlijn over de geldigheid van een bad-leaver-clausule

Arbeitsrecht-Anwalt-Rechtsanwalt-Kanzlei-MTR Legal Rechtsanwälte
Steuerrecht-Anwalt-Rechtsanwalt-Kanzlei-MTR Legal Rechtsanwälte
Home-Anwalt-Rechtsanwalt-Kanzlei-MTR Legal Rechtsanwälte
Arbeitsrecht-Anwalt-Rechtsanwalt-Kanzlei-MTR Legal Rechtsanwälte

Inleiding tot leaver-clausules

Leaver-clausules zijn een essentieel instrument in participatieovereenkomsten en werknemersparticipatieprogramma’s, met name bij start-ups en bedrijven die gericht zijn op groei en innovatie. Zij regelen wat er gebeurt met de aandelen van een werknemer of vennoot wanneer deze het bedrijf verlaat. Dergelijke regelingen hebben tot doel het bedrijf te beschermen tegen negatieve gevolgen van een plotseling of ongewenst vertrek en de stabiliteit van de vennootschap te waarborgen.

In de praktijk wordt onderscheid gemaakt tussen Good Leaver en Bad Leaver. Terwijl Good Leavers het bedrijf verlaten om begrijpelijke of niet-zelfveroorzaakte redenen, bijvoorbeeld wegens ziekte of in onderling overleg, gelden Bad Leavers als degenen die onder nadelige of verwijtbare omstandigheden uittreden. De betreffende leaver-clausules bepalen onder welke voorwaarden de aandelen van de vertrekkende werknemer of vennoot worden overgedragen of ingetrokken. Vooral bij start-ups en bedrijven gefinancierd door private equity zijn dergelijke clausules breed ingeburgerd, ter bescherming van de belangen van de vennootschap en de overblijvende vennoten.

De gevolgen van een leaver-clausule kunnen voor de betrokken werknemer of vennoot aanzienlijk zijn, omdat deze betrekking hebben op de waarde en de overdraagbaarheid van de bedrijfs­aandelen. Daarom is een zorgvuldige en evenwichtige formulering van deze regelingen in werknemersparticipatieprogramma’s en participatieovereenkomsten essentieel om zowel de belangen van het bedrijf als de rechten van de werknemers en vennoten te waarborgen.

Uitspraak van het Kammergericht Berlijn van 19-05-2025, zaaknr. 2 U 15/25

Het Kammergericht Berlijn heeft met een uitspraak van 19 mei 2025 duidelijk gemaakt dat een bad-leaver-clausule in aandeelhoudersovereenkomsten juridisch dubieus tot ongeldig is, wanneer deze in strijd is met het proportionaliteitsbeginsel (zaaknr. 2 U 15/25). De juridische kaders van dergelijke regelingen worden voornamelijk bepaald door de actuele jurisprudentie, zoals de beslissingen van het OLG München, wat cruciaal is voor de geldigheid van deze clausules.

Leaver-clausules zijn vaak opgenomen in participatieovereenkomsten bij venture capital of start-ups. Zij regelen wat er gebeurt met de aandelen van een vennoot wanneer deze de vennootschap verlaat, aldus het advocatenkantoor MTR Legal Rechtsanwalt, dat onder meer adviseert op het gebied van vennootschapsrecht. Bij het opstellen en formuleren van dergelijke overeenkomsten met leaver-clausules dienen bijzondere eisen in acht te worden genomen om juridisch bindende regelingen te waarborgen.

Good Leaver en Bad Leaver

Er wordt doorgaans onderscheid gemaakt tussen ‘Good Leaver’ en ‘Bad Leaver’. Good Leavers vertrekken om begrijpelijke of niet-verwijtbare redenen, bijvoorbeeld vanwege ziekte, in onderling overleg of door eigen ontslag. Dat is doorgaans probleemloos, omdat de overeenkomsten in dit soort gevallen vaak een eerlijke vergoeding voor de aandelen voorzien, meestal tegen marktwaarde.

Bad Leavers daarentegen zijn vennoten die onder nadelige of verwijtbare omstandigheden het bedrijf verlaten, bijvoorbeeld vanwege grove plichts­schending of contractbreuk. Voor hen gelden meestal strengere bepalingen: hun aandelen moeten bij vertrek vaak ruim onder de marktwaarde, soms zelfs tegen alleen de nominale waarde worden overgedragen of zelfs zonder enige vergoeding worden ingetrokken. Een typisch gevolg voor de betrokken persoon is het geheel of gedeeltelijk verlies van het recht op bedrijfs­aandelen. Bij bad-leaver-clausules is het conflictpotentieel dan ook groot.

Ook minderheidsvennoten kunnen door dergelijke regelingen worden getroffen.

Vesting-overeenkomsten

Vesting-overeenkomsten vormen een belangrijk onderdeel van moderne werknemersparticipatie­programma’s en participatie­overeenkomsten. Zij leggen vast hoe en wanneer een werknemer of vennoot daadwerkelijk aandelen in een bedrijf verwerft. Het doel van deze regelingen is om de binding met het bedrijf te versterken en de motivatie van de werknemers en vennoten op de lange termijn veilig te stellen.

Gewoonlijk worden de aandelen niet direct, maar over een bepaalde periode – de zogenaamde vesting-periode – toegewezen. Pas na afloop van deze periode, of bij het bereiken van bepaalde mijlpalen, worden de aandelen volledig overgedragen aan de werknemer of vennoot. Vesting-overeenkomsten zijn vooral bij start-ups en op groei gerichte bedrijven gangbaar, omdat ze garanderen dat sleutelfiguren bij het bedrijf betrokken blijven en voortdurend prestaties leveren.

De concrete invulling van vesting kan variëren per onderneming, branche en individuele overeenkomst. In elk geval zijn vesting-overeenkomsten een belangrijk onderdeel van participatieovereenkomsten om de belangen van alle betrokken partijen – bedrijf, vennoten en werknemers – op elkaar af te stemmen en duurzame bedrijfsontwikkeling te bevorderen.

Time-Based Vesting

Time-Based Vesting is de meest gebruikte vorm van vesting-overeenkomst in bedrijven en start-ups. Hierbij worden de aandelen van een werknemer of vennoot gedurende een afgesproken vesting-periode in regelmatige termijnen toegewezen. Dit betekent dat de werknemer of vennoot zijn aandelen niet direct, maar geleidelijk in de loop van de tijd ontvangt.

Een veelgebruikt model is het zogenaamde cliff-vesting: pas na het verstrijken van een bepaalde initiële periode – de ‘cliff’ – worden de eerste aandelen in één keer toegekend. Vervolgens vindt de verdere toekenning plaats in gelijke termijnen, wat gespreide vesting (gespreide toekenning) wordt genoemd. Deze regeling zorgt ervoor dat werknemers en vennoten worden gestimuleerd om het bedrijf gedurende langere tijd trouw te blijven en hun prestaties voortdurend te leveren.

Time-Based Vesting biedt bedrijven en vennoten de zekerheid dat belangrijke sleutelfiguren niet op korte termijn vertrekken en hun aandelen behouden. Tegelijkertijd profiteren werknemers ervan dat zij door hun langdurig commitment kunnen delen in het succes van het bedrijf. Zo draagt Time-Based Vesting in belangrijke mate bij aan de motivatie en loyaliteit binnen het bedrijf.

Plichtsverzuim leidt tot verlies van aandelen

Ook het KG Berlijn moest in de onderliggende zaak oordelen over de geldigheid van een bad-leaver-clausule. Hier was een oprichters-vennoot tevens bestuurder van een vennootschap, die als deel van het management een bijzondere verantwoordelijkheid droeg. De onderliggende vennootschapsovereenkomst bevatte een bad-leaver-clausule, volgens welke deze bij ontslag als bestuurder wegens plichtsverzuim automatisch al zijn aandelen voor een symbolische prijs – de nominale waarde – moest overdragen. De clausule gold onbeperkt in de tijd en maakte geen onderscheid naar aard of ernst van de overtreding. Hierdoor leidde elke reden voor ontslag, mits gekwalificeerd als ‘plichtsverzuim’, tot volledig verlies van de aandelen, wat aanzienlijke gevolgen had voor het kapitaal van de betrokkene. Dit gold zelfs wanneer het gedrag slechts licht nalatig was of de overtreding gering.

KG Berlijn: Clausule is disproportioneel

Het KG Berlijn verklaarde de clausule als disproportioneel en daarmee ongeldig. Het motiveerde het oordeel door te stellen dat volledig en permanent verlies van de positie als vennoot een bijzonder ingrijpende inbreuk op het eigendomsrecht vormt. Een dergelijke inbreuk moet objectief gerechtvaardigd en proportioneel zijn. Dit was hier volgens het hof niet het geval. De rechtspraak, met name ook van het OLG München, toont duidelijk de juridische grenzen van dergelijke regelingen en benadrukt het belang van duidelijke eisen aan formuleringen in contracten, om het doel en de strekking van het uitzettingsverbod te waarborgen.

Het uitsluiten van een vennoot tegen zijn wil moet altijd het laatste redmiddel (ultima ratio) blijven, zo benadrukte de rechtbank. Het onvrijwillig verlies van de vennootschapspositie is daarom in principe alleen toegestaan bij voldoende objectieve gronden, bijvoorbeeld bij duurzame en grove schending van vennootschapsplichten, een ernstige overtreding van een contractueel concurrentieverbod of een diepgaand conflict tussen de vennoten, waarvoor de uit te sluiten vennoot grotendeels verantwoordelijk is. Louter ontslag als vennoot-bestuurder en de beëindiging van de arbeidsovereenkomst als bestuurder zijn volgens het hof geen voldoende gronden.

Het zwaard van Damocles hangt boven vennoten

Het KG bekritiseerde in het bijzonder dat de clausule geen enkel onderscheid maakte, maar elke plichtsverzuim over één kam scheerde. Er waren geen gedifferentieerde reacties mogelijk, zoals bijvoorbeeld alleen het ontnemen van het directeurschap, zonder direct ook de participatie in de vennootschap te ontnemen. Ook vond het hof de onbeperkte geldigheidsduur van de clausule problematisch. Daardoor hangt er permanent het zwaard van Damocles boven de vennoten: onder bepaalde omstandigheden zouden zij al hun aandelen kunnen verliezen.

Bad-leaver-clausules worden weliswaar vaak toegepast, maar zijn slechts beperkt toegestaan, zoals de uitspraak van het KG Berlijn laat zien. Rechters beoordelen vooral of de consequenties voor de betrokkene in een redelijke verhouding staan tot het verwijtbare gedrag. Problematisch is ook wanneer de clausule onbeperkt geldig is. Een uitgebalanceerde regeling van dergelijke clausules vormt een bijzondere uitdaging, omdat zij de belangen van alle betrokken partijen en de grenzen van toelaatbare contractsvrijheid in acht moet nemen.

Zorgvuldige contractopstelling

Wie in vennootschapsovereenkomsten leaver-clausules opneemt, dient zorgvuldig de gerechtvaardigde belangen van de vennootschap en de bescherming van de rechten van de vennoten tegen elkaar af te wegen. Met name het belang van een heldere regeling in contracten mag hierbij niet worden onderschat. Het verdient aanbeveling bad-leaver-clausules in de tijd te beperken, bijvoorbeeld tot de duur van de vesting-periode. Ook moet er een gedifferentieerde rechtsgevolg afhankelijk van de ernst van het gedrag worden overeengekomen. De trigger voor toepassing van de clausule moet bovendien duidelijk, objectief gemotiveerd en juridisch toetsbaar zijn. Ondanks de contractsvrijheid en de mogelijkheid tot aanvullende afspraken moet het proportionaliteitsbeginsel altijd in acht worden genomen. Alleen zo kunnen conflicten worden voorkomen en kan de effectiviteit van dergelijke regelingen worden gegarandeerd.

MTR Legal Rechtsanwalt adviseert bij contractopstelling, bij vennotengeschillen en andere onderwerpen van het vennootschapsrecht. Precieze formuleringen en het naleven van juridische vereisten zijn bij het opstellen van contracten van essentieel belang om rechtszekerheid te waarborgen.

Neem gerust contact met ons op!

Heeft u een juridisch probleem?

Reserveer uw consult – kies uw gewenste datum online of bel ons.
Landelijk telefoonnummer
Nu bereikbaar

Boek nu een terugbelverzoek

of schrijf ons!