Recente ontwikkelingen rond de auteursrechtelijke beoordeling van luchtfoto’s gemaakt met drones
Met het arrest van 23 oktober 2024 heeft het Bundesgerichtshof (BGH) een belangrijke beslissing genomen over de grenzen van het auteursrecht voor luchtfoto’s die gemaakt zijn door onbemande luchtvaartsystemen – zogenoemde drones (zaaknummer: I ZR 67/23). De uitspraak onderstreept het grote belang van de bescherming van creatieve prestaties, ook in het licht van technische innovaties en een toenemende verspreiding van luchtvaartuigen voor zowel particuliere als commerciële doeleinden.
Achtergrond van de beslissing
In dit geval werd het omstreden gebruik van drones voor het maken van foto’s van een auteursrechtelijk beschermd landgoed door de rechter getoetst. De eiser was van mening dat de publicatie en het beschikbaar stellen van dergelijke luchtfoto’s een ongeoorloofd gebruik van het auteursrechtelijk beschermde werk vormde. De vorige instanties oordeelden aanvankelijk dat er geen sprake was van een schending van het auteursrecht, omdat zij geen inbreuk zagen op de privé- of eigendomsfeer of op de bijzondere beschermingsomvang van het auteursrecht.
Het BGH moest echter allereerst beoordelen in hoeverre een nieuw, door drones mogelijk gemaakt perspectief op een auteursrechtelijk beschermd werk het beschermingsbereik van het auteursrecht raakt en welke gevolgen dit heeft voor het gebruik van het beeldmateriaal.
Auteursrechtelijke bescherming van bouwwerken en onderdelen van onroerend goed
Beschermd werk en het belang van individualiteit en scheppingshoogte
De auteursrechtelijke bescherming strekt zich volgens § 2 lid 1 nr. 4 UrhG met name uit tot werken van bouwkunst, voor zover het betreffende bouwwerk een persoonlijke geestelijke schepping vormt (§ 2 lid 2 UrhG). In de praktijk dient telkens individueel te worden beoordeeld of een gebouw, een park of ook een combinatie van diverse architectonische en tuinbouwkundige elementen het vereiste creatieve karakter bezit. Het BGH heeft daarbij duidelijk gemaakt dat de omvang van de bescherming niet beperkt is tot traditionele waarnemingsvormen, maar ook innovatieve opname- en presentatietechnieken omvat.
Essentiële afbakening: Fotograferen versus panorama-vrijheid
§ 59 UrhG, de zogenoemde panorama-vrijheid, staat in principe toe dat werken die zich permanent bevinden aan openbare wegen, straten of pleinen worden gefotografeerd en dat de resultaten worden geëxploiteerd. Deze beperking geldt echter niet wanneer opnames uitsluitend mogelijk zijn met technische hulpmiddelen, die zich buiten het openbare domein en op beschermde locaties bevinden – bijvoorbeeld bij drones die over privéterrein vliegen. Het BGH heeft benadrukt dat het gebruik van drones perspectieven mogelijk maakt die voor de gewone passant op openbaar terrein niet toegankelijk zijn en daarom niet onder de panorama-vrijheid vallen.
Gevolgen voor drone-opnamen van auteursrechtelijk beschermde objecten
Toegestane opname en exploitatie
De beslissing van de rechter benadrukt dat het maken en exploiteren van foto’s die met een drone van auteursrechtelijk beschermde onroerende zaken of andere bouwwerken worden gemaakt, toestemming vergt van de rechthebbende, tenzij er sprake is van een relevante wettelijke uitzondering. Alleen het rondvliegen of overvliegen van een object met een drone levert op zichzelf nog geen schending van auteursrechten op. Doorslaggevend is dat door het maken en verspreiden van beeldmateriaal sprake is van een exploitatiehandeling waarmee de creatieve eigenheid van het betreffende werk openbaar gemaakt of vermenigvuldigd kan worden.
Afbakening met andere rechtsposities en aanvullende beschermingsaspecten
Naast de auteursrechtelijke vraagstukken moeten bij drone-opnamen doorgaans ook andere rechten in aanmerking worden genomen, zoals het algemene persoonlijkheidsrecht, het recht op eigen beeld of het eigendomsrecht. In deze procedure stond echter de auteursrechtelijke invalshoek centraal. Er dient rekening mee te worden gehouden dat afhankelijk van het individuele geval ook andere bepalingen, zoals uit het privacyrecht of uit de luchtvaartwetgeving, nageleefd moeten worden.
Relevantie in de praktijk en vooruitblik
Gevolgen voor bedrijven en particulieren
Vooral voor bedrijven, foto- en mediabureaus en beheerders van platforms die visuele inhoud publiceren, is de recente uitspraak van groot belang voor de dagelijkse praktijk. De uitspraak maakt duidelijk dat bij het gebruik van moderne opnameapparatuur zoals drones, een gedifferentieerde auteursrechtelijke toetsing noodzakelijk is voordat werken van derden worden vastgelegd of geëxploiteerd.
Aanbeveling voor juridisch conforme omgang (zonder concrete handeling)
Al met al laat het besluit zien dat technische innovaties de beschermingsmechanismen van het auteursrecht niet willekeurig mogen omzeilen of uithollen. Ook bij de voortdurende ontwikkeling van de opnametechnologie blijft het dus essentieel bestaande beschermingsrechten en de daaraan verbonden beperkingen zorgvuldig te beoordelen.
Voor gedetailleerde informatie over auteursrechtelijke vragen rond het gebruik van luchtfoto’s of over de spanningsverhouding tussen technische innovaties en gevestigde beschermingsrechten staan de Rechtsanwalt van MTR Legal landelijk en internationaal als aanspreekpunt ter beschikking.