Geen recht op inzage in belastingdossiers ter voorbereiding van privaatrechtelijke vorderingen tegen derden
Met het arrest van 18 april 2024 (zaaknr.: IX R 21/22) heeft het Bundesfinanzhof (BFH) geoordeeld dat derden in beginsel geen recht hebben op inzage in belastingdossiers van een ander, wanneer zij deze inzage nodig hebben om bijvoorbeeld eventuele schadevergoedingsvorderingen tegen een derde partij te onderzoeken of te effectueren. De uitspraak verduidelijkt de reikwijdte van het recht op dossierinzage in de fiscale context en is van belang voor alle betrokkenen die geconfronteerd worden met vorderingen in verband met fiscale aangelegenheden.
Bron: Bundesfinanzhof, arrest van 18.04.2024, IX R 21/22.
Feiten en uitgangspunten van de beslissing
In de onderliggende zaak wilde een eiser inzage krijgen in belastingdossiers om informatie te verkrijgen die hem – naar eigen zeggen – diende ter onderbouwing van een mogelijke schadevergoedingsvordering tegen een derde partij. De Belastingdienst had dit met een beroep op de bescherming van persoonsgegevens en het belastinggeheim geweigerd. Vervolgens werd aan het BFH de vraag voorgelegd of in zulke situaties überhaupt een rechtens te respecteren belang voor dossierinzage op basis van de Abgabenordnung (AO) kan worden aangenomen.
Belastinggeheim en overwegingen omtrent gegevensbescherming
Geldigheid van het belastinggeheim
Het belastinggeheim volgens § 30 AO verplicht belastingautoriteiten om persoonsgegevens en fiscale informatie vertrouwelijk te behandelen. Dit geldt zowel in het belang van de betrokken belastingplichtigen als ter bescherming van het vertrouwen in het belastingstelsel. Uitzonderingen op de geheimhouding en het verstrekken van gegevens aan derden zijn alleen in strikt afgebakende gevallen toegestaan, waarbij doorgaans sprake moet zijn van een direct verband met een lopende fiscale procedure of een eigen gerechtvaardigd belang van de verzoeker bij de concrete bestuursprocedure.
Gegevensbescherming en persoonlijkheidsrechten
Daarbij komen de regelgeving van het gegevensbeschermingsrecht, met name de bepalingen van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG). Het openbaar maken van belastingdossiers raakt het recht op informatie-zelfbeschikking van de betreffende belastingplichtige; er bestaat een verhoogd belang bij bescherming tegen het prijsgeven van gevoelige fiscale gegevens aan derden.
Reikwijdte van het recht op inzage volgens § 30 AO en relevante nevenwetgeving
Afgrenzing ten opzichte van dossierinzage in formele procedures
Inzage in dossiers door derden is in de regel slechts toegestaan wanneer er direct sprake is van eigen rechtens te respecteren belangen in het kader van een lopende fiscale procedure. In dit geval diende het inzageverzoek echter slechts ter voorbereiding van civielrechtelijke schadevergoedingsvorderingen buiten het kader van het belastingrecht. Het inroepen van fiscale dossiers ten behoeve van privaatrechtelijke geschillen is uitdrukkelijk niet toegestaan op grond van § 30 AO.
Geen ‘algemeen belang bij opheldering’
Het BFH heeft duidelijk gemaakt dat een algemeen belang aan opheldering of rechtsvervolging in het civiel recht – bijvoorbeeld bij toetsing van schadevergoedingsvorderingen tegen derden – niet voldoende is om het fiscale recht op dossierinzage uit te breiden. Ook een eventueel onvermogen om de vordering zonder kennis uit de belastingdossiers voldoende te onderbouwen, doet hier niets aan af.
Gevolgen en praktische betekenis van de uitspraak
Versterking van persoonsgegevens- en privacybescherming
De beslissing van het BFH onderstreept de grote behoefte aan bescherming van persoonlijke fiscale informatie. Zij voorkomt dat belastingdossiers in het kader van privaatrechtelijke geschillen tot een algemeen instrument voor informatieverstrekking worden. Dit dient uiteindelijk niet alleen het belang van de belastingplichtige, maar ook het functioneren van het belastingstelsel als geheel.
Beperking van toegangsrechten tot informatie door derden
Voor bedrijven, investeerders of particulieren betekent het vonnis dat fiscale informatie in principe slechts mag worden verstrekt na uitdrukkelijke ontheffing van de geheimhoudingsplicht of in speciale, wettelijk geregelde uitzonderingsgevallen. Het belastingproces blijft daarmee grotendeels afgeschermd van het privaatrechtelijke informatiewezen.
Betekenis voor ondernemingsrechtelijke vraagstukken
Voor cliënten met complexe economische vraagstukken, met name binnen het vennootschaps- of kapitaalmarktrecht, is de uitspraak zeer relevant: In geschillen waarin een schadevergoedingsvordering aan de orde is, mag onderzoek hiernaar in beginsel niet gebaseerd zijn op gegevens uit andermans belastingdossiers, tenzij een bijzondere regeling van toepassing is.
Conclusie
De beslissing van het Bundesfinanzhof maakt de hoge drempels voor inzage in belastingdossiers buiten lopende fiscale procedures duidelijk. Daarmee worden de persoonlijkheidsrechten en het belastinggeheim ook in economische contexten aanzienlijk versterkt. Rechtzoekenden die opheldering wensen over fiscale kwesties, dienen de actuele vereisten zorgvuldig te laten toetsen.
Voor diepgaand juridisch advies en een deskundige beoordeling van individuele kwesties zijn de Rechtsanwalt van MTR Legal graag uw aanspreekpunt.