Inspanningsverplichting van de handelsagent

News  >  Handelsrecht  >  Inspanningsverplichting van de handelsagent

Arbeitsrecht-Anwalt-Rechtsanwalt-Kanzlei-MTR Legal Rechtsanwälte
Steuerrecht-Anwalt-Rechtsanwalt-Kanzlei-MTR Legal Rechtsanwälte
Home-Anwalt-Rechtsanwalt-Kanzlei-MTR Legal Rechtsanwälte
Arbeitsrecht-Anwalt-Rechtsanwalt-Kanzlei-MTR Legal Rechtsanwälte

Verplichtingen moeten tot het einde van het contract worden nagekomen – OLG Keulen, zaaknr. 19 U 150/22

 

Een handelsagent kan na zijn opzegging van het handelsagentencontract niet zomaar de benen omhoog gooien. Hij moet zich in ieder geval inspannen om tot het einde van het contract nog steeds omzet te genereren. Dit heeft het OLG Keulen op 22 september 2023 duidelijk gemaakt met een vonnis (zaaknr.: 19 U 150/22).

Rechten en verplichtingen van de contractpartijen zijn wettelijk of in het handelsagentencontract geregeld. Deze regelingen gelden tot het einde van het contract, ook als een partij het contract al heeft opgezegd. Zo verplicht de handelsagent zich overeenkomstig § 86 HGB om zich in te spannen voor de bemiddeling en het afsluiten van transacties en daarbij de belangen van het bedrijf te behartigen. Van deze verplichting wordt hij niet door zijn opzegging vrijgesteld. Tot de afloop van het handelsagentencontract moet hij zijn verplichtingen blijven nakomen, aldus het advocatenkantoor MTR Legal , dat onder andere adviseert in handelsrecht.

 

Afnemen van transacties na opzegging

 

In het onderliggende geval werkte de handelsagent op part-time basis voor de gedagvaarde onderneming en bemiddelde in financiële diensten zoals bouwspaarcontracten, verzekeringscontracten, kapitaalbeleggingen of vastgoed. Voor een succesvolle bemiddeling ontving hij een provisie.

In augustus 2020 zegde hij het contract op per 28 februari 2021. Vanaf het moment van zijn opzegging behaalde hij aanzienlijk minder transacties dan daarvoor. Hij verklaarde de afname met de gevolgen van de coronapandemie, die het persoonlijk contact met de klanten onmogelijk maakte en dat contact per telefoon of mail om juridische redenen uitgesloten was.

Het bedrijf zag dit echter anders. De handelsagent zou sinds zijn opzegging geen verkoopactiviteiten meer hebben ontplooid en daarmee zijn inspanningsverplichting hebben geschonden. Daarom stelde het bedrijf via een tegenvordering schadevergoedingsclaims in tegen de handelsagent.

 

Verplichtingsovertreding van de handelsagent

 

Het juridisch geschil belandde uiteindelijk voor het OLG Keulen. Het hof oordeelde dat het bedrijf recht heeft op schadevergoeding omdat de handelsagent zijn verplichtingen heeft geschonden. Aangenomen wordt dus dat hij zijn verplichting, zoals vastgelegd in § 86 lid 1 zin 1 HGB, om te bemiddelen of om transacties af te sluiten, heeft geschonden.

Dit blijkt uit een vergelijking van de omzet die de handelsagent van september 2017 tot augustus 2020 heeft behaald, namelijk 16.327 zogeheten eenheden, met de omzet die hij na zijn opzegging van september 2020 tot februari 2021 heeft behaald – slechts 69 eenheden. Dit wijst erop dat de eiser na zijn opzegging zijn activiteiten voor het bedrijf slechts in een mate voortzette die niet overeenkwam met de hem opgelegde verplichtingen uit het agencycontract, aldus het OLG Keulen. De handelsagent heeft weliswaar geen afsluitingsplicht, maar wel een inspanningsplicht. De aanzienlijke daling van de transacties na de opzegging is een voldoende aanwijzing dat de eiser na zijn opzegging zijn inspanningsplicht niet meer voldoende is nagekomen, oordeelde de rechtbank.

 

Bedrijf heeft recht op schadevergoeding

 

De handelsagent heeft geen overtuigende andere reden voor de daling van de transacties aangevoerd. De verklaring dat de afname van de transacties te maken heeft met de gevolgen van de coronapandemie, volgde het OLG Keulen niet. Want de strikte lockdown viel juist in de periode voor de opzegging. Van september 2020 tot februari 2021 waren er daarentegen geen constante contactbeperkingen, aldus het OLG.

Een schending van de inspanningsplicht volgt uiteindelijk ook uit de eigen verklaring van de handelsagent. Want hij heeft aangegeven dat hij in de zes maanden na zijn opzegging slechts 13 klanten heeft bezocht, verduidelijkte de rechtbank verder.

Het bedrijf heeft daarom recht op schadevergoeding. De omvang van het recht volgt echter niet uitsluitend uit het verschil in omzet, want er moet rekening worden gehouden met een fluctuatiemarge bij succesvolle transacties. Bij afweging van alle omstandigheden in het individuele geval moet hier bij de schattingsberekening van de schade een aftrek van 30 procent van het resulterende verschil in behaalde eenheden bij vergelijking van de periodes voor en na de opzegging worden gedaan, aldus het OLG.

Het vonnis toont aan dat handelsagenten en bedrijven hun rechten en plichten serieus moeten nemen. Handelsagenten moeten hun inspanningen daarom documenteren.

 

MTR Legal biedt advies in handelsrecht en handelsagentenrecht.

Neem gerust contact met ons op!

Heeft u een juridisch probleem?

Plan uw consultatie – Kies uw gewenste tijd online of bel ons.
Landelijke Hotline
Nu bereikbaar

Nu terugbellen boeken

of schrijf ons!