Insolventierechtelijke betwisting van betalingen op geldboetes in het kader van geseponeerde strafprocedures
Recente uitspraken van de gerechtshoven onderstrepen het belang van insolventierechtelijke randvoorwaarden bij betalingen die worden gedaan als onderdeel van een seponering van een strafrechtelijk onderzoek tegen betaling van een geldbedrag. Met het arrest van 4 december 2023 (zaaknummer: 4 U 137/23) heeft het Oberlandesgericht Frankfurt am Main duidelijk gemaakt dat ook dergelijke betalingen door de curator kunnen worden aangevochten indien aan bepaalde voorwaarden is voldaan. In de praktijk raakt deze beslissing niet alleen het strafrecht, maar heeft zij aanzienlijke gevolgen voor het gehele insolventie- en vennootschapsrecht – evenals voor de betrokken organisaties.
Insolventierechtelijke achtergrond en kern van het geschilpunt
De seponering van een strafrechtelijk onderzoek onder de voorwaarde van een geldboete volgens § 153a StPO behoort tot het vaste instrumentarium van de opsporingsautoriteiten. In het kader van een dergelijke seponering verplicht de verdachte zich in veel gevallen om een bepaald bedrag te betalen ten gunste van een goed doel of de staatskas. Tot nu toe waren dergelijke betalingen vaak onderwerp van insolventierechtelijke discussies, met name met betrekking tot de mogelijkheid deze ten gunste van de boedel aan te vechten zodra een insolventieprocedure is geopend.
In het voorliggende geval deed een onderneming die onderwerp was van een onderzoek, de vereiste betaling kort vóórdat het verzoek tot opening van de insolventieprocedure werd ingediend. Nadat een curator was benoemd, betwistte deze de betaling en vorderde de terugbetaling van het geld onder verwijzing naar de beginselen van de insolventie-aanvechting.
Inhoud en reikwijdte van de uitspraak van het OLG Frankfurt
Het OLG Frankfurt heeft in zijn uitspraak bevestigd dat betalingen die in het kader van een seponering onder geldboete zijn gedaan, in principe aanvechtbaar zijn. De rechtbank baseerde zich hoofdzakelijk op de bepalingen van §§ 129 e.v. InsO. Met name werd de betaling aangemerkt als een rechtshandeling die het geheel van de schuldeisers benadeelt, aangezien anders een deel van het vennootschapsvermogen definitief aan de boedel zou worden onttrokken. Het feit dat een geldboete verband houdt met een strafrechtelijke zaak en op overheidsbevel is opgelegd, ontslaat volgens het OLG Frankfurt niet van insolventierechtelijke toetsing.
In haar motivering benadrukte de rechtbank dat de door de wetgever beoogde doelen van het insolventierecht – de gelijke behandeling van schuldeisers en het voorkomen van eenzijdige vermogensverschuivingen – ook in gevallen van seponering van een onderzoek in acht moeten worden genomen. De geldboete maakt weliswaar deel uit van een procedurele afwikkeling, maar leidt tot een vermogensverschuiving die in een individueel geval de mogelijkheden van andere schuldeisers om te worden voldaan kan verminderen.
Praktische gevolgen en bijzondere probleemstellingen
De uitspraak brengt aanzienlijke onzekerheid met zich mee voor organisaties die regelmatig ontvangers zijn van betalingen in het kader van opgelegde geldboetes. Anbi’s, stichtingen of andere instellingen zijn nu verplicht om giften die zij ontvangen uit mogelijk aan insolventie gerelateerde situaties kritisch te beoordelen in het licht van het aanvechtingsrecht. Omdat de aanvechtingstermijnen soms meerdere jaren kunnen bedragen, kan rechtszekerheid omtrent de geldstromen naar dergelijke ontvangers niet onbeperkt worden gegarandeerd.
Er ontstaan ook gevolgen aan de kant van de betalende ondernemingen en hun organen. Als boetes worden voldaan kort voordat betalingsonmacht dreigt of reeds in het stadium van bestaande overmatige schulden, bestaat er een aanzienlijk risico dat deze betalingen terugbetaald dienen te worden. Doorslaggevend is met name het moment waarop de objectieve insolventietoestand zich voordeed en of de betaling op een aanvechtbare wijze plaatsvond.
Plaatsbepaling van de uitspraak in de insolventierechtelijke context
Het arrest is in overeenstemming met het in de Insolventiewet gecodificeerde beginsel dat alle schuldeisers gelijk behandeld moeten worden en dat bevoordelende individuele toewijzingen – ongeacht het doel daarvan – in beginsel via de aanvechtingsweg mogen worden teruggevorderd. In samenhang met § 134 InsO kan het opleggen van een geldboete als een kosteloze handeling worden beschouwd, voor zover daar geen evenwaardige tegenprestatie tegenover staat. Naast de zuivere geldstromen moet bovendien in aanmerking worden genomen dat insolventierechtelijke kwesties vaak departementoverschrijdende relevantie hebben – bijvoorbeeld met betrekking tot fiscale gevolgen of mogelijke aansprakelijkheidsrisico’s voor bestuursorganen.
Vooruitblik en handelingsmogelijkheden voor partijen
De recente uitspraak biedt extra stof tot debat over de inrichting van toekomstige seponeringen tegen betaling van een geldbedrag. Met name het bewijzen van goede trouw aan de kant van de ontvanger zal een belangrijke rol spelen om aanvechtingsvorderingen af te weren. Tevens is het onduidelijk in hoeverre de rechtspraak in de toekomst zal teruggrijpen op § 851 lid 1 ZPO of soortgelijke bepalingen, om bepaalde schenkingen sterker te privilegiëren of te reguleren. Gezien de voortdurende behoefte aan verduidelijking bij individuele vragen blijft de verdere ontwikkeling aandachtig te volgen.
Opmerking over de rechtspositie
Tot slot wordt gewezen op het beginsel van onschuldpresumptie bij lopende procedures. In het beschreven geval gaat het om een individuele rechterlijke beslissing waarvan de verbindendheid beperkt is tot het concrete feitencomplex. Het oordeel van het OLG Frankfurt is onder zaaknummer 4 U 137/23 te raadplegen. (Bron: https://urteile.news/OLG-Frankfurt-am-Main4-U-13723Zahlung-auf-Geldauflage-zur-Einstellung-eines-Strafverfahrens-kann-insolvenzrechtlich-angefochten-werden~N34719.)
Individugerelateerde juridische beoordelingen vereisen altijd inachtneming van de specifieke omstandigheden van het geval. Bij vragen over de insolventierechtelijke behandeling van seponeringen tegen betaling van een geldbedrag of aanverwante onderwerpen, kunnen de contactpersonen bij MTR Legal Rechtsanwalt op basis van hun ruime ervaring in het nationale en internationale ondernemingsrecht nadere informatie verstrekken.