Bedrijven moeten rekening houden met de gevolgen van het HvJEU-arrest
Het HvJEU heeft bij arrest van 7 december 2023 geoordeeld dat de Schufa-score op zichzelf niet doorslaggevend mag zijn voor de kredietwaardigheid (Zaak C-634/21). Het arrest heeft niet alleen gunstige gevolgen voor consumenten, maar ook verstrekkende betekenis voor bedrijven, die moeten nagaan of ze hun beslissingen over contractsluitingen in overeenstemming met de privacywetgeving nemen of dat zij met hun huidige praktijk wellicht tegen de bepalingen van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) handelen.
Iedereen heeft in feite al eens, vaak ongemerkt, met het kredietbureau Schufa te maken gehad. Want voordat een bank een lening verstrekt, contracten voor mobiele telefoons worden afgesloten, of er van energieleverancier wordt gewisseld, worden vaak bij kredietbureaus zoals de Schufa informatie over de kredietwaardigheid ingewonnen. Een slechte score kan de afwijzing van een contract of krediet tot gevolg hebben. Het Europese Hof van Justitie heeft nu besloten dat deze praktijk zoals die tot nu toe gebruikelijk was, niet toegestaan is en tevens een inbreuk op de AVG betekent. Dit heeft ook gevolgen voor bedrijven die bepaalde beslissingen op basis van zo’n score hebben genomen, aldus het advocatenkantoor MTR Legal, dat o.a. adviseert op het gebied van IT-recht.
Score-waarde vertegenwoordigt kredietwaardigheid
Bij zogenaamde scoring wordt door een wiskundig-statistisch proces de kredietwaardigheid van een consument gecontroleerd. Hoe slechter de berekende score-waarde, des te moeilijker wordt het voor de betreffende persoon om een lening te krijgen of het gewenste contract af te sluiten. De bestuursrechtbank Wiesbaden wilde nu van het HvJEU weten of deze werkwijze toegestaan is en legde de rechters in Luxemburg overeenkomstige vragen voor een prejudiciële beslissing voor. In het bijzonder moest het HvJEU verduidelijken of door de scoring een schending van artikel 22, lid 1 AVG, plaatsvindt. Volgens deze regeling mogen beslissingen die tegenover de betrokken persoon een rechtsgevolg hebben, niet uitsluitend op geautomatiseerde verwerking berusten.
In de onderliggende zaak had een vrouw vanwege haar slechte score-waarde geen lening ontvangen. Ze eiste van Schufa dat haar vermelding werd verwijderd en dat ze toegang kreeg tot de opgeslagen gegevens. Het kredietbureau gaf de consument echter alleen de vastgestelde score-waarde en de algemene principes voor de berekening mee. Meer gedetailleerde informatie over de gegevens die in de berekening zijn opgenomen, werd niet verstrekt.
Ongeldige geautomatiseerde beslissing
Het HvJEU oordeelde dat scoring volgens de AVG in principe als een ongeldige geautomatiseerde beslissing in een individueel geval moet worden beschouwd, voor zover banken of andere bedrijven hun beslissing over de kredietverlening of een contractsluiting in hoge mate van de score-waarde afhankelijk maken. Dergelijke beslissingen zouden niet in hoge mate op basis van een algemeen en anoniem algoritme moeten worden genomen. Veel meer zouden ook de individuele omstandigheden moeten worden in aanmerking genomen.
Deze beslissing is in eerste instantie gunstig voor consumenten. Banken en andere bedrijven die beslissingen vooral van een score-waarde afhankelijk hebben gemaakt, moeten nu echter nagaan hoe ze hun beslissingen in overeenstemming met de AVG kunnen nemen.
MTR Legal adviseert in IT-recht en over de AVG.
Neem gerust contact met ons op!