Schadevergoedingsaanspraken bij grensoverschrijdende concurrentieverstoringen
Bij klachten tegen concurrentieverstoringen staat het EU-recht een nationale regeling niet in de weg. Dat heeft het HvJEU met uitspraak van 16 februari 2023 besloten (Zaaknr.: C-312/21).
Bij grensoverschrijdende schadevergoedingsaanspraken vanwege concurrentieverstoringen moet worden onderzocht of nationaal recht van toepassing is of dat het in strijd is met bepalingen van de EU. Het advocatenkantoor MTR Legal Rechtsanwälte adviseert op het gebied van internationaal recht.
Schadevergoedingseis vanwege concurrentieverstoring
In de procedure voor het HvJEU hadden twee Spaanse ondernemingen een schadevergoedingseis ingediend tegen een Duitse maatschappij wegens een overtreding van het mededingingsrecht. De eisers beweerden dat zij door de overtreding schade hadden geleden en legden daarvoor een deskundigenrapport voor.
De bevoegde Spaanse rechtbank had twijfels of het Spaanse procesrecht verenigbaar is met het recht van de EU. Volgens Spaans recht draagt elke partij haar eigen kosten en de helft van de gemeenschappelijke kosten. Om te laten vaststellen of deze regeling in overeenstemming is met het unierecht, legde de rechtbank vragen ter prejudiciële beslissing voor aan het Hof van Justitie van de Europese Unie.
Uniewetgeving staat niet in de weg aan Spaanse voorschriften
Het HvJEU stelde vast dat de uniewetgeving inzake schadevergoedingsclaims in de zin van Richtlijn 2014/104 niet in de weg staat aan een nationale civiele procesregel, waarbij elke partij haar kosten en de helft van de gezamenlijke kosten draagt, mits er geen sprake is van misbruik. Het Hof voerde verder aan dat een dergelijke nationale regeling de uitoefening van het recht op volledige vergoeding van de door de mededingingsverstoring veroorzaakte schade niet praktisch onmogelijk maakt en ook niet buitensporig moeilijk.
Buitencontractuele aansprakelijkheid van ondernemingen
Ter onderbouwing maakte het HvJEU duidelijk dat het hier anders dan bij claims van consumenten gaat om een geval van buitencontractuele aansprakelijkheid van ondernemingen. Hier is er een machtsevenwicht tussen de partijen dat door de nationale maatregelen ter uitvoering van Richtlijn 2014/104 zou kunnen worden hersteld. Daarom is het ook redelijk dat een deels in het ongelijk gestelde partij haar eigen kosten of op z’n minst een deel daarvan en een deel van de gemeenschappelijke kosten draagt, wanneer het ontstaan van deze kosten bijvoorbeeld door overdreven eisen als gevolg van de procesvoering aan haar kan worden toegerekend.
Voorwaarden van de schatting van schade
Bij een schade schatting door een nationale rechtbank oordeelde het HvJEU dat een dergelijke schatting veronderstelt dat er aantoonbaar schade is. Bovendien moet het praktisch onmogelijk of ten minste buitensporig moeilijk zijn om de schade exact te berekenen. De informatie-asymmetrie hoeft daarbij niet in aanmerking te worden genomen, omdat moeilijkheden bij de exacte bepaling van de schade ook mogelijk zijn, wanneer beide partijen hetzelfde niveau van informatie hebben, aldus de Luxemburgse rechters.
Achtergrond van de procedure zijn schadevergoedingsclaims door een vastgestelde schending van het kartelrecht.
Advocaat voor internationaal recht
Bij grensoverschrijdende schadevergoedingseisen moet een in internationaal recht ervaren advocaat worden ingeschakeld.
MTR Legal Rechtsanwälte adviseert op het gebied van internationaal recht. Neem contact op.