HvJ-EU-arrest: SCHUFA-score mag geen hoofdcriterium zijn voor kredietwaardigheid

News  >  Bankrecht  >  HvJ-EU-arrest: SCHUFA-score mag geen hoofdcriterium zijn voor kredietwaardigheid

Arbeitsrecht-Anwalt-Rechtsanwalt-Kanzlei-MTR Legal Attorneys
Steuerrecht-Anwalt-Rechtsanwalt-Kanzlei-MTR Legal Attorneys
Home-Anwalt-Rechtsanwalt-Kanzlei-MTR Legal Rechtsanwälte
Arbeitsrecht-Anwalt-Rechtsanwalt-Kanzlei-MTR Legal Attorneys

Belangrijke verduidelijkingen van het Europees Hof van Justitie over de rol van de SCHUFA-score bij kredietwaardigheidsbeoordeling

Op 7 december 2023 heeft het Europees Hof van Justitie (HvJ-EU) in het kader van meerdere prejudiciële procedures (Zaaknrs. C-634/21, C-26/22 en C-64/22) uitspraken gedaan die het tot nu toe geldende inzicht over de verwerking en het gebruik van de zogenoemde SCHUFA-score fundamenteel herzien. De uitspraken raken essentiële aspecten van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG), de beoordeling van kredietwaardigheid en de afweging van privacybelangen tussen betrokken personen en kredietinformatiebureaus.

Achtergrond van de uitspraak

De procedures betroffen klachten van burgers die zich keerden tegen de geautomatiseerde verwerking en het doorslaggevende gebruik van SCHUFA-scores door banken en andere zakelijke partners bij kredietbesluiten. In feite moest worden opgehelderd of en in welke mate de op algoritmen gebaseerde score doorslaggevend mag zijn voor de toekenning van krediet – bijvoorbeeld bij leningsaanvragen, leasecontracten of het aangaan van overeenkomsten.

Gegevensverwerking en geautomatiseerde besluitvorming

De score als persoonsgebonden profilering

Het HvJ-EU heeft verduidelijkt dat het opstellen van een SCHUFA-score een vorm van “profilering” is in de zin van art. 4 nr. 4 AVG. Hierbij worden gegevens, in het bijzonder over betaal- en contracttrouw, geaggregeerd, geanalyseerd en vertaald naar een numerieke beoordeling. Daaruit volgt een persoonsgebonden risicoprofiel dat ter beschikking staat aan banken en andere zakelijke partners.

Doorslaggevendheid in de zin van de AVG

Bijzonder relevant is de vaststelling dat het uitsluitend of doorslaggevend gebruik van zo’n score voor het sluiten of afwijzen van een overeenkomst een geautomatiseerd individueel besluit in de zin van art. 22 AVG vormt. Leidend is de vraag of er nog een menselijke beoordeling plaatsvindt of dat het numerieke resultaat van de score feitelijk bindend is voor de beslissing.

Gevolgen voor de zakelijke praktijk van kredietinstellingen en kredietinformatiebureaus

Toelaatbaarheid van geautomatiseerde besluiten

Volgens de uitspraken is het banken, verzekeraars en andere contractspartijen voortaan niet toegestaan de SCHUFA-score als enige of doorslaggevende beslissingsfactor te gebruiken, zolang er geen voldoende waarborgen zijn getroffen om een aanvullende individuele beoordeling te garanderen. Alleen een ondersteunend karakter van de score-informatie is mogelijk.

Transparantie en informatieverplichtingen

De uitspraken onderstrepen ook het recht van betrokkenen op transparante informatie volgens art. 15 AVG. Ondernemingen zijn verplicht open te leggen in welke mate en op welke databasis de score wordt berekend en hoe deze score in het besluitvormingsproces is gebruikt.

Overige rechtsvragen: Regeling van oude lasten en gegevensverwijdering

Verwerking van restschuldbewijzen

Een ander centraal onderwerp was de omgang met informatie over verleende restschuldbewijzen en de opslag hiervan binnen scoringprocessen. Het HvJ-EU verduidelijkte dat nationale regels die het langer bewaren van deze gegevens toestaan dan door openbare registers is voorzien, strijdig zijn met het Unierecht. Dit betekent dat een voortgezette opslag en het gebruik van dergelijke vermeldingen door kredietinformatiebureaus zoals SCHUFA niet meer toegestaan is zodra de overheidsregisters de betreffende informatie hebben verwijderd.

Verwijderings- en verbeteringsrechten

Voor betrokkenen volgt uit de uitspraken een versterkt recht op verwijdering of correctie van onjuiste of verouderde, scoregerelateerde gegevens. Met name mogen gegevens over restschuldbewijzen niet langer worden opgeslagen dan door openbare registers is toegestaan.

Gevolgen voor de kredietbranche en contractpraktijk

De uitspraken van het HvJ-EU concretiseren niet alleen de interpretatie van de AVG in verband met kredietwaardigheidsbeoordelingen, maar raken ook fundamentele bedrijfsmodellen van kredietinformatiebureaus en kredietinstellingen. Banken en verzekeringsmaatschappijen worden verplicht hun kredietbeoordelingsprocessen om te zetten naar multilaterale uitgangspunten, om zuiver geautomatiseerde weigeringen op basis van een score in de toekomst te vermijden.

Eisen aan de motivering van besluiten

In de toekomst is een gedetailleerde documentatie en eventueel menselijke beoordeling van het individuele geval vereist om te voldoen aan de eisen van het HvJ-EU en de AVG. De uitspraken versterken de rechtspositie van consumenten en verhogen de eisen aan transparantie en controleerbaarheid bij de omgang met persoonsgegevens.

Mogelijke gevolgen voor de praktijk

Gezien deze rechtspraak valt te verwachten dat zowel het informatiebeheer als de processen rond kredietwaardigheidsbeoordeling binnen veel ondernemingen ingrijpend zullen worden aangepast. Tegelijk zullen toezichthoudende autoriteiten op gegevensbescherming toezien op de correcte implementatie en zo nodig ingrijpen.

Conclusie en vooruitblik

De recente uitspraken van het HvJ-EU markeren een mijlpaal in het privacyrecht en zorgen voor aanzienlijke rechtsontwikkeling met betrekking tot het omgaan met scoringgegevens, met name de SCHUFA-score. De reikwijdte van de uitspraken is niet beperkt tot de kredietsector, maar heeft invloed op de gehele praktijk van kredietwaardigheidsbeoordeling. Ondernemingen, banken en kredietinformatiebureaus worden uitgedaagd hun besluitvormingsprocessen grondig te heroverwegen om aan de eisen van het Unierecht te voldoen.

Voor bedrijven, investeerders en particulieren ontstaan hierdoor nieuwe uitdagingen en vraagstukken, bijvoorbeeld met betrekking tot gegevensbeschermingsconforme inrichting van interne processen, de belangenafweging bij de kredietwaardigheidsbeoordeling en de waarborging van inzage- en correctierechten.

Bij complexe vraagstukken en individuele kwesties die door de nieuwe rechtspraak van het HvJ-EU en de implementatie daarvan in de praktijk ontstaan, kunnen gerichte juridische beoordelingen duidelijkheid verschaffen.

Let op: Dit artikel dient uitsluitend ter informatie. Bij verdere vragen kunnen de Rechtsanwalt van MTR Legal gebruik maken van hun uitgebreide ervaring op het gebied van bank-, privacy- en contractenrecht.

Heeft u een juridisch probleem?

Reserveer uw consult – kies uw gewenste datum online of bel ons.
Landelijk telefoonnummer
Nu bereikbaar

Boek nu een terugbelverzoek

of schrijf ons!