Recente uitspraak van het Gerecht van de Europese Unie – Merkbescherming voor de vorm van de Rubik’s Cube geweigerd
Het Gerecht van de Europese Unie (GvEU) heeft met zijn uitspraak van 10 juli 2024 (Zaak T-117/23) opnieuw centrale vragen behandeld over de bescherming van driedimensionale merken. Centraal stond de mogelijkheid om de vorm van de wereldberoemde Rubik’s Cube als merk te registreren. De beslissing verduidelijkt de strenge eisen aan de beschermbaarheid van productvormen en geeft belangrijke aanwijzingen over de reikwijdte en grenzen van merkrechten binnen de Europese interne markt.
Juridische achtergrond – De registratie van driedimensionale merken in de Europese Unie
Begrip en beschermingsvereisten
De registratie van driedimensionale merken in de zin van de Uniemerkenverordening (UMV) vereist dat de aangemelde vorm zogenoemde onderscheidend vermogen heeft in de zin van art. 7 lid 1 sub b UMV. Dit betekent dat het teken geschikt moet zijn om de waren van één onderneming van die van andere te onderscheiden. Voor productvormen geldt bovendien dat ze niet uitsluitend door de aard van de waar zelf bepaald mogen zijn (art. 7 lid 1 sub e UMV). Hiermee wordt voorkomen dat essentiële vormgevingskenmerken die tot de technische functie behoren, gemonopoliseerd worden.
Merkgeschiedenis van de Rubik’s Cube
In het verleden hebben zowel het Bureau voor intellectuele eigendom van de Europese Unie (EUIPO) als verschillende rechtbanken zich al beziggehouden met de vraag of de vormgeving van de Rubik’s Cube merkrechtelijke bescherming geniet. De oorspronkelijke registratie van het driedimensionale merk in 1999 werd na een jarenlang toetsingsproces en meerdere juridische geschillen in 2017 ingetrokken. Het huidige geschil betrof een nieuwe poging tot registratie door de merkhouder.
De uitspraak van het Gerecht: Geen registratiemogelijkheid voor de Rubik’s Cube-vorm
Feiten en procesverloop
In de oorspronkelijke procedure had de merkhouder registratie aangevraagd van een specifieke blokvorm met karakteristiek ruitpatroon. Het EUIPO wees de aanvraag af met de motivering dat de vorm geen onderscheidend vermogen bezit en bovendien technisch bepaald is. De hiertegen ingestelde vordering werd door het Gerecht van de Europese Unie nu afgewezen.
Motivering van het Gerecht
Na uitvoerig onderzoek bevestigde het Gerecht de beslissing van het EUIPO. Doorslaggevend was dat het driedimensionale uiterlijk van de Rubik’s Cube vooral door de technische functie – namelijk de draai- en roteerbaarheid van de segmenten – wordt bepaald. Daarnaast ontbreekt het ontwerp aan onderscheidend vermogen, aangezien de vorm door haar functionaliteit is voorgeschreven en niet als herkomstaanduiding voor een bepaald bedrijf wordt gezien.
De rechters benadrukten dat merkrecht niet tot gevolg mag hebben dat technische oplossingen voor altijd worden gemonopoliseerd. Hiervoor is het octrooirecht bedoeld, dat qua tijd beperkt is en innovatie moet stimuleren. Al in eerdere uitspraken had het Europees Hof van Justitie duidelijk gemaakt dat de technische functie geen grondslag mag vormen voor merkbescherming.
Betekenis voor de praktijk
De recente beslissing onderstreept de restrictieve lijn van Europese autoriteiten en gerechtshoven bij de beoordeling van technische vormen als merk. Zij sluit aan bij het beschermingsdoel van het Uniemerk, waarbij alleen die tekens worden beschermd die daadwerkelijk als aanduiding van herkomst dienen en niet – permanent en exclusief – algemene technische oplossingen aan de concurrentie worden onttrokken.
Implicaties voor merkhouders en ondernemingen
Bescherming van alternatieve ontwerpvormen
Ondernemingen die innovatieve productdesigns ontwikkelen, moeten zich er steeds meer van bewust zijn dat merkrechtelijke bescherming voor louter technische vormen sterk is beperkt. Naast de mogelijkheid van een tijdelijke octrooibescherming kan het daarom raadzaam zijn om strategisch alternatieve aanduidingen van herkomst en marketingconcepten te overwegen, zoals het inzetten van originele tekens via woord- of beeldmerken die los van de technische vorm bescherming kunnen bieden.
Afgrenzing ten opzichte van andere beschermingsrechten
De uitspraak illustreert ook de risico’s van overlappende beschermingsstrategieën. Het is altijd noodzakelijk om zorgvuldig te beoordelen welk beschermingsrecht het meest geschikt is voor een bepaalde innovatie. Daarbij moet worden voorkomen dat een poging tot merkregistratie van technische oplossingen niet leidt tot risico’s op mededingings- of kartelrechtelijke sancties.
Betekenis voor lopende en toekomstige procedures
Het vonnis zou ook invloed kunnen hebben op andere, momenteel nog lopende zaken waarin de registratiemogelijkheid van niet-functionele ontwerpkenmerken wordt betwist. Merkaanvragers dienen daarom per geval zorgvuldig te beoordelen of een gevraagde vorm uitsluitend een technische functie dient of een eigen merkelijk element kent.
Conclusie en vooruitblik
Het vonnis van het GvEU is een duidelijk signaal voor de eisen aan het onderscheidend vermogen en de technische bepaaldheid bij driedimensionale merken. Bedrijven en investeerders die actief zijn op het gebied van productdesign of technische innovaties krijgen met deze beslissing opnieuw belangrijke handvatten voor het ontwikkelen van hun beschermingsstrategie binnen de Europese markt. Het onderwerp blijft in beweging – vooral vanwege de voortschrijdende technische ontwikkelingen en globalisering.
Het team van MTR Legal Rechtsanwälte, landelijk en internationaal actief op het gebied van intellectuele eigendom, vennootschapsrecht, handels-, fiscaal- en IT-recht, volgt de ontwikkelingen in het merkenrecht voor haar cliënten continu. Bij verdiepende juridische vragen over merkenstrategieën in verband met productdesign of vormmerken staan de Rechtsanwalt van MTR Legal graag als contactpersoon ter beschikking.
Bronvermelding: De hier besproken uitspraak betreft het vonnis van het Gerecht van de Europese Unie van 10 juli 2024, Zaak T-117/23. Stand: augustus 2024. Procedures kunnen op het moment van publicatie nog niet zijn afgerond.