Juridische classificatie van tijdelijke goudinkoopacties in de ambulante handel
Het Oberverwaltungsgericht Noordrijn-Westfalen heeft in het arrest van 17 maart 2022 (Az. 4 A 1381/18) fundamentele vragen verduidelijkt over de toelaatbaarheid van tijdelijke goudinkoopacties binnen de ambulante handel. De uitspraak behandelt de reikwijdte van het verbod op de aan- en verkoop van edelmetalen in het kader van commerciële ambulante activiteiten en biedt daarmee belangrijke impulsen voor de praktijk van handelaren in goud en andere edelmetalen.
Achtergrond: Het verbod in de ambulante handel
Volgens § 56 lid 1 nr. 1 GewO is het ambulante ondernemers in principe verboden om edelmetalen, onbewerkte edelstenen en goederen van goud, zilver of platina buiten een vaste vestiging te kopen of te verkopen. Deze bepaling dient ter bescherming van consumenten, die door het ontbreken van regelmatig bezochte bedrijfsruimten een verhoogd risico lopen op oneerlijke handelspraktijken en overrompeling.
Jurisprudentie van het OVG Noordrijn-Westfalen
Centraal in de procedure stond de vraag of commercieel georganiseerde, maar op verschillende locaties en slechts tijdelijk uitgevoerde goudinkopen onder het verbod op de aan- en verkoop van edelmetalen in de ambulante handel vallen. De eiseres had in de regio Noordrijn-Westfalen zogenaamde goudinkoopacties uitgevoerd en stelde dat deze acties, door hun plaatselijke en tijdelijke aard, niet onder het verbod vielen.
De rechtbank maakte echter duidelijk dat ook dergelijke acties, die in wisselende, deels speciaal gehuurde ruimten voor beperkte tijd plaatsvinden, het karakter van de ambulante handel niet verliezen. Doorslaggevend is niet of tijdelijke ruimtes worden gehuurd, maar dat de bedrijfsactiviteit niet aan een permanent ingerichte bedrijfsruimte is gebonden. Ook als de wervingsvorm – bijvoorbeeld door kortstondige reclame, aankondigingen of het wisselend aanwezig zijn op verschillende locaties – wordt toegepast, blijven de essentiële kenmerken van de ambulante handel in de zin van de Handelsreglementering gehandhaafd.
Het OVG heeft met name benadrukt dat het verbod van § 56 GewO niet mag worden omzeild door voortdurend van locatie te wisselen of door het inrichten van tijdelijke verkoop- of inkoopplaatsen die alleen uiterlijk lijken op een vaste vestiging. Beslissend blijft het ontbreken van een permanente vestiging en de daaruit voortvloeiende risico’s voor de contractspartijen.
Betekenis van de uitspraak voor de praktijk
Het arrest schept duidelijkheid en biedt de toezichthoudende autoriteiten een solide basis om gericht op te treden tegen ongeoorloofde goudinkoopacties binnen de ambulante handel. Dit betreft niet alleen klassieke “mobiele” goudinkopers die bijvoorbeeld op beurzen, in hotels of op parkeerplaatsen actief zijn. Ook aanbieders die incidenteel winkel- of kantoorruimte slechts voor korte tijd gebruiken en daarmee slechts een vaste vestiging simuleren, kunnen door het optreden van de autoriteiten worden geraakt.
Voor ondernemingen en handelaren binnen de edelmetaalbranche ontstaan uit het arrest zwaardere eisen ten aanzien van het toetsen van de eigen bedrijfsstructuur. De classificatie als ambulante handel kan verstrekkende gevolgen hebben voor de verlening of het behoud van een handelsvergunning, en kan bovendien toezichtrechtelijke consequenties met zich meebrengen. Evenzeer van belang zijn transparantie tegenover contractspartijen en het strikt naleven van consumentenbeschermende voorschriften.
Afbakeningsproblematiek ten opzichte van de vaste vestiging
Het arrest benadrukt dat niet uitsluitend de uiterlijke vormgeving van een bedrijfsruimte, maar de daadwerkelijke bestemming en het gebruik bepalend zijn voor de afbakening met een vaste vestiging. Voor het merendeel van de goudinkoopacties – ongeacht of deze plaatsvinden in gehuurde hotelkamers, tijdelijk ingerichte pop-up winkels of gemeenschapszalen – blijft de ambulante handel leidend, zolang de bedrijfsactiviteit niet permanent en regelmatig op dezelfde plaats wordt uitgeoefend.
Vooruitblik en actuele ontwikkelingen
De uitspraak van het OVG Noordrijn-Westfalen geeft inzicht in de strikte hantering van het verbod op verhandeling volgens de Handelsreglementering en zal waarschijnlijk richtinggevend zijn voor vergelijkbare gevallen op nationaal niveau. Ondernemingen die grensoverschrijdend actief zijn of over nationale vestigingen beschikken, dienen daarom de lokale regelgeving zorgvuldig in acht te nemen.
Het dient te worden opgemerkt dat procedures inzake het recht op ambulante handel en edelmetalen vaak gepaard gaan met complexe afwegingen en dat in het concrete geval afwijkende beoordelingen mogelijk zijn.
Het arrest is gebaseerd op een gepubliceerde uitspraak, die onder de volgende bron te raadplegen is: urteile.news/OVG-Nordrhein-Westfalen_4-A-138118_Goldankaufaktionen-fallen-unter-das-An-und-Verkaufsverbot-im-Reisegewerbe~N31534.
Gezien de geschetste complexiteit van het handelsrechtelijk kader voor tijdelijke edelmetaalaankopen kan bij verdere juridische vragen een individuele beoordeling zinvol zijn. De Rechtsanwalt bij MTR Legal staat u hiervoor graag ter beschikking.