Gerecht van de Europese Unie bevestigt verval van een merk

News  >  Markenrecht  >  Gerecht van de Europese Unie bevestigt verval van een merk

Arbeitsrecht-Anwalt-Rechtsanwalt-Kanzlei-MTR Legal Rechtsanwälte
Steuerrecht-Anwalt-Rechtsanwalt-Kanzlei-MTR Legal Rechtsanwälte
Home-Anwalt-Rechtsanwalt-Kanzlei-MTR Legal Rechtsanwälte
Arbeitsrecht-Anwalt-Rechtsanwalt-Kanzlei-MTR Legal Rechtsanwälte

Indien geregistreerde merken niet ernstig worden gebruikt, kunnen ze vervallen. Dat blijkt ook uit een uitspraak van het Gerecht van de Europese Unie (GvEU) van 8 juni 2022 (zaaknummers: T-26/21, T-27/21, T-28/21).

Merken vertegenwoordigen een hoge waarde. Des te belangrijker is het om ze te laten registreren en daarmee te beschermen. De merkbescherming kan echter verloren gaan als de eigenaar het merk niet gebruikt, zegt advocaat Michael Rainer, MTR Rechtsanwälte.

Dat de merkbescherming bij niet-gebruik vervalt, moest ook een groot technologiebedrijf bij het GvEU ervaren. Het bedrijf had tussen 1997 en 2005 voor bepaalde computerproducten een woordmerk als merk van de Europese Unie laten registreren.

In 2016 diende een concurrent in drie gevallen bij het Bureau voor Intellectuele Eigendom van de Europese Unie (EUIPO) verzoeken in tot verval van de geregistreerde merken. Hij motiveerde de verzoeken hiermee dat het merk voor de betreffende jaren binnen een aaneengesloten periode van vijf jaar – tussen 2011 en 2016 – niet ernstig werd gebruikt. Het EUIPO verklaarde daarop het merk voor vervallen.

De oorspronkelijke merkhouder verzette zich daartegen en diende een klacht in bij het GvEU. Het bedrijf betoogde dat het EUIPO bij de beoordeling van het ernstige gebruik van het merk de hoge mate van aandacht van de relevante marktsegmenten niet heeft meegewogen. Dit probeerde het bedrijf ook met verkoopcijfers te onderbouwen.

Zonder succes. Het bedrijf had niet aangetoond dat het merk voor de betreffende goederen in de periode tussen 2011 en 2016 ernstig werd gebruikt, aldus het GvEU. Weliswaar had het bedrijf onder andere persartikelen overgelegd die het succes van de reclamecampagne met het woordmerk bewijzen. Echter, deze artikelen zijn ouder en voor de relevante periode niet van belang.

De uitspraak toont aan dat merkhouders moeten bewijzen dat ze een merk ook gebruiken, zodat het beschermd blijft. Voor de merkbescherming is het niet voldoende een merk te registreren, het moet ook ernstig worden gebruikt. De bewijslast daarvoor ligt volgens jurisprudentie van het Bundesgerichtshof bij de merkhouder.

Ervaren advocaten in merkenrecht kunnen advies geven.