Recht van de koper op voorschot voor transportkosten – Bundesgerichtshof verduidelijkt rechten en plichten bij nakoming achteraf
De recente uitspraak van het Bundesgerichtshof (BGH, arrest van 20 maart 2024 – VIII ZR 109/20) behandelt uitvoerig de vraag wanneer een koper in het kader van de garantie op gebreken recht heeft op een voorschot voor transportkosten ten opzichte van de verkoper. Daarbij staat met name centraal welke betekenis het heeft als de verkoper bereid is het gebrekkige gekochte product op eigen kosten en via eigen organisatie bij de koper op te halen.
Uitgangssituatie: Aanspraken bij gebreken aan zaken
Het Duitse kooprecht verplicht de verkoper volgens § 439 lid 2 Burgerlijk Wetboek (BGB) om de koper de noodzakelijke kosten in het kader van de nakoming achteraf te vergoeden. Hieronder vallen met name transport-, reis-, arbeids- en materiaalkosten. In de praktijk rijst echter vaak de vraag of de koper recht heeft op een voorschot voor deze kosten, of dat hij eerst moet voorschieten. Dit wordt extra relevant wanneer de koper op korte termijn niet over voldoende financiële middelen beschikt om omvangrijke of waardevolle goederen te versturen.
De kernboodschap van de actuele BGH-uitspraak
Het Bundesgerichtshof maakt duidelijk dat de koper in principe recht heeft op een voorschot voor transportkosten wanneer de verkoper zijn plicht om de kosten te dragen niet of niet tijdig nakomt, of wanneer de verkoper de koper niet met de kosten mag belasten. Dit recht op voorschot vervalt echter indien de verkoper de koper tijdig een gratis ophaalmogelijkheid voor het gebrekkige product aanbiedt en deze ook daadwerkelijk organiseert.
Ophalen in plaats van voorschot – Grenzen en voorwaarden
De BGH benadrukt dat het doel van de regeling in § 439 lid 2 BGB is om de koper effectief te beschermen tegen financiële lasten door nakoming achteraf. Komt de verkoper aan dit beschermingsbelang tegemoet door de gehele organisatie inclusief kosten voor de terugname van het gebrekkige object op zich te nemen, dan is ook het belang van de koper voldoende gewaarborgd. Het recht op voorschot is daarom subsidiair, dus van ondergeschikt belang, wanneer de verkoper zelf actie onderneemt.
Een relevante voorwaarde is dat het aanbod van de verkoper om op te halen, redelijkerwijs rekening houdt met de gerechtvaardigde belangen van de koper. Factoren zoals een acceptabele planning van datum en tijd, voorafgaande aankondiging en de waarborging van een correcte uitvoering zijn daarbij van essentieel belang. Als dit leidt tot een benadeling van de koper – bijvoorbeeld met het oog op zijn tijdsbesteding of economische risico’s – kan in individuele gevallen het recht op voorschot blijven bestaan.
Praktische gevolgen voor kopers en verkopers
Het BGH-arrest maakt duidelijk dat verkopers in het garantieproces actief mogen worden en niet per se een algemeen voorschot hoeven te betalen aan kopers. Kopers dienen op hun beurt te beoordelen in hoeverre een ophaalvoorstel in hun concrete situatie redelijk en uitvoerbaar is. Indien het aanbod echter hun gerechtvaardigde belangen schaadt of er blijven essentiële vragen over de organisatie van de ophaling open, kunnen er aanvullende aanspraken ontstaan.
Voorts maakt de hoogste rechtspraak duidelijk dat beide contractpartijen bij nakoming achteraf rekening met elkaar moeten houden en de legitieme belangen van de ander moeten respecteren. Vooral de wederzijdse communicatie is van centraal belang, niet in de laatste plaats om misverstanden en kostbare rechtsgeschillen te voorkomen.
Overblijvende vragen en spanningsvelden in de praktijk
De praktische uitvoering – vooral bij het onderscheid tussen redelijke en onredelijke ophaalvoorwaarden – blijft een belangrijk terrein voor rechterlijke beoordeling. Zo zal de afweging van belangen bij bijzonder omvangrijke of waardevolle objecten of bij moeizaam te bereiken locaties per geval moeten worden gemaakt.
De beslissing van het BGH versterkt in beginsel de positie van de verkoper, mits deze bereid is en actief maatregelen neemt voor gratis ophaling van het gebrekkige goed. Tegelijkertijd blijft er ook in de toekomst ruimte voor discussies, bijvoorbeeld wanneer organisatorische of feitelijke obstakels aan een dergelijke oplossing in de weg staan.
Voor ondernemingen, handelaren en kopende partijen kan een nauwkeurige beoordeling van de respectieve rechten en plichten met betrekking tot nakoming achteraf en de afwikkeling van transportkosten per individueel geval van aanzienlijk economisch belang zijn. Voor nadere juridische adviezen over individuele vragen binnen dit gebied staan de advocaten bij MTR Legal als contactpersoon ter beschikking.