Het gebruik van een vreemde merknaam kan bij keyword-advertising toegestaan zijn. Dat heeft het OLG Braunschweig met een uitspraak van 9 februari 2023 beslist (Az.: 2 U 1/22).
Reclame op internet vindt vaak plaats via zogenaamde keyword-advertising. Hierbij wordt er gebruik gemaakt van bepaalde trefwoorden, waardoor de advertentie in de resultatenlijst van de zoekmachine verschijnt. Problematisch kan het zijn als een vreemd beschermd merk als keyword wordt gebruikt. Dan rijst de vraag of keyword-advertising een inbreuk is op het merkenrecht, aldus het advocatenkantoor MTR Legal Rechtsanwälte, dat zich richt op advies in IP-recht en merkenrecht.
Het Oberlandesgericht Braunschweig heeft nu besloten dat het gebruik van een vreemde merknaam bij keyword-advertising toch toegestaan kan zijn. In de onderliggende zaak had de beklaagde exploitant van een vergelijkingsportaal een bekend en beschermd woordmerk gebruikt bij keyword-advertising. Dit leidde ertoe dat de zoekmachine haar op de tweede plaats vermeldde, direct achter de advertentie van de merkhouder, die eveneens een vergelijkingsportaal op internet beheert. Door het vreemde gebruik van haar geregistreerde merk zag de merkhouder enerzijds haar merkenrecht geschonden en anderzijds was dit volgens hen oneerlijke reclame.
In eerste instantie had hun vordering tot staking en vaststelling van schadevergoedingsplicht grotendeels succes. In het hoger beroep draaide het OLG Braunschweig het vonnis echter om. Volgens het OLG was er geen sprake van schending van het merkenrecht of de bedrijfsidentificatie. Daarom wees het de vordering af.
Als motivatie voerde het OLG aan dat volgens de rechtspraak van het Europese Hof van Justitie de merkhouder alleen kan ingrijpen tegen het gebruik van een met dit merk identiek teken als daardoor de functies van het geregistreerde merk worden aangetast. Dit was hier niet het geval, want de verstandige internetgebruiker kan aan de hand van de advertentie zien dat de door de beklaagde aangeboden dienst niet van de merkhouder afkomstig is.
Door de aanduiding als “Advertentie” boven de tekst wordt duidelijk dat het gaat om een betaalde advertentie, waarin het woordmerk niet genoemd wordt en er ook geen verwijzing is naar de merkhouder. Er is noch sprake van onrechtmatige merkgebruik noch van oneerlijke concurrentie, aldus het OLG.
Ervaren advocaten adviseren bij MTR Legal Rechtsanwälte in merkenrecht en IP-recht.
