Fraude bij onlinebankieren – Bank draagt bewijslast

Selektiv  >  Bankrecht  >  Fraude bij onlinebankieren – Bank draagt bewijslast

Arbeitsrecht-Anwalt-Rechtsanwalt-Kanzlei-MTR Legal Rechtsanwälte
Steuerrecht-Anwalt-Rechtsanwalt-Kanzlei-MTR Legal Rechtsanwälte
Home-Anwalt-Rechtsanwalt-Kanzlei-MTR Legal Rechtsanwälte
Arbeitsrecht-Anwalt-Rechtsanwalt-Kanzlei-MTR Legal Rechtsanwälte

BGH versterkt rechten van bankklanten – Zaaknummer: XI ZR 107/22

De schok is groot wanneer internetbankieren door criminelen wordt gehackt en onrechtmatige afschrijvingen van de rekening worden gedaan. Het Bundesgerichtshof heeft echter de rechten van de getroffen bankklanten versterkt met een uitspraak van 5 maart 2024 (zaaknummer: XI ZR 107/22). Het BGH heeft verklaard dat de bank de bewijslast draagt bij misbruik van transacties van de rekening.

Wanneer gegevens voor internetbankieren door phishing en andere frauduleuze methoden door criminelen worden gehackt, is de schok voor de bankklant in eerste instantie groot. Het goede nieuws voor hem is echter dat in veel gevallen de bank aansprakelijk is. De klant is alleen aansprakelijk als hij zich grof nalatig heeft gedragen. Dit moet de bank echter kunnen bewijzen. Dat heeft het BGH met zijn recente uitspraak bevestigd, aldus het advocatenkantoor MTR Legal, dat onder andere adviseert op het gebied van bankrecht.

In de zaak die aan het BGH ten grondslag ligt, had de eisende partij meerdere rekeningen bij de bank. Als ze overboekingen wilde doen, stuurde de vrouw haar accountmanager een e-mail met de ontvanger van de betaling en het overboekingsbedrag. Soms was de desbetreffende factuur aan de e-mail gekoppeld. De accountmanager voerde vervolgens de overboeking uit en stuurde de klant een bevestiging per e-mail. Deze procedure had zich over jaren gevestigd.

Vervalste facturen van 255.000 euro

Begin mei 2016 ontmoette de klant haar bankadviseur om de aankoop van een appartement in Londen te bespreken. Daarvoor moest de accountmanager onder andere 195.000 euro van de betaalrekening naar de spaardeposito overboeken. De bankadviseur voerde de opdracht uit.

Vervolgens ontving hij tussen 11 mei 2016 en 1 februari 2017 in totaal 13 e-mails met betalingsinstructies. Volgens het afzenderadres waren de e-mails afkomstig van de eisende partij. Aan de e-mails was telkens de bijbehorende factuur met bedrag en ontvanger gekoppeld. De accountmanager voerde de overboekingen zoals gebruikelijk uit en stuurde de klant een bevestigingsmail. De betalingen werden gedaan aan ontvangers in Hongarije, Dubai en Groot-Brittannië. In totaal werd in deze periode ongeveer 255.000 euro overgemaakt. De facturen waren echter vervalsingen.

Hoewel de eisende partij maandelijks haar bankafschriften van de bank ontving, werden de overboekingen vanaf 11 mei 2016 pas in februari 2017 opgemerkt. Ze deelde de bank mee dat ze de overboekingen niet had besteld en eiste dat de bank de ongeveer 255.000 euro, die onrechtmatig werd afgeschreven, zou terugbetalen.

BGH: Bank moet verlies vergoeden

Het BGH heeft de eis van de vrouw om vergoeding van de 255.000 euro in laatste instantie toegewezen en daarmee de uitspraak van het OLG Karlsruhe bevestigd. De overboekingen tussen 11 mei 2016 en 1 februari 2017 waren niet door de eisende partij geautoriseerd. De bank moet kunnen aantonen en bewijzen dat de eisende partij de overboekingen heeft geautoriseerd. Dit is niet gelukt, aldus de rechters in Karlsruhe. In het geval van een niet-geautoriseerde betalingstransactie is de bank volgens § 675u zin 2 BGB aF verplicht om het bedrag onmiddellijk aan de klant te vergoeden.

Na afweging van alle omstandigheden staat niet vast dat de e-mails met de betalingsopdrachten van de eisende partij afkomstig zijn. Er bestaat ook de mogelijkheid van een ongeoorloofde toegang van een derde partij tot het e-mailaccount van de eisende partij, voerde het BGH aan.

Bank draagt bewijslast

Volgens § 675w BGB aF moet de bank bewijs leveren van de autorisatie van een betalingstransactie door de klant wanneer dit betwist wordt. De manier van autorisatie kan worden overeengekomen tussen bank en klant. Hier had de bank ermee ingestemd dat overboekingsopdrachten via e-mail konden worden gegeven. Als het risico van de bewijslast voor een autorisatie bij een dergelijke procedure te groot is voor de bank, had ze een andere procedure kunnen afspreken, aldus het BGH.

Het Bundesgerichtshof heeft met de uitspraak duidelijk gemaakt dat de bank de bewijsplicht heeft en dat zij de klant grove nalatigheid moet kunnen aantonen en niet andersom. Hiermee hebben de rechters in Karlsruhe de positie van klanten, die slachtoffer werden van fraude bij internetbankieren, aanzienlijk versterkt.

MTR Legal beschikt over grote ervaring in bankrecht en adviseert klanten bij juridische geschillen met hun bank.

Neem gerust contact met ons op!

Heeft u een juridisch probleem?

Plan uw consultatie – Kies uw gewenste tijd online of bel ons.
Landelijke Hotline
Nu bereikbaar

Nu terugbellen boeken

of schrijf ons!