Wijzigingen aan een dubbelbelastingverdrag leiden volgens een uitspraak van het Finanzgericht Münster op 10 augustus 2022 niet tot de verwezenlijking van het ontwrichtingsgegeven en tot belastingheffing.
Dubbelbelastingverdragen (DBA) spelen een essentiële rol in het internationale belastingrecht. Het Finanzgericht Münster heeft nu met een uitspraak van 10.08.2022 (Az. 13 K 559/19 G,F) duidelijk gemaakt dat een wijziging van een bilateraal belastingverdrag niet tot verwezenlijking van het ontwrichtingsgegeven volgens § 4 Abs. 1 Satz 3 EStG leidt, verklaart het advocatenkantoor MTR Rechtsanwälte, dat zijn cliënten in het belastingrecht en ook in het internationale belastingrecht vertegenwoordigt.
In de onderliggende zaak hielden de twee commanditaire vennoten van een in Duitsland gevestigde KG aandelen in een Spaanse kapitaalvennootschap (S.L.). De commanditaire aandelen waren toegewezen aan het bijzondere bedrijfsvermogen II van de KG. Een van de commanditaire vennoten woonde in Duitsland, de andere in Zwitserland.
De Spaanse S.L. had in haar balans per 31.12.2012 onroerend goed opgenomen, dat ongeveer 59 procent van het balanstotaal uitmaakte. In 2012 werd het DAB tussen Duitsland en Spanje aangevuld met een regeling die bepaalt dat vermogenswinsten uit deelnemingen waarvan de activa voor minstens 50 procent uit onroerend goed bestaan, het land waar het onroerend goed zich bevindt een aanvullend belastingrecht toekent. De verschuldigde belasting kan vervolgens worden verrekend met de inkomstenbelasting van het land waar de commanditaire vennoot zijn woonplaats heeft.
Het bevoegde belastingkantoor zag in de wijziging van het DBA een passieve ontwrichting van de stille reserves in het aandeel van de in Zwitserland wonende commanditaire vennoot en onderwierp die aan belastingheffing volgens § 4 Abs. 1 Satz 3 EStG.
Daartegen verzette de KG zich met succes. Het FG Münster stelde vast dat de beperking van het belastingrecht in de zin van § 4 Abs. 1 Satz 3 EStG niet vervuld was. Als motivering voerde het aan dat de wijziging van het DAB niet aan de eisende KG of de commanditaire vennoten kon worden toegerekend. Dit was alleen het geval als een aan de belastingplichtige toerekenbare handeling zou leiden tot uitsluiting of beperking van het belastingrecht in Duitsland, aldus het FG Münster, dat beroep bij het BGH heeft toegelaten.
MTR Rechtsanwälte stelt zijn cliënten een in het belastingrecht en internationale belastingrecht ervaren advocaat ter beschikking.
