In het kader van de juridische afhandeling van het zogenaamde dieselschandaal heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJ-EU) met een recent advies de rechten van de getroffen consumenten verder versterkt. Het gaat met name om de vraag hoe een passende financiële compensatie moet worden vastgesteld voor klanten van autofabrikanten van wie de voertuigen waren uitgerust met ontoelaatbare uitschakelinrichtingen. De recente ontwikkelingen onderstrepen het Europese belang van consumentenbescherming bij technische manipulaties van het emissiegedrag van motorvoertuigen.
Beslissingen en betekenis van het HvJ-EU in het dieselschandaal
Achtergrond en stand van de procedure
Sinds het bekend worden van het zogenaamde dieselschandaal lopen er talrijke rechtszaken van benadeelde voertuigbezitters. De gerechtelijke geschillen gaan met name over de hoogte en rechtmatigheid van schadevergoedingsvorderingen, nadat de voertuigen waren uitgerust met software die emissietests beïnvloedde. Terwijl nationale rechtbanken al diverse uitspraken hebben gedaan, brengt de recente voorlegging aan het HvJ-EU opnieuw een sleutelaspect onder de aandacht van het Europese recht: de maatstaven voor “passende compensatie” in het licht van de Europese regelgeving.
In de nu besloten procedure (HvJ-EU, zaak C-666/23 – stand 04.08.2025, bron: urteile.news) stond de vraag centraal of de in Duitse instanties vaak toegepaste verrekening van het gebruiksvoordeel – dus de aftrek van een “gebruiksvergoeding” voor gereden kilometers – verenigbaar is met het EU-recht. De toetsing door het HvJ-EU vond plaats op basis van het Unierecht, in het bijzonder Richtlijn 1999/44/EG betreffende de verkoop van consumptiegoederen en bijbehorende garanties.
Kernpunten van het HvJ-EU
Het HvJ-EU benadrukt dat nationale rechtbanken verplicht zijn een effectieve compensatie te bieden voor de schending van Unierechtelijke consumentenrechten. De invulling van de compensatie is in beginsel een zaak van nationaal recht, maar centrale Europese consumentenbeschermingsnormen mogen niet worden ondermijnd. Waarden als effectiviteit en gelijkwaardigheid moeten waarborgen dat getroffen klanten daadwerkelijk een merkbare compensatie ontvangen voor geleden nadeel.
Bijzonder relevant is de kanttekening dat er een “afschrikkende werking” beoogd wordt. De hoogte van een vergoeding mag er niet toe leiden dat fabrikanten de schending van Unierechtelijke regels economisch kunnen “verrekenen”. Hierdoor wordt de rechtspositie van veel getroffen consumenten versterkt, maar ook nationale instanties worden opgeroepen hun beoordelingspraktijk kritisch te herzien.
Gevolgen voor rechtszaken in Duitsland
Juridische beoordeling van gebruiksvoordelen
De door het HvJ-EU genoemde aftrek van zogenaamde gebruiksvoordelen – een gangbare praktijk in Duitse schadevergoedingsprocedures – ligt hierdoor opnieuw onder juridisch toezicht. Het Unierecht vereist een rechtvaardige en passende beoordeling in de context van consumentenbeschermingsrichtlijnen. Het kan daarom aangewezen zijn bestaande nationale rekenmodellen te heroverwegen en aan te passen aan de Europese voorschriften.
Voor lopende en toekomstige procedures betekent dit geen directe verplichting om een bepaalde berekeningsmethode toe te passen. Het blijft aan de nationale rechtbanken om de richtlijnen van het HvJ-EU te interpreteren met inachtneming van de bijzonderheden van elk geval en de Unierechtelijke beginselen. Doorslaggevend is dat er daadwerkelijk compensatie wordt verleend voor het geleden nadeel.
Betekenis voor consumenten en ondernemingen
De nieuwe richtlijn schept duidelijkheid voor getroffen klanten en verhoogde rechtszekerheid. Tegelijkertijd wijst het ondernemingen op de noodzaak om bij de ontwikkeling en implementatie van technische oplossingen de naleving van Europese normen in acht te nemen. Het HvJ-EU laat uitdrukkelijk geen ruimte voor economische overwegingen die Unierechtelijk ontoelaatbare praktijken achteraf zouden kunnen rechtvaardigen.
Inschatting en vooruitblik
Openstaande vragen en lopende procedures
Het blijft van belang dat de uiteindelijke invulling van de vergoeding nog steeds onderworpen is aan nationale gerechtelijke toetsing, en dat in individuele gevallen verdere open juridische vragen bestaan. Veel procedures bevinden zich nog altijd in actieve behandeling; de bevindingen van het HvJ-EU geven echter een belangrijk kader voor de interpretatie van Unierechtelijke principes op het gebied van consumentenrecht.
Daarbovenop zal het op middellange termijn belangrijk zijn hoe de nationale rechtspraak zich verhoudt tot de eisen van het HvJ-EU en welke gevolgen hieruit voortvloeien voor bestaande en toekomstige procedures. De verwijzing naar duidelijke rechtsgronden en de nadruk op effectieve consumentenbescherming kunnen een richtinggevende invloed hebben.
Juridische ondersteuning met betrekking tot het dieselschandaal
Gezien de complexiteit van de Europese rechtspositie en de voortdurende ontwikkeling in rechtspraak en wetgeving is bij vragen over schadevergoeding als gevolg van het dieselschandaal een grondige juridische toetsing altijd raadzaam. De op het gebied van handels- en vennootschapsrecht, bank- en kapitaalmarktrecht alsmede consumentenrecht werkzame Rechtsanwälte bij MTR Legal zijn beschikbaar voor ondernemingen, institutionele investeerders en particulieren om individuele situaties zorgvuldig te beoordelen en mogelijke oplossingen binnen het wettelijk kader te bespreken.
Bronvermelding: Hof van Justitie van de Europese Unie, uitspraak van 04.08.2025, zaak C-666/23. De inhoud van de regeling heeft betrekking op het actuele besluit en de mogelijke gevolgen ervan. Er wordt uitdrukkelijk gewezen op lopende procedures en het vermoeden van onschuld.