OLG Neurenberg concretiseert eisen aan prijsverminderingsreclame bij “Bestprijs”-vermeldingen
De reclame met zogenaamde “bestprijzen” is binnen het mededingingsrecht een uiterst gevoelig gebied, dat bedrijven voor uiteenlopende uitdagingen stelt. Het Oberlandesgericht (OLG) Neurenberg heeft met een uitspraak van 2-10-2024 (zaaknr. 3 U 4602/24) nieuwe accenten gelegd ten aanzien van de transparantieverplichting bij het gebruik van een “bestprijs”-belofte, en daarmee de eisen aan de vormgeving van prijsreclame in het licht van het oneerlijk handelspraktijkenrecht verduidelijkt.
Achtergrond van de beslissing
In de betreffende zaak adverteerde een bedrijf in zijn onlinewinkel met een verwijzing naar een “bestprijs” voor bepaalde producten, zonder daarbij duidelijk te maken op welke referentieprijs deze mededeling was gebaseerd of in welke periode het gepromote voordeel daadwerkelijk bestond. Een concurrent beschouwde dit als misleiding van consumenten over de omvang en de werkelijke aard van het aangekondigde voordeel, en stelde aanspraken in op basis van het mededingingsrecht.
Algemene eisen aan prijsreclame
De rechter benadrukte dat misleidende prijsvergelijkingen volgens § 5 lid 1 UWG niet zijn toegestaan als ze geschikt zijn om het economische besluitvormingsproces van een gemiddelde consument te beïnvloeden. Daarbij is doorslaggevend of de reclame-uitspraak de consument een duidelijk en correct beeld geeft van de omvang en basis van de prijsverlaging, of juist onduidelijk wordt gelaten.
Verwijzing naar de referentieprijs
Volgens de actuele rechtspraak moet voor de consument duidelijk herkenbaar zijn welke vergelijkingsprijs ten grondslag ligt aan de “bestprijs”-belofte. Als de oorspronkelijke verkoopprijs aanzienlijk afwijkt van actieprijzen, vereist de reclame een begrijpelijke toelichting of de aangeprezen “bestprijs” bijvoorbeeld betrekking heeft op een prijshistorie van de eigen winkel of op aanbiedingen van concurrenten.
Tijdcomponent en transparantieverplichting
Het OLG Neurenberg benadrukt dat ook de tijdsduur van een prijsverlaging relevant is voor de besluitvorming. Als een product slechts gedurende een korte periode voor een bepaalde (hogere) prijs wordt aangeboden en vervolgens als “bestprijs” wordt gepromoot, kan dit bij de consument een onjuist beeld oproepen. Daarom moet de prijsontwikkeling transparant worden weergegeven, bijvoorbeeld door aan te geven wanneer en gedurende welke periode de hogere referentieprijs van kracht was.
Mededingingsrechtelijke implicaties van de beslissing
De beslissing versterkt de consumentenbescherming en verduidelijkt de criteria voor de toelaatbaarheid van “bestprijs”-reclame in de onlinehandel. Bedrijven die reclame maken met prijsvoordelen zijn verplicht om alle parameters van de prijsverlaging volledig te communiceren. Doen zij dit niet, dan kan een waarschuwing wegens oneerlijk handelsgedrag volgen.
Risico’s van ontransparantie
Onduidelijke, beknopte of dubbelzinnig geformuleerde reclames kunnen niet alleen leiden tot vorderingen tot staking op grond van het mededingingsrecht, maar ook tot schadevergoedingsclaims en het instellen van toezichtprocedures. De beslissing benadrukt de verantwoordelijkheid van bedrijven om de economische betekenis van hun reclames met de nodige zorgvuldigheid te beoordelen.
Prijsreclame in het kader van de Prijsaanduidingsverordening (PAngV)
In het licht van de PAngV moet altijd worden gewaarborgd dat gepromote prijzen eenduidig en voor de consument vergelijkbaar worden weergegeven. Wat betreft het presenteren van prijsverlagingen vereist de verordening nauwkeurige informatie over de uiteindelijke prijzen, evenals, indien relevant, over de laagste prijs van de afgelopen 30 dagen (§ 11 PAngV).
Conclusie en vooruitblik
Met zijn uitspraak levert het OLG Neurenberg opnieuw een bouwsteen voor de uitleg van het verbod op misleiding in samenhang met prijsreclame en verduidelijkt het openstaande afbakeningskwesties met betrekking tot de transparantieverplichtingen bij het gebruik van “bestprijs”-claims. Bedrijven die op deze manier reclame maken voor hun aanbiedingen moeten nu nog zorgvuldiger waarborgen dat consumenten noch over uitgangswaarden noch over de periode van de prijsvermindering in het ongewisse blijven.
De daarmee samenhangende juridische uitdagingen raken niet alleen de vraag naar eerlijkheid in concurrentie, maar kunnen ook vennootschapsrechtelijke aansprakelijkheidskwesties en mogelijk fiscale implicaties hebben.
Voor bedrijven, investeerders en leidinggevenden die met reclames over prijsvoordelen of andere gevoelige informatie op de markt actief zijn, is het raadzaam de recente ontwikkelingen in het mededingingsrecht nauwlettend te volgen en indien nodig juridisch advies in te winnen bij ervaren advocaten met diepgaande marktkennis. De advocaten van MTR Legal begeleidt cliënten uitgebreid over regelgevende ontwikkelingen in het handels- en mededingingsrecht, om risico’s te minimaliseren en marktkansen juridisch zeker te benutten.