Constitutionele klacht tegen e-sigaret-tabaksbelasting blijft onsuccesvol

News  >  Intern  >  Constitutionele klacht tegen e-sigaret-tabaksbelasting blijft onsuccesvol

Arbeitsrecht-Anwalt-Rechtsanwalt-Kanzlei-MTR Legal Rechtsanwälte
Steuerrecht-Anwalt-Rechtsanwalt-Kanzlei-MTR Legal Rechtsanwälte
Home-Anwalt-Rechtsanwalt-Kanzlei-MTR Legal Rechtsanwälte
Arbeitsrecht-Anwalt-Rechtsanwalt-Kanzlei-MTR Legal Rechtsanwälte

Constitutioneel beroep tegen tabaksaccijns voor e-sigaretten blijft zonder succes – beslissing van het Bundesverfassungsgericht

Op 12 december 2024 heeft het Bundesverfassungsgericht (BVerfG) een constitutioneel beroep afgewezen dat gericht was tegen de invoering van de tabaksaccijns op e-sigaretten en verwante verdampingsproducten (Az.: 1 BvR 1177/22). De klager zag zich door de desbetreffende wettelijke nieuwe regeling van de Tabaksteuergesetz in meerdere grondrechten geschonden. De beslissing van het hof is niet alleen van groot belang voor betrokken ondernemingen en consumenten, maar geeft ook een belangrijk signaal voor de toekomstige fiscale en regulerende behandeling van zogenoemde nieuwe tabaksproducten.

Uitgangssituatie en aanleiding van het constitutioneel beroep

In 2022 werd de Tabaksteuergesetz in het kader van de “Tabaksteuermodernisierungsgesetz” (TabStMoG) zodanig gewijzigd dat ook vloeistoffen voor e-sigaretten die geen nicotine bevatten, onder de tabaksaccijns vallen. Volgens de wetgever was het doel van de wetswijziging een gelijkschakeling van de fiscale belasting van traditionele tabaksproducten, met name met het oog op gezondheidsbeleid.

Tegen deze uitbreiding naar nieuwe producten richtte zich het constitutioneel beroep van een bedrijf uit de branche. In het bijzonder zag de klager zich geschonden in de vrijheid van beroep (art. 12 lid 1 GG), het eigendomsrecht (art. 14 lid 1 GG) en het gelijkheidsbeginsel (art. 3 lid 1 GG). Daarnaast werd aangevoerd dat de nieuwe regeling onevenredig is en de beginselen van het vertrouwensbeginsel schendt.

Toetsing van de grondwettigheid door het Bundesverfassungsgericht

Toetsingsmaatstaf

Het Bundesverfassungsgericht toetste de bestreden normen aan de hand van de betrokken grondrechten en het rechtsstatelijke verbod van overmaat. Centrale vraag was daarbij of de uit de belastingwetgeving voortvloeiende belastinggrondslag grondwettig en proportioneel is.

Beoordeling van de grondrechtenschendingen

Het hof stelde duidelijk dat ingrepen in de vrijheid van beroepsuitoefening en het eigendomsrecht op het gebied van belastingheffing in beginsel toelaatbaar zijn, voor zover deze op een wettelijke basis berusten, een legitiem algemeen belang dienen en proportioneel zijn vormgegeven. De tabaksaccijns op e-sigaretten werd materieel gerechtvaardigd geacht, omdat deze tot doel heeft het gebruik van nieuwe verdampingsproducten te beperken en fiscale rechtvaardigheid tussen verschillende consumptiegoederen te waarborgen. Volgens het hof is de fiscale belasting daarmee geschikt, noodzakelijk en passend in de zin van de Grondwet.

Gelijkheidsbeginsel en vertrouwensbescherming

Met betrekking tot het gelijkheidsbeginsel zag het Bundesverfassungsgericht geen ongerechtvaardigde ongelijke behandeling ten opzichte van klassieke tabaksproducten. Met name mag de wetgever binnen zijn beleidsvrijheid regels wijzigen en belastingwetten verder ontwikkelen op basis van nieuwe wetenschappelijke en maatschappelijke inzichten.

Met betrekking tot het vertrouwensbeginsel benadrukte het hof dat ondernemers er altijd rekening mee moeten houden dat fiscale regelgeving aan wijzigingen onderhevig kan zijn. Een schending van het vertrouwensbeginsel is derhalve niet vastgesteld.

Formele en materiële rechtmatigheid

Ook aan de eisen voor de formele wetgevingsprocedure is volgens het hof voldaan. Noch het bepaaldheidsvereiste, noch het algemene gelijkheidsbeginsel werden naar het oordeel van het Bundesverfassungsgericht geschonden.

Betekenis van de beslissing voor economie en regulering

Met de afwijzing van het constitutioneel beroep heeft het Bundesverfassungsgericht de fiscale en reguleringspolitiek, met name bij nieuwe producten zoals liquids voor e-sigaretten, een ruime beleidsruimte toegekend. De beslissing onderstreept dat de wetgever flexibel mag inspelen op ontwikkelingen in consumenten- en gezondheidsbescherming en nieuwe productcategorieën in de fiscale belasting mag betrekken. Marktdeelnemers moeten de voortdurende dynamiek op het gebied van regulering en belasting van nieuwe genotmiddelen nauwlettend blijven volgen.

Betekenis voor ondernemingen – Fiscale risico’s en planningszekerheid

Voor ondernemingen die actief zijn op het gebied van tabaks- en nicotinevervangende producten blijft de fiscale behandeling van deze goederen een uitdaging. Gezien de uitspraak mag worden aangenomen dat er ook in de toekomst regulerende aanpassingen zullen plaatsvinden, waarvan de gevolgen voor de rentabiliteit en juridische vormgeving van bedrijfsmodellen zorgvuldig moeten worden geanalyseerd. Toekomstgerichte investeringsbeslissingen en de strategische koers van bedrijfsactiviteiten worden, gezien de actuele jurisprudentie, steeds belangrijker.

Conclusie

Het Bundesverfassungsgericht heeft met zijn besluit duidelijk gemaakt dat de invoering van de tabaksaccijns voor liquids en verwante producten in overeenstemming is met de Grondwet. Het meewegen van consumenten-, gezondheids- en concurrentiebelangen rechtvaardigt een ruime bevoegdheid van de wetgever. De beslissing is richtinggevend voor de fiscale behandeling van innovatieve producten op het gebied van genots- en verslavingsmiddelen.

Mocht u als onderneming, investeerder of particuliere marktdeelnemer vragen hebben over de fiscale regulering van tabaksproducten of vergelijkbare producten, dan staan wij u bij MTR Legal Rechtsanwalt graag ter beschikking om u uitgebreid te ondersteunen in uw juridische aangelegenheden.

Heeft u een juridisch probleem?

Reserveer uw consult – kies uw gewenste datum online of bel ons.
Landelijk telefoonnummer
Nu bereikbaar

Boek nu een terugbelverzoek

of schrijf ons!