Boekhoudcontrole na de dood van de bedrijfseigenaar

News  >  Erbrecht  >  Boekhoudcontrole na de dood van de bedrijfseigenaar

Arbeitsrecht-Anwalt-Rechtsanwalt-Kanzlei-MTR Legal Rechtsanwälte
Steuerrecht-Anwalt-Rechtsanwalt-Kanzlei-MTR Legal Rechtsanwälte
Home-Anwalt-Rechtsanwalt-Kanzlei-MTR Legal Rechtsanwälte
Arbeitsrecht-Anwalt-Rechtsanwalt-Kanzlei-MTR Legal Rechtsanwälte

Erfgenamen moeten externe controle na uitspraak van het Hessische Finanzgericht dulden

Ook als de eigenaar van het bedrijf reeds is overleden en de zaak niet door diens erfgenamen wordt voortgezet, kan de bevoegde belastingdienst nog een bedrijfscontrole voor de voorgaande aangiftetijdvakken gelasten. Dit heeft het Finanzgericht Hessen beslist in een uitspraak van 10 mei 2023 (Az.: 8 K 816/20).

Is de bedrijfsleider overleden, dan treden de erfgenamen in diens voetstappen op als diens rechtsopvolgers. Daarmee gaan ook de fiscale verplichtingen van de erflater over op hen. Volgens de beslissing van het Hessische Finanzgericht in Kassel houdt dit in dat zij ook een bedrijfscontrole moeten verdragen, zelfs als zij het bedrijf van de erflater niet voortzetten, aldus het advocatenkantoor MTR Legal Rechtsanwälte, dat zijn cliënten zowel in fiscaal als erfrecht uitgebreid adviseert en een interdisciplinaire juridische dienstverlening onder één dak biedt.

Erfgenamen zetten bedrijf niet voort

In de onderliggende procedure voor het Finanzgericht Hessen was een externe controle in het bouwbedrijf van de vader voor de voorgaande aangiftetijdvakken 2014 tot 2016 gelast. De vader was in 2016 overleden en zijn beide zonen zijn erfgenamen geworden. In 2019 stuurde de bevoegde belastingdienst de controleopdracht voor het bouwbedrijf van de overleden vader met betrekking tot inkomstenbelasting, omzetbelasting en bedrijfsbelasting aan de erfgenamen. Tegen de controleopdracht hadden de zonen vergeefs beroep aangetekend.

De zaak belandde uiteindelijk voor het Hessische Finanzgericht. Hier voerden de zonen aan dat een bedrijfscontrole alleen bij belastingplichtigen is toegestaan, die een commerciële onderneming hebben. Dit was echter alleen bij hun vader het geval geweest. Na diens overlijden hebben de zonen de zaak niet voortgezet. De onderneming is eerder ontbonden en met de hulp van de belastingadviseur beëindigd. Omdat het eenmansbedrijf niet meer werd voortgezet, was een externe controle niet toegestaan, aldus de zonen. Zij voerden verder aan dat zij niet op de hoogte waren van de activiteiten van hun vader in het bedrijf. Mochten er fouten of gebreken worden ontdekt bij de bedrijfscontrole, dan zouden zij deze niet kunnen verduidelijken. Deze verduidelijking had alleen hun overleden vader kunnen bieden en eventuele beweringen van de belastingdienst kunnen weerleggen met bewijsstukken. Aangezien alleen de bedrijfsleider dergelijk inzicht in de operationele activiteiten kan geven, was een bedrijfscontrole na het overlijden van de bedrijfsleider ontoelaatbaar.

FG Hessen wijst beroep af

Met deze argumentatie kwamen ze bij het FG Hessen niet door. De 8e Senaat van het Finanzgericht wees de klacht af. Ter toelichting stelde hij dat volgens § 193 lid 1 van de Abgabenordnung (AO) een externe controle bij belastingplichtigen, die een bedrijf onderhouden, toegestaan is. Deze regeling is uit gelijkheidsredenen noodzakelijk, om bij ondernemers de correctheid van de boekhouding en daarmee ook de juistheid van de vastgestelde belastingen te kunnen controleren. Vanzelfsprekend moeten daarbij voorgaande aangiftetijdvakken worden gecontroleerd.

De regeling moet zo worden begrepen dat het bedrijf in de jaren waarin het heeft bestaan, moet worden gecontroleerd. Een latere sluiting van het bedrijf is daarbij niet van belang, maakte de Senaat duidelijk. Want bij het erven gaan alle rechten en plichten over op de erfgenamen. Een externe controle moet daarom ook door de erfgenamen worden verdragen, ook als zij het bedrijf nooit zelf hebben geleid.

Niet-toelatingsklacht bij de BFH

Bij de vraag naar de toelaatbaarheid van een bedrijfscontrole hoeft er geen rekening mee gehouden te worden of de erfgenamen moeilijkheden zouden kunnen hebben met het verstrekken van inlichtingen of het overleggen van documenten, zo vervolgde het FG Hessen. Dergelijke omstandigheden worden pas in een later belastingheffingsproces op niveau van bewijsvoering van betekenis, aldus de rechter.

Tegen de uitspraak is een niet-toelatingsklacht bij de Bundesfinanzhof (BFH) ingediend (Az. X B 73/23).

Ongeacht de beslissing van de Bundesfinanzhof blijkt dat erfgenamen zich moeten voorbereiden op een bedrijfscontrole en zich inzicht moeten verschaffen in de fiscale aangelegenheden van de onderneming. Dit kan weliswaar tijdrovend zijn, maar zo kunnen eventuele schattingen door de belastingdienst en hoge nabetalingen worden voorkomen.

 

MTR Legal Rechtsanwälte adviseert graag bij vragen over de bedrijfscontrole en andere vragen van belastingrecht.

Neem contact met ons op!

Heeft u een juridisch probleem?

Plan uw consultatie – Kies uw gewenste tijd online of bel ons.
Landelijke Hotline
Nu bereikbaar

Nu terugbellen boeken

of schrijf ons!