BGH verduidelijkt collectieve actie over nieuwklantenbonus bij energiefaillissement

News  >  Insolvenzrecht  >  BGH verduidelijkt collectieve actie over nieuwklantenbonus ...

Arbeitsrecht-Anwalt-Rechtsanwalt-Kanzlei-MTR Legal Rechtsanwälte
Steuerrecht-Anwalt-Rechtsanwalt-Kanzlei-MTR Legal Rechtsanwälte
Home-Anwalt-Rechtsanwalt-Kanzlei-MTR Legal Rechtsanwälte
Arbeitsrecht-Anwalt-Rechtsanwalt-Kanzlei-MTR Legal Rechtsanwälte

Uitgangssituatie van de procedure en rol van het Bundesgerichtshof

Op 31 juli 2023 kreeg het Bundesgerichtshof (BGH) de gelegenheid om fundamentele vragen te verduidelijken over de omgang met welkomstbonussen voor nieuwe klanten bij het faillissement van een energieleverancier in het kader van een voorbeeldprocedure (zaaknummer IX ZR 267/20). De uitspraak had betrekking op situaties waarin consumenten na opening van een insolventieprocedure aanspraak maakten op contractueel toegezegde welkomstbonussen tegenover de curator.

De klacht werd oorspronkelijk door een consumentenorganisatie ingediend tegen de curator van een regionale stroomleverancier. Centraal stond de vraag op welke wijze welkomstbonussen voor nieuwe klanten, die bij een reguliere nakoming van het contract ruimhartig zouden zijn toegekend, in faillissement behandeld moeten worden en of deze als vorderingen in de insolventie moeten worden aangemeld dan wel als boedelvorderingen moeten worden uitbetaald.

Juridische beoordeling van de voorbeeldprocedure

Beoordeling van de aanspraken van de consumenten

Binnen de energiemarkt zijn welkomstbonussen voor nieuwe klanten een gebruikelijk instrument voor klantenwerving en zijn in tal van contracten vastgelegd. In het onderliggende geval hadden veel klanten door de voortijdige beëindiging van het contract als gevolg van het faillissement geen volledig recht op de contractuele prestaties. De BGH onderzocht of er onder deze omstandigheden toch recht bestaat op een gedeeltelijke uitbetaling van de welkomstbonus voor nieuwe klanten en onder welke insolventierechtelijke voorwaarden dit het geval is.

Opsplitsing van de vorderingen: insolventievorderingen en boedelvorderingen

Doorslaggevend in de procedure was de bepaling van de passende aard van de aanspraak volgens de insolventiewet (InsO). De BGH verduidelijkte dat aanspraken uit bonusregelingen, die vóór opening van de insolventie zijn ontstaan, in de regel als insolventievorderingen volgens § 38 InsO moeten worden gekwalificeerd. Voor consumenten betekent dit dat de vordering kan worden aangemeld binnen de insolventieprocedure, maar geen voorrangsbehandeling ten opzichte van andere schuldeisers krijgt. Indien de curator echter ná opening van de procedure actief verplicht werd tot nakoming van het contract, kunnen in individuele gevallen boedelvorderingen ontstaan op basis van § 55 InsO.

Gevolgen voor lopende consumentencontracten

De uitspraak maakt duidelijk dat de bewoording en de inrichting van het leveringscontract doorslaggevend zijn. Alleen voor zover een contractuele opeisbaarheid van de bonus tijdens voortzetting van het contract na opening van het faillissement bestaat, kan de welkomstbonus voor nieuwe klanten als boedelvordering worden geclaimd. In andere gevallen vallen uitstaande bonussen als insolventievordering binnen de groep van schuldeisers.

De hoogste rechterlijke verduidelijking zorgt daarmee voor transparantie zowel voor klanten als voor curatoren over de wijze waarop met bonusvorderingen in de insolventiefase moet worden omgegaan. De voorbeeldprocedure blijkt hierbij een efficiënt middel om fundamentele rechtsvragen voor een groot aantal getroffenen te verduidelijken en de rechten van klanten te bundelen.

Gevolgen voor de praktijk en verdere overwegingen

Betekenis voor energiecontracten

De recente uitspraak van het BGH heeft, naast het concrete geval, ook belang voor vele vergelijkbare situaties. Energiemaatschappijen, curatoren en klanten dienen in de toekomst nauwkeurig te toetsen onder welke omstandigheden bonusafspraken bij insolventie standhouden en hoe zij juridisch moeten worden ingedeeld. Het wordt bovendien aangeraden kritisch te kijken naar de contractuele vormgeving van bonussen en hun opeisbaarheid om latere geschillen te voorkomen.

Naast de insolventierechtelijke indeling worden op deze wijze ook relevante vragen uit het contractenrecht, het consumentenrecht en het procesrecht geraakt.

Versterking van de collectieve rechtsbescherming door voorbeeldprocedures

De procedure onderstreept dat de voorbeeldprocedure een steeds belangrijker instrument is voor consumenten en verenigingen om bij massa-geschillen effectieve rechtsbescherming te bereiken. Door het oordeel van de hoogste rechter wordt tevens de rechtszekerheid voor toekomstige insolventiegevallen in de energiemarkt vergroot.

Conclusie en verdere aanwijzingen

Met zijn oordeel heeft het BGH centrale rechtsvragen met betrekking tot de behandeling van welkomstbonussen voor nieuwe klanten in het kader van het faillissement van energiebedrijven beantwoord. Dit zorgt voor duidelijke juridische oriëntatie, zowel voor getroffen klanten als voor curatoren en bedrijven uit de energiesector.

Voor ondernemingen, investeerders en particuliere beleggers die met dergelijke of vergelijkbare vraagstukken te maken krijgen, kan een tijdige juridische analyse van de betreffende contractuele situatie en de insolventierechtelijke randvoorwaarden van groot belang zijn.

Voor verdere vragen over de genoemde onderwerpen op het gebied van insolventie- en contractenrecht staan de Rechtsanwälte van MTR Legal Rechtsanwälte graag klaar voor zorgvuldige analyse en ondersteuning.

Heeft u een juridisch probleem?

Reserveer uw consult – kies uw gewenste datum online of bel ons.
Landelijk telefoonnummer
Nu bereikbaar

Boek nu een terugbelverzoek

of schrijf ons!