BGH over het vergoedingsrecht van de contractdealer

Rechtsanwalt  >  Handelsrecht  >  BGH over het vergoedingsrecht van de contractdealer

Arbeitsrecht-Anwalt-Rechtsanwalt-Kanzlei-MTR Legal Rechtsanwälte
Steuerrecht-Anwalt-Rechtsanwalt-Kanzlei-MTR Legal Rechtsanwälte
Home-Anwalt-Rechtsanwalt-Kanzlei-MTR Legal Rechtsanwälte
Arbeitsrecht-Anwalt-Rechtsanwalt-Kanzlei-MTR Legal Rechtsanwälte

Een handelsagent of distributeur heeft geen recht op informatie over de brutowinst van het bedrijf voor de berekening van zijn compensatieclaim. Dat heeft het BGH beslist (Az.: VII ZR 69/19).

De compensatieclaim is regelmatig een twistpunt tussen handelsagenten respectievelijk distributeurs en bedrijven. Volgens § 89b Abs. 1 HGB kan de handelsagent na beëindiging van de handelsagentuurovereenkomst van het bedrijf een compensatie eisen voor de handelsrelaties die hij nieuw heeft gevormd en waarvan het bedrijf verder profiteert. Deze regeling kan ook worden toegepast op distributeurs, wanneer zij hun klantenbestand aan de fabrikant moeten overdragen, aldus de zakelijke advocatenkantoor MTR Rechtsanwälte.

De waarde van het klantenbestand voor de fabrikant kan doorgaans worden afgelezen aan de inkoopkortingen die aan de distributeur voor beëindiging van de contractuele relatie werden verleend. In de zaak voor het BGH was een autoverkoper als distributeur van mening dat het door hem gecreëerde voordeel voor de fabrikant verder ging dan de inkoopkortingen. Daarom eiste hij informatie over de met de voertuigen behaalde brutowinst van de fabrikant.

Het BGH maakte echter op 24 september 2020 een einde aan de verwachtingen van de distributeur. De brutowinst is geen geschikte basis voor de berekening van de voordelen voor de fabrikant en dus ook niet voor de compensatieclaim van de distributeur. De handelaar heeft daarom geen recht op informatie over de brutowinst, aldus de rechters in Karlsruhe.

Het BGH verklaarde verder dat het voordeel van de fabrikant bestaat in de door de handelsagent of distributeur gecreëerde handelsrelaties, die hij ook na beëindiging van de overeenkomst kan blijven gebruiken. Het gaat dus om een beoordeling van het door de distributiepartner gecreëerde klantenbestand. Dit moet worden onderscheiden van de winstmarge die de fabrikant in totaal voor zijn producten kan behalen. Bovendien is er ook geen ervaringsregel dat het door de distributeur gecreëerde klantenbestand ook een objectief te bepalen percentage van het in totaal behaalde bruto bedrag kan worden toegewezen, aldus het BGH.

De berekening van de compensatieclaim zal ook na de uitspraak van het BGH een vaak voorkomend twistpunt blijven. In handelsrecht en distributierecht ervaren advocaten geven advies.

Heeft u een juridisch probleem?

Plan uw consultatie – Kies uw gewenste tijd online of bel ons.
Landelijke Hotline
Nu bereikbaar

Nu terugbellen boeken

of schrijf ons!